Kleopatra en haar broers

Kleopatra (R) vereert Isis en Horus; stèle uit het begin van haar regering. (Louvre, Parijs)

Als ik u zeg dat het rond het midden van de maand mesore was, als ik toevoeg dat het was in het vierde regeringsjaar van Kleopatra VII Filopator, als ik dat omreken naar medio augustus 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van mijn reeks over de staatsgreep van Gaius Julius Caesar. Doorgaans heet die reeks “Wat deed Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” maar vandaag heb ik over hem weinig te vertellen. In plaats daarvan gaan we naar Egypte, waarheen de verslagen generaal Pompeius, zoals we al zagen, koers had gezet.

Burgeroorlog in Egypte

Enkele jaren eerder was koning Ptolemaios XII de Fluitspeler overleden en de macht was omstreden tussen zijn oudste dochter, Kleopatra VII, en haar broer Ptolemaios XIII. Officieel was er geen vuiltje aan de lucht. De twee presenteerden zichzelf als echtgenoten. In de praktijk waren er echter spanningen. Daarin had Kleopatra aanvankelijk de overhand, maar ze werkte zichzelf in de nesten – ik blogde er al over. In de winter van 49/48 wisten de eunuch Potheinos en de rhetor Theodotos van Chios haar af te zetten. Daarbij werkten ze samen met generaal Achillas. Omdat de nieuwe junta schepen leverde aan de Senaat, die ze nodig had in de strijd tegen Caesar, erkende de Senaat Ptolemaios XIII als alleenheerser.

Lees verder “Kleopatra en haar broers”

Pompeius Junior, Scipio en Kleopatra

Oorlogsschip met een toren uit de vloot van Kleopatra (Vaticaanse Musea, Rome)

Als ik u zeg dat het 8 april was en daaraan toevoeg dat het het jaar was waarin Gaius Julius Caesar en Publius Servilius Isauricus het consulaat  bekleedden, en als ik dat omreken naar 28 februari 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” Alleen wil ik het vandaag niet over Caesar en Pompeius hebben, die we vorige keer hebben achtergelaten in de omgeving van Dyrrhachion. Dat was namelijk niet het enige strijdtoneel.

Orikon

In de eerste plaats: Orikon. Dit was de eerste haven die Caesar in het huidige Albanië had veroverd. Het grootste deel van het legioen dat de stad bewaakte, had hij inmiddels laten komen naar Dyrrhachion. Drie cohorten waren achtergebleven. Als die op sterkte waren, bewaakten ongeveer 1000 legionairs Orikon en Caesars schepen. Kolonel Manius Acilius Caninus realiseerde zich dat hij kwetsbaar was voor een aanval van overzee en had de schepen daarom in de binnenhaven gelegd. Hij had ook een schip afgezonken bij de toegang tot de buitenhaven. (Er ligt momenteel een vergeten oorlogsschip uit de Hoxha-jaren.) Op een tweede schip had Acilius een toren laten bouwen opdat zijn geschut altijd hoog stond.

Lees verder “Pompeius Junior, Scipio en Kleopatra”

Domitianus (31): Een brug in Egypte

Inscriptie uit Kift (British Museum, Londen)

Inscriptie EDCS-17100167 uit Egypte, wie kent haar niet?! De inscriptie is gevonden in Koptos aan de Nijl en documenteert hoe de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) een brug liet bouwen. Doorgaans zou u de Noordzee moeten oversteken om EDCS-17100167 te bewonderen in het British Museum in Londen, maar momenteel hoeft u niet verder dan Leiden te gaan, waar EDCS-17100167 staat opgesteld in de Domitianus-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden.

Bruggenbouwer

Imp(erator) Caesar Domitianus Aug(ustus)
Germanicus pontif(ex) maximus trib(unicia)
potest(ate) co(n)s(ul) XV censor perpetuus p(ater) p(atriae)
pontem a solo fecit
M(arco) Mettio Rufo (praef)ecto Aeg(ypti)
Q(uinto) Licinio Ancotio Proculo praef(ecto) cast(rorum)
L(ucio) Antistio Asiatico praef(ecto) Beren(ices)
cura C(ai) Iuli Magni |(centurionis) leg(ionis) III Cyr(enaicae)

Wat vertaalbaar is als:

Lees verder “Domitianus (31): Een brug in Egypte”

Domitianus (26): Farao

Domitianus als farao

Volgens een bekende etymologie is het Latijnse woord provincia afgeleid van “pro vincere”: een gebied dat is aangewezen om overwinningen te boeken. Als die etymologie correct is, is dat nogal cynisch. Het wingewest was immers al overwonnen en ingelijfd. De Romeinen gaven dan vooral aan dat ze voornemens waren door te gaan met plunderen en uitbuiten. Raubkapitalismus. Gelukkig klopt de etymologie niet. De bewoners van een onderworpen gebied hadden echter zeker aanvankelijk weinig vrolijks om naar vooruit te zien. Dat keizer Augustus beter bestuur bracht, zoals je weleens leest, is grotendeels propaganda.

