De Laokoöngroep

laocoon_group_reconstruction

Oké, het beeld hierboven, dat kent u allemaal: Laokoön. Hij was een priester in Troje en had in de gaten dat het Trojaanse Paard geen geschenk aan de godin Athena was, maar vol zat met soldaten. Omdat het de bedoeling was dat de heilige veste ten onder zou gaan, zonden de goden een tweetal zeeslangen dat Laokoön en zijn zonen wurgde. Het standbeeld hierboven toont hun doodsstrijd.

Het beeld is in 1506 gevonden op de heuvel ten noorden van het Colosseum en meteen werd gezegd dat dit het beeld is dat Plinius de Oudere vermeldt in zijn Natuurlijke geschiedenis 36.37:

Van sommige beeldhouwers wordt de reputatie geschaad door het grote aantal kunstenaars dat bij uitzonderlijk mooie werken betrokken is, omdat één individu de roem niet voor zichzelf kan opeisen en men niet een aantal personen in gelijke mate kan prijzen. Iets dergelijks doet zich voor bij de Laokoöngroep die in het paleis van keizer Titus staat, een kunstwerk dat alles op het gebied van schilderkunst en sculptuur overtreft. De voortreffelijke kunstenaars Hagesander, Polydorus en Athenodorus van Rhodos beitelden uit één blok marmer volgens een overeengekomen ontwerp Laokoön zelf, zijn kinderen en de wonderlijk fraaie kronkelingen van de slangen. (Vert. J. van Gelder e.a.)

Bij de identificatie zijn drie kanttekeningen te plaatsen. De eerste is dat op die heuvel ten noorden van het Colosseum wel het badhuis van keizer Titus was, maar dat een badhuis geen paleis is. De tweede is dat de marmeren beeldengroep die daar is gevonden, niet bestaat uit één blok marmer. Het zijn er vijf. Een derde probleem is dat de namen van de beeldhouwers in 1959 in Sperlonga zijn gevonden op een ander standbeeld met een episch thema. In combinatie met enkele andere inscripties kunnen we de activiteit van het atelier dateren tussen 60 v.Chr. en 26 na Chr. Stilistisch is het exuberante beeldhouwwerk van de Laokoöngroep echter beter te plaatsen in het Pergamon van de derde en tweede eeuw v.Chr., wat vóór 1959 dan ook een gangbare interpretatie was.

Volgens mij zijn er voldoende redenen om aan te nemen dat Plinius dacht aan een ander standbeeld dan de groep die in 1506 is gevonden, maar ik ben in de minderheid. Misschien ben ik wel de enige die zo sceptisch is. Voor zover ik weet gaan alle kunsthistorici ervan uit dat Plinius de in 1506 gevonden beeldengroep beschrijft, die nu te zien is in de Vaticaanse Musea.

Of beter, daar staat het twee keer. De bovenstaande foto is namelijk een replica, waaraan wat ledematen zijn toegevoegd die in het echt ontbreken. Hier is het origineel.

De echte Laokoöngroep (Vaticaanse Musea)
De echte Laokoöngroep (Vaticaanse Musea)

Het verschil zit in de arm linksboven. Lange tijd ging men ervan uit dat die arm, zoals getoond op de reconstructie waarmee ik dit stukje opende, naar boven wees. Dat levert namelijk een mooie diagonaal op, die van de pols linksboven over de arm en de borstkas naar het been rechtsonder loopt.

In 1906, precies vier eeuwen na de oorspronkelijke ontdekking, werd op diezelfde heuvel bij het Colosseum een marmeren arm gevonden. Stevig gespierd, net als de centrale figuur in de Laokoöngroep. In 1957 hebben restaurateurs die arm toegevoegd aan het standbeeld. Steeds als ik het beeld zie, heb ik echter het idee dat die arm daar linksboven nét iets dunner is dan de schouder waaraan hij nu is bevestigd. Ik mag dan een eenling zijn als het gaat over de relatie tussen het gevonden beeld en Plinius’ tekst, ik ben bepaald niet de enige die vermoedt dat die arm behoort bij een ander beeld, en dat de oorspronkelijke reconstructie beter was.

Voor ik dit stukje in mijn eindejaarsreeks over museumvoorwerpen en veranderende interpretaties afrond, nog een slotopmerking. In 1506 hadden mensen wel vaker beelden gezien van het menselijk lijden. Ze kenden kruisbeelden en talloze afbeeldingen van heiligen die op onaangename wijze aan hun einde kwamen. In de christelijke kunst is het lijden nooit vergeefs: de kruisdood en het bloed der martelaren hadden een heilshistorische betekenis. Het lijden van Laokoön is echter alleen maar lijden. Er is geen loutering. Dat is, volgens mij, waarom dit kunstwerk zo aangrijpend is.

[Dit was de 134e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

3 gedachtes over “De Laokoöngroep

  1. John

    Paleis van Titus ? Ik dacht dat het beeld gevonden was in het Domus Aurea, het onvoltooide paleis van Nero, wat voor een groot deel aan de Trojaanse oorlog was gewijd.

Reacties zijn gesloten.