MoM | Wadi Awis

Rotsschildering uit de Wadi Awis

Tien jaar geleden reisde ik door de Wadi Awis, ruwweg ten oosten van Ghat in Libië. Ik zal het landschap niet snel vergeten. Uitgeblakerde zwarte rotsen en een woestijn zoals je je een woestijn voorstelt: zand, zand en nog eens zand. Een erg, in geomorfologenjargon. Het is echter, zoals ik al aangaf in mijn eerdere stukje over de Wadi Mathendous, niet altijd zo geweest. Er zijn rotsreliëfs en -schilderingen gevonden die bewijzen dat dit ooit een savanne is geweest.

De reliëfs zijn inmiddels door islamistische vandalen vernietigd en dat biedt weinig hoop voor de schilderingen, die weliswaar zijn aangebracht in abri’s, d.w.z. bewoonbare overhangende rotswanden, maar die desondanks erg kwetsbaar zijn. Het zou wel erg triest zijn als de foto’s die wetenschappers en toeristen ooit maakten, het enige zijn dat resteert van de duizenden jaren oude kunst. Maar ook al zijn de rotsschilderingen er vermoedelijk niet meer, er zijn nog nieuwe dingen over te vertellen.

Eerst even een algemene opmerking over de Sahara-kunst: die is lastig te dateren. De in de Wadi Mathendous gevonden reliëfs moeten dateren van na de laatste ijstijd en van voor de introductie van het aardewerk, dus zeg maar tussen 10.000 en 6.000 v.Chr., maar verdere precisie is eigenlijk niet mogelijk. Het zesde millennium v.Chr. was te droog voor menselijke aanwezigheid in wat toen een woestijn was. Na 5000 v.Chr. veranderde het klimaat echter, keerden de regens terug en was er weer menselijke bewoning. En deze mensen maakten rotsschilderingen. Beroemd is de “Grot van de Zwemmers” in Egypte.

We vinden op de schilderingen geen afbeeldingen meer van wilde dieren, maar wel van geiten, runderen en ezels, wat betekent dat de veeteelt inmiddels bestond. Dat brengt ons bij de datering niet veel verder, want we wisten al dat we na 5000 v.Chr. moesten zijn. Toch zijn we niet helemaal hulpeloos, want we vinden ook afbeeldingen van paarden en dromedarissen, dieren waarvan bekend is wanneer ze zijn gedomesticeerd en wanneer ze in Egypte zijn geïntroduceerd. Dat maakt ze bruikbaar om kunst in Libië en Algerije te dateren. Schilderingen van paarden moeten zijn gemaakt na 2500-1500 v.Chr. en afbeeldingen van dromedarissen na 200 v.Chr. Het is niet heel veel preciezer maar toch wel wat en het helpt ons de diverse stijlen enigszins te dateren.

De bovenstaande schildering is gemaakt in een stijl die tussen 2500/1500 en 200 valt te dateren. In Libië rekenen we dat tot het Neolithicum, zelfs als men elders al in de Bronstijd en IJzertijd is aangekomen. De abri waar de schildering is te zien staat bekend als de “Grot van de Jagers” en misschien gaat het wel om een jachtscène. Maar zoals ik onlangs beschreef hebben archeologen lange tijd gedacht dat de Prehistorie een redelijk vreedzame periode was, waardoor ze aanwijzingen voor geweld over het hoofd hebben gezien. Wellicht is de afbeelding hierboven niet zo vreedzaam. Neem de mensen links:

Jagers of krijgers?

De vreemde hoofddeksels lijken mij niet bijster praktisch bij een jachtpartij op de savanne. Zouden dit geen krijgers zijn met struisvogelpluimen op hun helm? We hebben hiervoor parallellen uit El Civil in Spanje. (Er is hier een dateringsprobleem, maar het lijkt erop dat El Civil moet worden gedateerd in het Late Neolithicum en tot dezelfde cultuurfase behoort als Wadi Awis.) Zien we hier niet een speervechter die het opneemt tegen een boogschutter? Of neem het volgende plaatje: wat gebeurt hier?

Dansers of krijgsgevangenen?

Misschien zien we van rechts naar links een danser met een speer, een vrouw, een trompetter, een andere vrouw en iemand die dansend achterover is gevallen. Maar je kunt het ook interpreteren als een krijger, een trompetter, een dode en twee vrouwelijke krijgsgevangenen. We weten het niet.

