Byzantijnse krabbel (1): Constantijns stad

De zuil van Constantijn, centrum van Constantinopel, centrum van het Byzantijnse Rijk

In 324 versloeg Constantijn zijn medekeizer en zwager Licinius, met wie hij aanvankelijke bevriend was geweest maar van wie hij in de loop der jaren vervreemd was geraakt. Constantijn verwierf nu het bevolkingsrijke Klein-Azië, het oeroude en welvarende cultuurgebied Syrië alsmede Egypte, de spreekwoordelijke graanschuur van de antieke wereld. De organisatie van de nieuwe provincies vergde ’s keizers persoonlijke aandacht en dus verplaatste hij zijn residentie naar het oosten.

Dat was niet ongebruikelijk. Zijn vader Constantius had eerst zijn residentie gehad in Aquileia, later in Trier en zijn laatste regeringsjaren verbleef hij vaak in Londen, hoewel hij overleed in York. Zijn collega Galerius hield hof in achtereenvolgens Antiochië, Sirmium en Thessaloniki en stierf in Sofia. Het idee dat er één hoofdstad was, was de Romeinen vreemd: de regering zetelde waar de keizer was en die was eigenlijk voortdurend op reis. Dat neemt niet weg dat er steden waren waar zo’n vorst graag terugkeerde en waar mensen heen kwamen die hem moesten spreken. Daar verrezen dan een werkpaleis, een woonpaleis, een ontvangstzaal (basilica in jargon), een badhuis en een hippodroom. Zo ook in de stad die Constantijn, na te hebben geresideerd in Trier, Milaan en Thessaloniki, in de zomer van 324 uitzocht: Byzantium.

De aanleg van de paleizen was business as usual maar ging samen met stadsuitbreiding en de constructie van een nieuw forum. Dit was iets ongebruikelijker. Waar we de keizerlijke residenties uit deze tijd goed kennen, zoals in Thessaloniki, werd de stad niet uitgebreid als de keizer er zijn intrek nam. Dat zou ook vreemd zijn, want n deze periode nam de bevolking van het imperium af en het gebeurde maar zelden dat een stad groeide. Misschien wilde Constantijn een oud ritueel in herinnering brengen: de verlenging van het pomerium, de rituele stadsgrens, door keizers die een provincie aan het wereldrijk hadden toegevoegd. Dit is bekend van Vespasianus, Trajanus, Hadrianus en Marcus Aurelius (postuum): precies de keizers met wie Constantijn zich ook associeerde in zijn ereboog. Dit kan toeval zijn, maar uitbreiding van het pomerium zou goed passen in Constantijns propaganda, waarin alles draaide om het herstel van de gouden eeuw tussen Vespasianus en Marcus Aurelius.

Constantijn zou in Byzantium blijven terugkomen en zijn zoon Constantius II nam de stad eveneens als residentie. Hij kon, doordat het rijk wat stabieler was, wat honkvaster zijn en nodigde de Senaat uit ook naar Byzantium te verhuizen, waardoor het rijk voortaan twee hoogste colleges van staat had. De stad kreeg nieuwe namen, zoals Nova Roma en Constantinopel (“Constantijnstad”). Vanaf deze tijd ontstonden de verhalen over de wonderen die aan de stadstichting vooraf waren gegaan. Zo vertelde men dat Constantijn zijn beroemde visioen had gehad vóór de veldslag tegen Licinius en de daaropvolgende stadsstichting. Een ander verhaal kwam erop neer dat de keizer plannen had voor een compleet nieuwe hoofdstad, die hij wilde bouwen op de vlakte voor Troje, tot hij droomde dat God hem persoonlijk beval uit te wijken naar Byzantium.

Een middeleeuwse sage, opgetekend door Willem van Malmesbury, komt erop neer dat Constantijn een droom had van een oud, rimpelig vrouwtje dat plotseling veranderde in een mooie jonge vrouw. Nog verbaasd wat deze droom zou hebben betekend, droomde de keizer opnieuw en nu verscheen hem paus Sylvester, die hem uitlegde dat de jonge vrouw de stedenmaagd was van de nieuwe stad, die dus jong en sterk, vruchtbaar en vitaal zou zijn.

