De schepen van Mainz

Nachbau 2 (= Mainz 3)

Ik ben al jaren niet in Mainz geweest. Dit najaar heb ik even gespeeld met de gedachte er weer eens naartoe te gaan, maar de reisbeperkingen zijn te streng voor een onbekommerd weekendje weg. Niettemin: er zijn daar prachtige musea, waarvan het Gutenberg-Museum het belangrijkste is. Er is ook een tempel voor Isis en de Grote Godenmoeder met een leuke expositie; even verderop is het Landesmuseum met een prachtig lapidarium vol inscripties en sculptuur; nog even verderop is, in dezelfde straat, het Römisch-Germanisches Zentralmuseum. Dat biedt meer dan de naam suggereert, namelijk een overzicht van de antieke cultuur van Egypte tot Byzantium, alsmede een Biergarten.

Maar wat echt bijzonder is, is het Museum für Antike Schifffahrt. De spelfout waar u als de kippen bij bent, is niet de mijne, of beter: sommigen menen dat het museum zijn naam moet spellen zoals het historisch is gegroeid, anderen vinden dat de spelling mee moet gaan met de Rechtschreibreform van ’96. Althans, dat hoorde ik de laatste keer dat ik er was. Van een suppoost die ook vertelt dat de expositiehal ooit is gebouwd als zeppelinfabriek, ben ik echter op alles bedacht. De website toont in elk geval nog steeds beide spellingen.

Nachbau 2

Afgezien van een expositie over Romeinse scheepvaart liggen hier niet minder dan zes Romeinse scheepswrakken. Ze zijn in 1981/1982 opgegraven op de plek waar de Romeinse Rijnhaven zal zijn geweest. Twee schepen zijn nagebouwd. (De andere vier waren te beschadigd.)

Het schip dat hier boven is te zien, staat bekend als de Mainz 3 ofwel: Nachbau 2. Het is dendrochronologisch dateerbaar in de late derde eeuw en zal een rol hebben gespeeld in de oorlog van keizer Constantius Chlorus tegen de Alamannen, die leefden in het Zwarte Woud.

Romeins snelvuurgeschut

De Mainz 3 was opvallend breed (ongeveer 1:5), waardoor er aan boord ruimte was voor tweemaal zeven roeiers. Het schip moet hebben gediend voor patrouilles, hoewel het ook gebruikt kan zijn voor het transport van voedselvoorraden en wapens, misschien met wat minder roeiers. De reconstructie is uitgerust met een katapult die was voorzien van een mechanisme om automatisch nieuwe pijlen in de lade te leggen. Het geschut kon die even automatisch lossen, zodat we te maken hebben met het antieke equivalent van snelvuur. Het bereik was te gering om veel praktisch nut te hebben, maar het zal indruk hebben gemaakt op de Alamannen.

Nachbau 1

De Mainz 1 (“Nachbau 1”) is jonger. Het hout is in 376 gekapt, maar het schip is later gerepareerd met hout uit 385 en 394. Dit wordt bevestigd door een bronzen munt van keizer Theodosius, geslagen na 388. Het voorwerpje is als offer geplaatst tussen de huid en de spanten.

Het scheepstype waartoe de Mainz 1 behoort, is ook van elders bekend. Het is een smalle bodem met veel roeiers (beschermd door schilden op de boorden), met een versterkte voorplecht om andere schepen te rammen. Ook de Mainz 5 behoort tot dit type, dat bedoeld zal zijn geweest om de kleine schepen van de Alamanen aan te vallen, maar ook moet hebben gediend om troepen snel naar bedreigde posities te verplaatsen.

Nachbau 1 (= Mainz 1)

[Dit was het 385e voorwerp in mijn reeks museumstukken]

Deel dit:

9 gedachtes over “De schepen van Mainz

  1. Huibert Schijf

    Het vasthouden aan een oude spelling van de naam van een instituut kennen we ook in Nederland: De Nederlandsche Bank. Het woord Schifffahrt is al decennia lang de correcte spelling. Maar juist dit woord werd vanaf de invoering van de nieuwe spelling vaak als voorbeeld gegeven van de soms ‘rare’ consequenties. Ik heb het nooit raar gevonden (Schiff heeft nu eenmaal twee ff), en ik denk dat de Duitsers er inmiddels aan gewend zijn.