Het illustreert eens te meer een simpel methodisch punt: de interpretatie van de antieke materiële cultuur wordt sterk vereenvoudigd als je teksten bij de hand hebt. De geschiedenis van de archeologie is dan ook grotendeels samen te vatten als een reeks pogingen deze beperking te overwinnen – en dat verhaal is in feite een triomf. Weinig vakgebieden hebben zich zo snel vernieuwd.

Meer informatie over Libische rotskunst hier.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

11 gedachtes over “MoM | Wadi Awis

  1. FrankB

    “gedacht dat de Prehistorie een redelijk vreedzame periode was”
    Dat ligt wel voor de hand. De Aarde was dunbevolkt, dus er was veel ruimte, dus men liep elkaar niet voor de voeten. Zo is de gedachte.
    Alleen heeft Homo Sapiens de onhebbelijke gewoonte (vrijwel?) altijd en overal oorlog te voeren. Zie de Papoea’s op Nieuw Guinea en de Indianen van Zuid-Amerika. En de Inuit presteerden (in Groenland) wat de West-Europeanen niet konden: de Vikings en Noormannen eruit schoppen.

    https://www.canadiangeographic.ca/article/reverse-colonialism-how-inuit-conquered-vikings

    Dit klopt trouwens niet: “as the Vikings gave up their old ways, they also lost much of their fierce reputation as warriors and raiders.”
    In Normandië en Zuid-Italië bleven ze even geducht als altijd nadat ze hun oude manieren opgaven.

    Dus waarom zou het in de Prehistorie anders toegegaan zijn? Wellicht kwam oorlog minder vaak voor omdat men elkaar minder vaak tegenkwam.

    1. Rudmer Koopal

      Geen idee wat je met het Noormannen/ Vikingen voorbeeld wilt. Na 1300 zijn er geen Noormannen/ Vikingen meer in op Groenland of IJsland. De Thule komen in contact met christelijke Noren, die al lang geen Vikingen meer zijn. De laatste Noren verlaten Groenland pas tussen 1450-1500. Met die klop van de Thule viel het dus wel mee. Sinds 1250 verlaten Noren Groenland al omdat veeteelt niet meer mogelijk was door begin van de kleine IJstijd en handel en scheepvaart door de ijsschotsen onmogelijk werd.
      En dan die andere voorbeelden als vergelijking om een punt te maken met Groenland. Normandie is in 1300 al lang een gewoon Frans/ Engels hertogdom en het Normandisch koninkrijk is al bijna een eeuw daarvoor opgedoekt.
      Ergo, deze voorbeelden snijden totaal geen hout.

      1. FrankB

        “viel het dus wel mee”
        Een subjectieve beoordeling gebaseerd op eenzijdige aannames, zoals

        “christelijke Noren, die al lang geen Vikingen meer zijn”.
        Alsof de bekering hen in pannenlappen hakende bidfanaten hadden veranderd. De burgeroorlog in Noorwegen van 1130 tot 1240 werd vast niet met haaknaalden uitgevochten.
        U zou ook het artikel kunnen lezen.

        “The surviving written records from the Norse tell of attacks by the invaders. Some of the sources even say the Thule newcomers massacred a whole Norse settlement.”
        Toch schrijft u

        “Geen idee ….”
        Staat toch expliciet hier.

        “Alleen heeft Homo Sapiens de onhebbelijke gewoonte (vrijwel?) altijd en overal oorlog te voeren.”
        Maar als u het verband niet ziet kan ik u niet helpen, vrees ik. Misschien is een cursus begrijpend lezen iets voor u. Helaas ben ik niet gekwalificeerd om u die aan te bieden. Mijn verontschuldigingen daarvoor.

        1. Rudmer Koopal

          Wat een interessante redeneringen. Als je het niet kunt weerleggen dan zeg je gewoon dat de ander subjectief is en niet kan lezen.
          Hulde voor deze buitengewone analyse.
          En ik neem de oprechte verontschuldiging van u graag aan.