Corruptie

Wat wél gebeurde is dat tijdens de Tweede Burgeroorlog bleek dat die partij zou winnen die de meeste soldaten in het veld kon brengen. Dat was de partij die het gulst was met de verstrekking van Romeins burgerrecht. Ik blogde al eens over de Lex Roscia. Zo verspreidde het burgerrecht zich over de hele Mediterrane wereld, inclusief verbeterde mogelijkheden om corruptie aan de kaak te stellen. De oudste rechtbank voor deze zaken was er al in het midden van de tweede eeuw v.Chr., maar eigenlijk werd het pas wat toen er senatoriële families kwamen uit de buitengebieden.

Lees verder “Domitianus (26): Farao”

Een Griekse Eerste Openbaring van Jakobus

Een christelijke vrouw op een vierde-eeuwse Koptische grafsteen (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Na de dood van Jezus beriepen diverse groepen zich op zijn leer. Ze legden verschillende accenten. Eén groep concentreerde zich op Jezus’ uitleg van de Wet van Mozes. In deze joods gebleven groep christenen lijkt de tekst ontstaan die bekendstaat als de Didache; hier circuleerden ook eigen evangeliën, waarvan wat zinnetjes over zijn. Deze groep lijkt Jakobus de Rechtvaardige in ere te hebben gehouden, Jezus’ in 62 geëxecuteerde broer. Zijn executie leidde tot een storm van protest onder de joodse leiders en de afzetting van de hogepriester. Dat bewijst dat Jakobus en zijn volgelingen golden als gewone joden.

Er waren meer groepen. Paulus haalde niet-joden bij het Verbondsvolk. Hier lag het accent op aanvaarding van Jezus als verlosser. De groep rond “de leerling die Jezus lief had” lijkt een vrij traumatische breuk te hebben gehad met andere joodse groepen. Hier was het accent gelegd op een platoonse uitleg van de relatie tussen hemel en aarde. We lezen over een Apollos, die ook aanhangers had. Weer iemand anders (we weten niet wie) vond leerlingen in Egypte, waar al snel een wonderlijke rijkdom aan nieuwe ideeën ontstond. Al deze groepen communiceerden met elkaar – om niet te zeggen dat ze ruzieden. Petrus zou op een of andere manier erkend zijn geweest als leider, maar ik verraad geen geloofsgeheim als ik zeg dat de brieven Paulus ruzie met Petrus documenteren.

Lees verder “Een Griekse Eerste Openbaring van Jakobus”

Nog één keer de Heerlense Fiscus-Judaicus-ostracon

Kwitantie van de Fiscus Judaicus (Thermenmuseum, Heerlen)

Het zat me niet helemaal lekker dat ik vanmorgen de tekst niet kon geven van dat Heerlense ontvangstbewijs van de Fiscus Judaicus. Vanmiddag kreeg ik van diverse kanten hulp aangeboden, en omdat de zoom-vergadering die ik vanavond had prettig snel was afgelopen, kan ik nu al het een en ander toevoegen. Laten we eens een “diplomatieke uitgave” doen: een uitgave waarbij we eerst tonen wat er feitelijk staat en daarna een op leesgemak aangepaste reconstructie.

Hier is eerst de feitelijke tekst (die niet in alle browsers goed leesbaar zal zijn).

Σαμβθίω ὁ καὶ Ἰησο Παπίου
Ἰουδ τελ ς Τραιανοῦ
τοῦ κυρίου δ ς Παχõ κθ

In een echte diplomatieke uitgave zouden de letters die ik nu heb doorgehaald, zijn aangegeven met een puntje eronder. Het betekent dat die letter niet scherp zichtbaar is. Ik kan dat hier niet namaken. Hier passen we de tekst aan op leesgemak, dus met uitgeschreven afkortingen en wat interpunctie.

Σαμβαθίων ὁ καὶ Ἰησοῦς Παπίου
Ἰουδαικοῦ τελέσματος. ς ἔτους Τραιανοῦ
τοῦ κυρίου δραχμὰς δ. Ἔτους ς Παχῶνος κθ

En de vertaling:

Sambathion, ook bekend als Jezus, de zoon van Papios,
voor de Fiscus Judaicus. Jaar 6 van Trajanus
onze heer. 4 drachmen. Jaar 6, 29 Pachon.

Die laatste datum is om te rekenen naar 24 mei 103.

De scherf komt uit Edfu en staat bekend als O. Heerlen BL 345, waarbij de O natuurlijk staat voor ostrakon. Sambathion is ook bekend van enkele andere ostraka; in Heerlen is bijvoorbeeld ook een kwitantie te zien dat hij de bodembelasting heeft betaald.