Een bijzondere stad moest een bijzondere voorgeschiedenis hebben – maar de feiten zijn soberder: Constantijn had een oostelijke residentie nodig. Dat het een nieuwe, christelijke hoofdstad zou worden, was in 324 niet voorzien.

Wie momenteel Istanbul bezoekt, zal weinig meer van de oorspronkelijke residentie zien: het paleis is overbouwd door de Blauwe Moskee, de christelijke kerk van de Heilige Vrede is zelden toegankelijk, de hippodroom is alleen herkenbaar als een langgerekt park en op het voormalige forum staat nog altijd – zwartgeblakerd tijdens stadsbranden, bij elkaar gehouden door ijzeren banden, met sporen van een blikseminslag – de Zuil van Constantijn.

Constantinopel werd de hoofdstad van wat doorgaans het Byzantijnse Rijk werd genoemd. De geschiedenis daarvan is natuurlijk een voortzetting van de Romeinse, maar er is één cruciaal verschil, waar de Byzantijnse geschiedenis diametraal tegengesteld is aan de Romeinse. De geschiedenis van het imperium Romanum is met het verstrijken van de eeuwen steeds minder een geschiedenis van de stad Rome. Integendeel, het wordt steeds meer het verhaal van de provincies (“Rome n’est plus dans Rome, elle est toute où je suis”) en zoals we al zagen zwierven de keizers langs de diverse residenties. In de geschiedschrijving van het Byzantijnse Rijk ligt de nadruk echter op de hoofdstad. Eigenlijk zouden we niet moeten spreken van een Rijk van Rome, maar van een Mediterraan wereldrijk, en zouden we het niet moeten hebben over een Byzantijns Rijk, maar over het Rijk van Constantinopel.

Deel dit:

12 gedachtes over “Byzantijnse krabbel (1): Constantijns stad

  1. >> De regering zetelde waar de keizer was en die was eigenlijk voortdurend op reis.

    Dat was voor de Middeleeuwse vorsten niet anders. Het hof verplaatste zich. Voor de bewoners van de plaats waar de koning zich verwaardigde neer te strijken was dat een dure grap, want die moesten zijn complete entourage van voedsel voorzien.

  2. Robert Vermaat

    “Constantinopel werd de hoofdstad van wat doorgaans het Byzantijnse Rijk werd genoemd. ”
    “.. en zouden we het niet moeten hebben over een Byzantijns Rijk, maar over het Rijk van Constantinopel.”.

    Neen. We hebben het al eens eerder hierover gehad Jona, en je kent de argumenten. De term ‘Byzantijns’ werd hier pas na de 17e eeuw gemeengoed, in een reactie die de politieke en religieuze machthebbers in West-Europa moest afzetten tegen wat natuurlijk de rechthebbende erfgenamen van het Romeinse Rijk waren geweest. De ultieme triomf van de pausen over hun tegenstanders in het oosten. Want eeuwenlang werd Constantinopel door niemand hoofdstad van het ‘Byzantijnse Rijk’ genoemd, maar hoofdstad van het Romeinse Rijk. ‘Byzantijns’, is nu, naast een negatieve betekenis, vooral gemakzucht van wetenschappers.

    “zijn zoon Constantius II nam de stad eveneens als residentie. Hij kon, doordat het rijk wat stabieler was, wat honkvaster zijn. ”
    Hij deed veel meer. Door een tweede senaat te creëren in Constantinopel zette hij Rome op de definitieve tweede plaats. Al snel verhuisden de machtige families, vaak met allerlei fysieke snuisterijen, van de oude stad naar de nieuwe.