  2. FrankB

    “de interpretatie van de antieke materiële cultuur wordt sterk vereenvoudigd als je teksten bij de hand hebt.”
    Het omgekeerde geldt natuurlijk net zo hard. De interpretatie van teksten wordt sterk vereenvoudigd als je relevant spul hebt opgegraven. Het wetenschappelijk principe dat hier opgaat is welbekend:

    https://www.livescience.com/21491-what-is-a-scientific-theory-definition-of-theory.html

    Ik wordt niet enthousiast van de wetenschapsfilosofie in deze link (met name “The process of becoming a scientific theory” is bepaald geen accurate beschrijving van de wetenschappelijke werkwijze en het onderscheid tussen hypothese en theorie is zo gekunsteld dat we het niet-bestaand kunnen noemen) maar het gaat mij hierom:

    “The University of California, Berkley, defines a theory as “a broad, natural explanation for a wide range of phenomena. Theories are concise, coherent, systematic, predictive, and broadly applicable, often integrating and generalizing many hypotheses.”
    Daarom ergert JL zich volkomen terecht als archeologen, classici en oudhistorici weigeren hun ivoren torens uit te komen, zodat ze door kunnen gaan elkaar lekker te negeren.
    We hebben hier te maken met twee tegenstrijdige hypotheses: wel oorlogstaferelen of geen oorlogstaferelen. De wetenschappelijke methode eist dan extra empirische data om te kunnen beslissen welke waarschijnlijk incorrect is (want er zijn altijd extra hypotheses mogelijk waar we nog niet aan gedacht hebben). Zoals literatuur (want zekerheid verkrijgen we nou eenmaal nooit en dus moeten we niet zomaar het woord bewijzen gebruiken).

  3. Frans

    Weer een andere interpretatie: misschien zijn die krijgers wel goden met dierenkoppen net als in het oude Egypte. En wie zegt dat die figuurtjes in die grot in Egypte zwemmers zijn?

  4. Johan Leestemaker

    Medellín, 21 mei 2018

    Wellicht kan het ook helpen om de blik te verruimen door kennis te nemen van het werk van Marcel Griaule en Marlene Dieterlen, en eveneens van Jean Leclant.

    Indien meer (archeologisch) onderzoek materiaal zou kunnen aanvoeren om de hypothese van (vroege) migratie via de Dogon vanuit Egypte via Libye richting de kliffen van Biangara (Mali), dan zou een beter comparatief kader ter beschikking staan dan de focus op alleen de Wadi te bieden heeft.

    De Dogon zouden dan beschouwd kunnen worden als verre erfdragers van passage door en wellicht (mede-)vormgevers van dat wat nog resteert op de rotswandschilderingen inde Wadi. De (sterk) gekunstelde vergelijking met Spanje, zoals Lendering die hier presenteert, zou dan ook volkomen overbodig worden.

    Zie voor Dogon expertise in Nederland het werk van de Utrechtse antropoloog Wouter van Beek, en zie ook deze leuke, kleine publicatie van Leclant (https://www.archeonil.fr/revue/AN00-1990-Leclant.pdf).
    Een korte samenvatting is te vinden in de volgende link: http://www.crystalinks.com/dogon.html

    In Nederland heeft het echtpaar (prof) Joop en Gonny van Stigt, enorme delen van hun vermogen ingezet ter redding van de de Dogon, zowel de mensen, als hun cultuur. De bibliotheek van de Van Stigts is in Nederland een unieke, zeer omvangrijke en gedetailleerde schatkamer op het gebied van kennis omtrent de Dogon.

    Zie ook: https://partnerspaysdogon.nl/en/nieuws/2016/10/tribale-kunst-van-dogon-en-tellem-uit-de-collectie-joop-van-stigt/ en

    Niemand in Nederland heeft me zoveel volharding, zoveel respect, en zoveel kunde en kennis, gewerkt aan het behoud van de Dogon cultuur als mijn naamgenoot en vriend (Johan) Joop van Stigt, dwars tegen de onwetende iconoclasten van Mali in.

    Joop´s ziel rust hoog in de kliffen van de rotswand in Dogonland. Wellicht kan Lendering zich eens verplaatsen naar Mali en Dogonland, in plaats van telkens weer al platgetreden paden elders te bewandelen. Heus, het helpt.

  5. Johan Leestemaker

    @ allen. Mijn spijt omtrent de wegvallende tekstdelen en spelfouten. Internet valt hier telkens uit in de regentijd, en hier eerder getypte teksten verdwijnen ´spontaan´ na verzending.

    Een kardinale fout van mijn kant is de voornaam van de (grote) mevrouw Dieterlen – Teissier du Cros.

    Zij heette Germaine. Mea maxima culpa.

    (Germaine was een zeer goede vriendin van Joop en Gonny van Stigt).

    https://es.wikipedia.org/wiki/Germaine_Dieterlen

Reacties zijn gesloten.