En verder vergiste ik me: de Kaufmann van wie Diepen de collectie overnam, was niet de Hongaarse geleerde, maar Karl Kaufmann.

De Fiscus Judaicus: een vergeten ostrakon

Kwitantie van de Fiscus Judaicus, 103 na Chr. (Thermenmuseum, Heerlen)

Eerst nog even iets over de Fiscus Judaicus. Ik gaf al aan dat keizer Domitianus deze alleen door joden te betalen belasting zó toepaste dat de wegen van joden en christenen uit elkaar gingen. Wie de joodse belasting betaalde, beleed een erkende vorm van monotheïsme; wie monotheïst wilde zijn zonder te betalen, riep problemen op. De synagogen hadden redenen om zich te distantiëren van de volgelingen van Jezus. De rest is geschiedenis.

Nu ik uw kennis van de Fiscus Judaicus heb opgefrist, kunnen we het hebben over bovenstaand ostrakon (beschreven scherf) uit 103 na Chr. Dit is een kwitantie die documenteert dat iemand de Fiscus Judaicus heeft betaald. Er zijn eenenzeventig van zulke scherven bekend, allemaal afkomstig uit het Egyptische Edfu en daterend uit de tweede eeuw. Het aardige is nu: het voorwerpje wordt bewaard in het Thermenmuseum in Heerlen. Hoe is het daar gekomen?

Lees verder “De Fiscus Judaicus: een vergeten ostrakon”

Textiel uit Egypte

Christelijk-Dionysische scène (eigen collectie Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

De Oudheid is vaak kleurloos. De fleurige verf die er ooit voor zorgde dat standbeelden, reliëfs en tempels fonkelden in de zon, is in de loop der eeuwen verbleekt. Pas in de negentiende eeuw ontdekten kunsthistorici dat antieke sculptuur en architectuur buitengewoon bont beschilderd waren geweest. Het vooroordeel dat alles ooit was gemaakt van stralend wit marmer, leeft echter nog in talloze stripverhalen en films.

De antieke kleurenpracht is dan ook wat moeilijk voorstelbaar, maar een enkele keer beschikken oudheidkundigen over voorwerpen waarop de antieke kleuren zijn bewaard. Zoals op het Egyptische textiel dat momenteel, nu de coronasluiting van de musea voorbij is, wordt tentoongesteld in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

De expositie is alleen al een bezoek waard omdat het materiaal niet zo vaak wordt geëxposeerd. Blootstelling aan licht doet de kleuren immers vervagen.

Lees verder “Textiel uit Egypte”

Grafportret

Grafportret uit de Kharga-oase (Louvre, Parijs)

Het is, geloof ik, langzamerhand wel bekend dat de Grieken en Romeinen hun beelden beschilderden. Ik blogde er onlangs nog over. Er zijn allerlei reconstructies van bontbeschilderde beelden, zoals de cenotaaf van Marcus Caelius en deze Augustus van Primaporta. Ik weet niet hoe het u vergaat, maar ik vind de kleuren ongeloofwaardig. Konden ze in de Oudheid nou echt niets maken dat de natuurlijke tinten beter benaderde?

Ik heb altijd gedacht dat het blijkbaar niet zo was. Die onderzoekers zouden toch wel hebben geweten wat ze deden. Maar een tijdje geleden zag ik bovenstaande kop in het Louvre. De kleuren kloppen een stuk beter. Dit is iemand die tegenover je zou kunnen staan in de metro in Cairo. De kop zou zijn gevonden in de Kharga-oase in de westelijke woestijn van Egypte, maar hij is vermoedelijk afkomstig uit een atelier in Hermopolis in Midden-Egypte en dateert uit de derde eeuw na Chr.

Lees verder “Grafportret”

Moord op de Nijl

Grafstèle van drie mannen die Besis heetten (Louvre, Paris)

Sentoöus was schipper op de Nijl. Hij leefde in de Romeinse tijd – ergens tussen het midden van de eerste eeuw v.Chr. en de vierde eeuw na Chr. – en voer heen en weer tussen Ptolemais Hermiou en het iets stroomafwaarts gelegen Antaeopolis. We weten verder niets over hem, al zal hij behalve Egyptisch wel Grieks hebben gesproken, want zijn grafsteen, hierboven, is gesteld in die taal. Die grafsteen noemt ook wat familieleden. De Griekse tekst is hier en de vertaling is:

Bied ons hulp, Heer Sarapis, want Besis de Oudere en Besis de Jongere, de twee zonen van stuurman Sentoöus uit Ptolemais, en Besis de Kanomaker, de broer van hun moeder, zijn vermoord in de haven van Pouchis bij Antaeopolis toen hun schip in brand werd gestoken.

Lees verder “Moord op de Nijl”