    1. Ik denk dat je ingeburgerde termen moet aanpassen door te zeggen “was ooit negatief bedoeld maar zo bedoelen we het niet”. Cf. “Middeleeuwen” en “Sumerische Renaissance”. Anders verval je tot een soort essentialisme, waarbij de oorspronkelijke betekenis een woord normatief wordt – en dat is gewoon niet hoe taal werkt.

      Ik heb Constantius’ Senaat aan de tekst toegevoegd want dat is wel belangrijk.

  3. FrankB

    “Het idee dat er één hoofdstad was, was de Romeinen vreemd.”
    Toch niet. Tijdens de Republiek kon er van een mobiel politiek centrum geen sprake zijn. Ik vind het juist een interessante ontwikkeling dat het zich ging verplaatsen tijdens het Keizerrijk. Het is één van de beste voorbeelden hoe de Middeleeuwen hun wortels in de Oudheid hebben. Het illustreert ook de toenemende irrelevantie van de Romeinse Senaat, die het opmerkelijk genoeg langer volhield dan de West-Romeinse keizers. Voor mensen met politieke/politicologische belangstelling, zoals ik, is zoiets fascinerend. Er zijn immers ook talrijke monarchieën die zich wel langdurig op één plaats vestigen. Dan hebben we ook nog die eigenaardige Nederlandse constructie, waar de regeringszetel zich wel blijvend in dezelfde plaats, maar zich niet in de hoofdstad bevindt en het staatshoofd zowat met elke troonopvolging een andere residentie kiest. Het is al even intrigerend dat het Oostelijke Rijksdeel wel een vaste hoofdstad kreeg (Constantinopel) en het Westelijke deel niet. Omdat mensen nu eenmaal patronen ontwaren ook al zijn ze er niet vraag ik me onwillekeurig af of deze stabiliteit eraan heeft bijgedragen dat het Romeinse Rijk in het Oosten voortduurde en in het Westen verloren ging. Mobiele hoofdsteden waren in de Middeleeuwen immers ook sterk gecorreleerd aan politieke instabiliteit. Maar ja, correlatie is nog geen causatie.

  4. FrankB

    “Eigenlijk zouden we het niet moeten hebben van een Rijk van Rome”
    Zoals Robert V hierboven illustreert hebben we naar ik vrees te maken met een onoplosbaar probleem. Als we het over het British Empire hebben, over het Duitse Keizerrijk of over het Habsburgse Rijk gebruiken we ook niet de termen Rijk van Londen, Rijk van Berlijn of Rijk van Wenen.
    Helaas heeft elke andere term eveneens bezwaren. Voor Byzantium zie hierboven – het ontkent continuïteit.
    Romeinse Rijk deugt niet voor de periode van pakweg 600 tot 1450 CE omdat het de verschillen met het verenigde Keizerrijk van Augustus tm iig Constantijn ontkent. Dat dit probleem eeuwenlang niet erkend werd wil niet zeggen dat wij in de 21e Eeuw er onze ogen voor moeten sluiten.
    Oost-Romeinse Rijk slaat nergens op omdat na 476 CE er geen West-Romeins Rijk meer was.
    Het goede bericht: als je het dan toch altijd fout doet hoef je je er ook niets van aan te trekken. Gebruik dus lekker Rijk van Constantinopel als je dat beter bevalt.

    1. Ben Spaans

      ‘Rijk van Constantinopel’ – dan weet niemand meer waar het over gaat.

      Procopius/Prokopios kwam eerder deze week aan de orde met de walvis – hij lijkt vaak de naam Byzantium/Byzantion voor Constantinopel te gebruiken – deed hij dat zelf of misleiden de vertalingen hiet?

      1. eduard

        Nee, dat is juist vertaald, maar Procopius gebruikte een opzettelijk ouderwets Grieks om op de klassieken te lijken, vooral op zijn grote voorbeeld Thucydides, en Byzantium was de oude Griekse naam van de nederzetting die Constantinopel zou worden.

