What have the Romans ever done for us?

ever_done

Nu de Romeinenweek ten einde aan het lopen is mogen we de vraag stellen waarom zo veel vrijwilligers zich negen dagen lang zo enorm hebben uitgesloofd om u van alles te tonen over het verre verleden. Wat drijft de re-enactors, de rondleiders, de sprekers?

Enthousiasme en plezier natuurlijk, dat op de eerste plaats. Het verhaal van de oude wereld is even spannend als Game of Thrones of The Lord of the Rings, maar het is echt gebeurd. Dat betekent dat je het niet zelf mag bedenken maar dat je een puzzel krijgt op te lossen, en die puzzel is leuk. Zoiets wil je met anderen delen. Achter alle plezier zit echter iets ernstigs. De Oudheid is om twee redenen belangrijk: receptie en continuïteit.

Eerst de receptie. Vanaf de Renaissance – en eigenlijk al wat eerder – zijn er mensen in Europa geweest die aansluiting zochten bij de antieke vormentaal. Soms was dat geestloze imitatie, soms ontstonden briljante nieuwe artistieke uitingen, meestal hangt het er tussenin, maar ze delen met elkaar dat men bewust keek naar de antieke cultuur en zélf het initiatief nam die te volgen, aan te passen, te verbeteren, te parodiëren of wat dan ook. De Oudheid is door latere generaties als norm aanvaard. Er zijn daarvan, van Palladio tot het postmoderne, legio voorbeelden te geven en die kent u ook allemaal wel – het vorige stukje, van Jeroen Pelgrom, was er een. Onze Europese cultuur is geboren in dialoog met de klassieken.

Daarnaast is er continuïteit. Dit is de wijze waarop de antieke samenleving de hedendaagse vormt. Wij ondergaan die invloed – het is dus niet een bewuste keuze die wij maken. Waar receptie afwezig is tenzij wij ervoor kiezen, is continuïteit aanwezig tenzij we ermee breken. En waar receptie het onderwerp vormt van talloze kunsthistorische beschouwingen, is continuïteit voer voor historici en sociologen. Een echte studie waarin met het sociaalwetenschappelijk instrumentarium de invloed wordt gedocumenteerd van een verleden samenleving op een hedendaagse maatschappij, is er bij mijn weten niet.

Voorbeelden zijn er echter wel. Eén daarvan kregen we afgelopen week voorgeschoteld, toen een Italiaanse rechtbank een bedelaar vrijsprak die eten had gestolen. Het eigendomsrecht van de bestolen winkelier woog volgens de rechter minder zwaar dan het recht van de dief om te overleven. Deze rangorde tussen twee basisrechten heeft zijn wortels in de Oudheid. Hier is een mooi citaat van Ambrosius, een christelijke auteur uit de late vierde eeuw die een keurig stoïcijns standpunt verdedigt:

Je geeft niets weg uit je eigen bezittingen als je een arme een aalmoes geeft. Integendeel, je geeft hem alleen iets terug, want van datgene wat de mensheid collectief is gegeven, heb jij je teveel toegeëigend. De wereld is immers aan ons allen gegeven, niet alleen aan de rijken. (Over Nabot 12.53).

Anders gezegd: de wereld is gedeeld bezit en een arme heeft daarin net zoveel rechten als een rijke. De arme mag daarom, als het erop aankomt, een brood stelen.

Nu kan iedereen tegenwerpen dat een idee twee keer kan zijn ontstaan. Een overeenkomst tussen een antieke norm en een hedendaags vonnis bewijst niet dat er sprake is van invloed. (Uitleg van eerstejaarsstof over hoe je invloed bewijst hier.) In dit geval valt echter te documenteren hoe de Italiaanse rechtbank in een traditie staat die op de Oudheid teruggaat, want juristen van alle tijden hebben deze rangorde tussen twee basisprincipes verdedigd. De zojuist geciteerde woorden dat een arme een brood mag stelen, komen bijvoorbeeld uit het canoniek recht.

Er zijn meer punten waar de antieke cultuur invloed heeft op de huidige. De volgens mij belangrijkste is culturele bescheidenheid. De Romeinen hadden er geen enkele moeite mee te erkennen dat andere volken hun vóór waren geweest en namen zonder veel problemen dingen van hun voorgangers over: kunst uit Griekenland, wapens van de Kelten, de zevendaagse week van de Joden. Het interessante is nu dat de Europeanen na de val van het Romeinse Rijk op dezelfde wijze hebben gekeken naar Rome. Die bescheidenheid – dat je van anderen kunt leren – zou weleens de voornaamste culturele erfenis van de Oudheid kunnen zijn en hét kenmerk van de Europese cultuur. (Vraag voor discussie in het café: als bescheidenheid kenmerkend is voor de Romeins-Europese traditie, is eurocentrisme dan geen verraad aan de Europese waarden?)