  2. Pek van Andel

    Naar verluidt, Jona, staat in het Gutenberg museum de druivenpers die Gutenberg gebruikte om die om te bouwen tot drukpers. Hij gebruikte alleen ‘beproefde technieken’ om ‘boeken te drukken’, zoals we nu zeggen. Alleen de zijn combinatie en toepassing van technieken was nieuw. Het verhaal wil dat hij mee deed met de druivenoogst, toen hij op het idee kwam die druivenpers als drukpers te gebruiken door de druiven te vervangen door papier.

  3. Rudmer Koopal

    Het RGMZ is aan het verbouwen en gesloten. Bedoeling is dat de vaste tentoonstelling in 2023 weer te zien is. Schifffahrt museum is wel open. In het Landesmuseum is een mooie tentoonsteling te zien over Duitse keizers tot in april 2021.
    Helaas zijn de musea tm 30 november gesloten in Duitsland. En de vraag is of het niet wordt verlengd gszien de nieuwste besmettingscijfers. Mainz wordt voor mij denk ik volgend jaar.

    1. Otto Cox

      De musea zijn voorlopig gesloten tot en met 20 december, zegt de site. Maar ik begreep dat het de bedoelling is dat het RGMZ ergens in 2021 weer open gaat.
      Overigens vorig jaar in Mainz en het Schiffahrt mueum geweest, inderdaad de moeite waard. Mooi is dat je de nachbau naast de opgegraven resten kan zien, zodat je goed kan vergelijken.

  4. Robert

    “De Mainz 3 was opvallend breed (ongeveer 1:5), waardoor er aan boord ruimte was voor tweemaal zeven roeiers. Het schip moet hebben gediend voor patrouilles”

    Waarom?
    De tweemaal 7 roeiers plus een schipper en een stuurman zijn waarschijnlijk niet toevallig twee contubernii, de standaardeenheid van het Romeinse leger.

    Waarom patrouilles? Ik sluit het niet uit, misschien werden er schepen mee gecontroleerd, maar omdat de Germanen nooit een vloot hebben gehad buiten ‘gelegenheidsboomstammen’ en andere kleinere vaartuigen voor bijvoorbeeld de visvangst is dit schip als patrouillevaartuig minder geschikt.
    Maar als we vaststellen dat de vorm van de boeg het schip zeer geschikt maakt om aan de meeste oevers aan land getrokken te worden, komt de Mainz 2 juist in aanmerking als troepentransportschip, waarbij heel snel grote hoeveelheden op een willekeurige plek konden aanleggen. Als dat ook nog eens wordt gecombineerd met de mogelijkheid dat deze schepen als trekker dienden voor ongeroeide transportschepen, bijvoorbeeld platbodems met meer manschappen of paarden, wordt dat idee nog interessanter. De ‘Ripenses’, de Romeinse grenstroepen aan de Donau en de Rijn, waren gelegerd in forten van 200-500 manschappen, wat wel veel zou zijn als ze alleen maar patrouilles hoefden te varen.

    “Het is een smalle bodem met veel roeiers (beschermd door schilden op de boorden), met een versterkte voorplecht om andere schepen te rammen”

    Ook hier is het misschien niet toevallig dat er 30 of 32 plekken voor roeiers zijn. En wat die ‘ram’ betreft, ik herhaal dat de Germanen nooit een oorlogsvloot hebben gehad en dat dit dus een vreemd idee voor een praktisch ontwerp was. Maar misschien was het ontworpen voor een ander gebied?

    DE schilden dienen niet per se als bescherming (dan was een hoog boord een praktischer ontwerp geweest), maar moeten vooral ergens praktisch opgehangen worden – op deze manier kunnen ze naast bescherming vooral snel gebruikt worden.

    De bovenstaande ideeën kwamen op in Xanten, waar men bijna klaar is

    1. Frans

      Maar erg veel ruimte voor die troepen is er niet. Als de roeiers eenmaal op hun plek zitten, kun je niemand anders meer kwijt. Of de soldaten zelf zouden de roeiers moeten zijn, maar ik heb geen idee of dat bij de training van legioensoldaten hoorde. Kortom, veel troepen kun je met dit bootje niet transporteren.

      1. Robert

        Beste Frans,
        In een legertruck vervoer je ook niet meer soldaten dan die er op de banken zitten – het gaat om de snelheid denk ik, en minder om de aantallen.
        Daar waren de getrokken platbodems voor (of zo denken ze tenminste in Xanten waar ze al jaren aan de replicas bouwen).

  5. Tommy Heyman

    Als “Observeerder van Mainz” ben je het eigenlijk wat aan jezelf verplicht, Jona, om er in betere tijden opnieuw langs te gaan.

Reacties zijn gesloten.