Egyptisch kindergraf

Grafstele uit Abydos (Metropolitan Museum, New York)
Grafstele uit Abydos (Metropolitan Museum, New York)

Ik ben momenteel bezig met de voorbereiding van een reis naar Egypte, later dit jaar, en om inspiratie op te doen bladerde ik eens door wat oude foto’s. Zo vond ik het bovenstaande grafreliëf, dat in de vierde eeuw na Chr. is vervaardigd in Abydos. Ik houd over het algemeen meer van de expressieve, ietwat primitief ogende provinciale kunst uit het Romeinse Rijk dan van de volmaakte marmeren standbeelden in de Griekse en Italiaanse musea, en dit is geen uitzondering. Dit reliëf vind ik echt mooi.

Middenin staan de vier overledenen. De Griekse inscriptie zegt dat dit de grafsteen is “van Pekysis, zoon van Aruotes”, en van zijn broer Pachoumis, en van de eerste Tbaikis en de nieuwe Tbaikis”. Blijkbaar is één Tbaïkis (de Griekse weergave van de oude Egyptische naam Tabaket) gestorven aan een kinderziekte, werd daarop een volgende dochter dezelfde naam gegeven en is ook dat meisje vroeg overleden. Zulke familiedrama’s waren in de oude wereld overigens volkomen normaal: de zuigelingensterfte nam één derde van de baby’s weg en van de resterende kinderen overleed de helft aan een kinderziekte. Wie lichamelijk volwassen werd, had daarna een goede kans vijftig of zestig te worden.

Interessant zijn de figuren links en rechts. De man met de jakhalzenkop is de god Anubis, die verantwoordelijk is voor het behoud van het lichaam van de overledene. In zijn hand heeft hij een sleutelachtig symbool, anch, dat staat voor “leven”. Aan de andere kant staat de god van het hiernamaals Osiris, als een mummie. Het zijn door-en-door Egyptische motieven, net als de vleugels bovenaan.

De man middenin heeft in zijn handen een narthexstengel vast, die kan worden gebruikt als vuurhouder. (Prometheus roofde het vuur van de goden in een narthexkelk.) Het is geen gebruikelijk attribuut in de Egyptische kunst, maar staat wel vaak afgebeeld op Griekse en Romeinse grafreliëfs. De symboliek van een gedoofde toorts behoeft geen nadere uitleg.

Zoals gezegd is dit reliëf, dat nu is te zien in het Metropolitan Museum in New York, afkomstig uit Abydos: een van de belangrijkste cultusplaatsen voor Osiris. Het illustreert enerzijds de kruisbestuiving van de Grieks-Romeinse en Egyptische godsdiensten, en anderzijds de duurzaamheid van de oeroude dodencultus in de tijd waarin het christendom bezig was met zijn doorbraak naar respectabiliteit.

[Dit was de eerste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

5 gedachtes over “Egyptisch kindergraf

  1. Joris

    Hier kan ik uren naar kijken. Het lijkt alsof de afbeelding is geschetst in plaats van gebeiteld. Dat blaast leven in dit blok gesteente. Mooi!

    1. Ja, ik kan er ook lang naar kijken. Wat ik zelf vind is dat je iets van de liefde van de maker voor zijn werk ziet, al weet ik niet goed hoe ik dat kan uitleggen.

  2. MNb

    “Zulke familiedrama’s waren in de oude wereld overigens volkomen normaal.”
    Nog niet zo heel lang geleden was dit in de Oude en de Nieuwe wereld eveneens normaal. Mijn ex-vrouw (Surinaamse) heeft twee broers of zussen die op jonge leeftijd gestorven zijn. Mijn overgrootouders hebben volgens mijn vader ook een paar kinderen verloren. In feite was het zo normaal dat het geen drama meer was. Wegens armoede hadden zij ook maar weinig tijd om te rouwen.

  3. Henry Stadhouders

    Ook ik heb er naar gekeken, met een kritisch Horusoog:
    -Vertaald luidt de inscriptie: “(Grafsteen) van Pekysis, (zoon) van (H)aryotes, en van (zijn) broer Pachoumis en van Tbaikis de oudere en van Tbaikis de jongere.”
    -Tbaikis is ondubbelzinnig een meisjesnaam blijkens het geprefigeerde lidwoord t(a/e)-, wat de Egyptische lidwoordvorm is van het vrouwelijk enkelvoud. De naam is in de Romeinse tijd al meer dan duizend jaar intensief gebruikt en dus nogal sleets geraakt; egyptologen transcriberen Tabaket. Met zijn vlakke betekenis “De Dienares” is hij een hypocoristicon van “(De) Dienares van GN”, waarbij GN een bepaalde godsnaam voorstelt; [vgl. Abdul als verkorting van Abdu-l-Naam van Allah, bijv. Abdu-l-Rahman]. Vergriekst luidt de naam trouwens meestal Tbêkis; de spelling -ai- in plaats van -ê- is interessant, omdat ze dichter bij de Egyptische uitspraak ligt. [De broers dragen namen die beginnen met het lidwoord p(a/e)-, mannelijk enkelvoud.]
    -De -afgekorte- toevoegingen achter beide meisjesnamen, “(de) oudere” [pr(e)s(bytera)s] resp. “(de) jongere” [n(eôte)r(a)s], zijn voor meerderlei uitleg vatbaar. Een toedracht als de gesuggereerde is niet onaannemelijk. Wanneer twee identiek genaamde personen met genoemde epitheta ter onderscheiding zo samen verschijnen, denken sommige geleerden ook wel aan tweelingen; dan hebben de namen en hun draagsters dus een tijd naast elkaar bestaan. Het linker meisje is aanmerkelijk kleiner afgebeeld dan het rechter, hetgeen er misschien op duidt dat ze op jongere leeftijd dan de grotere Tbaikis overleden is; het kan echter ook om een louter iconografische truc gaan om het “jonger” en “ouder” in termen van klein en groot uit te drukken. Helaas, zonder nadere informatie van genealogische of biografische aard kunnen we niet weten in welke betrekking de meisjes en de broers tot elkaar staan; het kan bijv. ook gaan om nichtjes.
    -De inscriptie is geen toonbeeld van kalligrafie of voorbeeldige spelling; let op de manier waarop Pekysios, “van Pekysis” geschreven is.

    1. Dank voor je commentaar; ik heb de vertaling aangepast. Stom dat ik de uitleggende parafrase die ik geschreven heb, heb aangezien voor een vertaling! Dank dus voor de verbetering.

Reacties zijn gesloten.