Ik schreef “zou weleens de voornaamste culturele erfenis van de Oudheid kunnen zijn”. Die voorzichtigheid had een reden. Op de vraag “What have the Romans ever done for us?!” zou ik namelijk wel willen antwoorden “bescheidenheid”, maar dit is dus domweg nooit onderzocht met het sociaalwetenschappelijk instrumentarium. Dat zou eens moeten veranderen, maar voorlopig is het zover nog niet.

Deel dit:

10 gedachtes over “What have the Romans ever done for us?

  1. Manfred

    “De arme mag daarom, als het erop aankomt, een brood stelen.”
    De rijke mag het in deze zaak evengoed. Mits hij genoeg honger heeft.

    “Het eigendomsrecht van de bestolen winkelier woog volgens de rechter minder zwaar dan het recht van de dief om te overleven.”
    Dit argument wordt ook gebruikt om bossen plat te branden voor landbouw. Het bos is van iedereen en we moeten allemaal toch eten, nietwaar.

    Uiteindelijk doen de arme en de rijke in mijn ogen hetzelfde, pakken wat je pakken kan en eigen behoefte eerst. Ik had er pas anders naar gekeken als de dakloze aan de winkelier had gevraagd of hij die kaas en worst ook mocht hebben in ruil voor het magazijn aanvegen ofzo.

    1. mnb0

      Als de winkelier nee zegt gaat de arme nog steeds dood.
      Dat is waar het om draait: wat staat hoger, recht op leven of recht op bezit?

      1. Manfred

        Waarom zou die winkelier nee zeggen? Acht jij die winkelier soms moreel inferieur aan jouzelf? Ik zou die dakloze een werkje geven in ruil voor die kaas, maar jij zou nee zeggen?

  2. mnb0

    “Vraag voor discussie in het café:”
    Ja. Ik heb het aldus geformuleerd: de superioriteit van de Europese cultuur bestaat in de erkenning dat de Europese cultuur niet superieur is.

      1. mnb0

        Omdat andere culturen in allerlei opzichten beter zijn en omdat neerkijken op anderen (dat is wat superioriteit betekent) een inferieure houding is.

        1. Manfred

          Maar door ‘andere culturen in allerlei opzichten beter’ te verklaren kijk jij weer neer op de Europese cultuur, wat in jouw ogen dus een inferieure houding is. Het wordt zo een taalspelletje in de vorm van Russische Matroesjka’s.

  3. Dirk

    Bescheidenheid is nu een eigenschap die ik niet met Romeinen associeer. Het hele politieke systeem draaide om eer en glorie. Ik betwijfel ook of ze er minder dan andere volkeren van overtuigd waren dat de beschaving aan de grens stopte. Ze waren zeker niet te beroerd om handige uitvindingen over te nemen van buren of vijanden, maar dat zou je ook gewoon gezond verstand kunnen noemen.
    Je kan wel zeggen dat vele Europeanen zich bescheiden opstellen tegenover de rest van de wereld (aan de rechterzijde wordt dat dan zelfhaat genoemd), maar ik vraag me af of dat nietvrij recent is. Vind je daar veel voorbeelden van terug in bijvoorbeeld de 16de eeuw of de 19de eeuw? Zou dat niet moeten om van continuïteit te kunnen spreken?

    1. Ik denk dat de civiele rivaliteit en arrogantie van de bestuurders niet hetzelfde zijn als culturele arrogantie.

      Voorbeelden van die bescheidenheid in de zestiende-negentiende eeuw: met name in de beeldende kunst. Ik denk dat het pas met de romantiek, toen “imitatie” werd vervangen door “creatie”, echt veranderde.

  4. FransL

    We zijn nu met de Romeinen bezig, maar eigenlijk zou de vraag moeten zijn: “Wat heeft Hammurabi voor ons betekend.” Hij heeft een uiterst sociale wetgeving laten beitelen die z’n weg vond door het hele mediterrane gebied; ieder volk met een eigen aanpassing.
    Toen de Romeinen in 450 tot de 10 Tafels kwamen is die invloed ook te zien. Het is alleen niet vast stellen lang welke weg dat gebeurd is, mogelijk de Phoeniciërs.
    Opmerkelijk is wel dat de 10 Tafels alleen de rechtspositie van de elite onderling regelden en dat pas na dreigementen van het plebs er 2 Tafelen bij geschreven werden zodat ook het gewone volk een rechtspositie kreeg en zich kon verdedigen.
    De tijd doet de rest.

Reacties zijn gesloten.