  5. Roger van Bever

    Nog een paar opmerkingen:

    1. De uitdrukkingen Byzantijnen, Byzantium, Byzantijns, het Byzantijnse Rijk, die nu gemeenlijk gebruikt worden, werden voor het eerst ‘bedacht’ in de geschiedschrijving van ‘Rome’ in 1557 door de Duitse historicus Wolf. Zijn bedoeling was de geschiedenis van het West-Romeinse Rijk (toen alles vanuit Rome gebeurde) te onderscheiden van die van het Oost-Romeinse Rijk waarvan hij de geschiedenis beschouwde als een Griekse midddeleeuwse geschiedenis. Toch is het zo dat de inwoners van het Byzantijnse Rijk zoals bekend zichzelf niet als een erfgenaam van Rome beschouwden maar als echte Romeinen. Zie onder het kopje Nomenclature van: https://www.wikiwand.com/en/Byzantine_Empire

    2. « Je n’appelle plus Rome un enclos de murailles
    Que ses proscriptions comblent de funérailles :
    Ces murs, dont le destin fut autrefois si beau,
    N’en sont que la prison, ou plutôt le tombeau ;
    Mais pour revivre ailleurs dans sa première force,
    Avec les faux Romains elle a fait plein divorce ;
    Et comme autour de moi j’ai tous ses vrais appuis,
    Rome n’est plus dans Rome, elle est toute où je suis. »
    — (Acte III, Scène 1)

    Dit komt uit de tragedie ‘Sertorius’ van Pierre Corneille en ik geloof dat de teneur van wat jij eronder verstaat, namelijk dat er steeds meer sprake was van decentralisatie. De mensen in de provicies die burgerrecht hadden vonden dat ze niets minder waard waren dan de Romeinen in Rome en de rest van Italië. Alleen laat Corneille het eerder spelen, nl. in de burgeroorlog tussen Marius en Sulla, waarin Sertorius probeerde van Romeins Hispania een ‘republiek à la Romaine’ te maken inclusief senaat.
    Voor het leven van Sertorius: https://www.wikiwand.com/nl/Quintus_Sertorius

  6. Rob Duijf

    ‘Het idee dat er één hoofdstad was, was de Romeinen vreemd: de regering zetelde waar de keizer was en die was eigenlijk voortdurend op reis.’

    Het is waar dat de Romeinse keizers over het algemeen veel op reis waren, in verband met hun vele veldtochten. Ze regeerden vanuit hun tijdelijke verblijfplaatsen. Dat neemt niet weg dat Rome tot en met de Severische dynastie de officiële residentie was.

    Bij mijn weten was Maximis I Thrax (r. 235-238) de eerste keizer die nog nooit in Rome was geweest. Met zijn aantreden begon de crisis van de derde eeuw.

    ‘(…) de hippodroom is alleen herkenbaar als een langgerekt park (…)’

    Kom, kom Jona… Op het huidige Sultanahmet Meydanı-plein (het Paardenplein) aan de voet van Hagia Sofia en de Blauwe Moskee, valt nog wel nog wel wat meer te zien, hoor! Bijvoorbeeld de ‘Bronzen obelisk’ en de ‘Obelisk van Thoetmosis III’, ook bekend als de ‘Obelisk van Theodosius’ en de bronzen ‘Slangenzuil’. Die staan nog op de spina, die destijds de baan van het Hipodrome scheidde. De ovale vorm van het Hippodrome is bewaard gebleven en het zuidelijke deel is zelfs nog gedeeltelijk te volgen, al is het gebouw zelf verdwenen.

    Onder het plein bevindt zich nog de Basilica Cisterne, een groot waterreservoir uit de zesde eeuw, aangelegd tijdens de regering van keizer Justinianus. Wie Istanboel bezoekt, moet daar een kijkje nemen. Het is bijzonder indrukwekkend! De cisterne wordt ondersteund door 300 palen, die feeëriek worden uitgelicht.

  7. Cees van Raak

    Is dat de cisterne die te zien is in “From Russia with love”, de tweede James Bond-film (1963)?

Reacties zijn gesloten.