De Bataafse Opstand (5)

Romeins masker van een Germaan: let op het wonderlijke kapsel (British Museum)
Romeins masker van een Germaan: let op het wonderlijke kapsel (British Museum)

Korte inhoud van het voorafgaande: Rome verkeert in crisis. De Bataven profiteren ervan door in opstand te komen en hebben in het najaar van 69 hun eerste successen geboekt. Het feuilleton in deze Romeinenweek is gebaseerd op mijn boek De randen van de aarde (2000) en Edge of Empire (2012, met Arjen Bosman; de vertaling van de Tacitusfragmenten is van Vincent Hunink; landkaart hier).

***

Het domste wat Civilis op dit moment kon doen, was een aanval op de legioenbasis te Xanten. Geen Romeinse keizer zou die vernedering ongestraft kunnen laten. Zodra er ook maar één speer naar de wallen geworpen zou zijn, was het onvermijdelijk dat er een onverslaanbaar groot Romeins leger naar het noorden zou marcheren om de smaad uit te wissen. Het conflict tussen keizer Vitellius en Vespasianus zou eerst voorbij moeten zijn, maar wie er ook mocht winnen, de nieuwe keizer was verplicht zo’n aanval af te straffen. De Bataven wisten genoeg van het Romeinse leger om dat te weten; Civilis met zijn Romeinse burgerrecht en vijfentwintig jaren in de hulptroepen wist het als geen ander. Toch waren de Bataven vastbesloten Xanten te verwoesten en zwoer Civilis zijn haar los te laten hangen en rood te verven totdat de basis in de as was gelegd.

Het is een raadsel wat de Bataven tot hun daad heeft gebracht. In elk geval waren ze goed voorbereid, want ze waren versterkt met acht Bataafse cohorten die ooit hadden gediend in het Romeinse leger. Zoals al beschreven, hadden die in Mainz vernomen dat Vitellius hun hulp in de oorlog tegen Vespasianus nodig had. Ze waren nog maar net op weg gegaan naar het zuiden, toen ze een oproep van Civilis hadden gekregen om zich te scharen aan zijn zijde. Het Eerste Legioen Germanica uit Bonn had nog geprobeerd de overlopers tegen te houden, maar was numeriek niet opgewassen geweest tegen de 4000 Bataven.

Civilis is door de komst van de veteranen-cohorten inmiddels aanvoerder van een heus leger. Maar weet niet goed wat hij wil, houdt ook rekening met de kracht van Rome. Laat daarom alle aanwezigen trouw zweren aan Vespasianus.

Ook zendt hij een delegatie naar de twee legioenen die zich na hun nederlaag in de vorige slag hadden teruggetrokken in het kamp te Xanten, om hun dezelfde eed af te nemen. Dadelijk antwoord: advies van een verrader, van vijanden, hebben ze niet nodig. Hun keizer is Vitellius, voor hem houden ze vast aan hun trouw en hun wapens, tot de laatste snik. Die Bataafse overloper moet dus niet doen of hij het beleid van Rome bepaalt, hij kan de straf verwachten die hij voor zijn misdaad verdient.

Zodra dit aan Civilis wordt bericht ontsteekt hij in woede, heel het Bataafse volk roept hij op tot strijd. Bructeri en Tencteri sluiten zich aan, en Germanië laat zich opzwepen door de berichten. Buit! Roem!

Zo begon eind september 69 het beleg van Xanten. Slechts 5000 man, behorend tot het Vijfde en Vijftiende Legioen, verdedigden het kamp. Ondanks het feit dat ze al eens verslagen waren, waren ze gemotiveerd genoeg om een Bataafse stormloop af te slaan. Civilis’ pogingen het kamp met een belegeringstoren te nemen, hadden daardoor niet het beoogde resultaat. Dus probeerden de Bataven het kamp uit te hongeren, misschien in de veronderstelling dat Xanten slechts kleine voorraden had. Dat is althans wat Tacitus beweert en het kan waar zijn. Maar het is wel wat merkwaardig, onmiddellijk na de oogsttijd. Uiteindelijk zou Xanten het weken uithouden.

De troepen die Civilis niet nodig had, begonnen intussen met het plunderen van Belgica. Misschien dateert de muntschat van vijfenzestig zilver- en zes goudstukken uit het Nederlands-Limburgse Montfort uit deze tijd. De plunderaars bereikten uiteindelijk zelfs de 400 kilometer verderop gelegen steden aan het Nauw van Calais. In zijn beschrijving van die strooptocht vergeet Tacitus niet te alluderen aan Vergilius’ woorden dat de daar verblijvende Morini de “mensen aan het einde van de wereld” zijn, waarmee hij – voor wie dat nog niet in de gaten had – weer eens onderstreept dat de Bataafse Opstand plaatsvond op de rand van de aardschijf.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: