Het Byzantijnse Rijk (3): Diminuendo

Alexios I Komnenos (Chora-kerk, Istanbul)

In mijn eerste blogje over het Byzantijnse Rijk gaf ik een algemene typering. In het tweede schetste ik de vroege bloeiperiode, de door de Avaren en Arabieren ingeleide crisis en het herstel onder de Macedonische dynastie. Op deze bloeiperiode volgde een periode van verval: de laatste van de drie perioden waarin historici het millennium van Byzantijnse geschiedenis onderverdelen.

Crisis

Door de val van Sirmium was de landweg tussen Constantinopel en West-Europa afgesloten en het Byzantijnse Rijk, met zijn eeuwige grensconflicten in het oosten, ontwikkelde zich anders dan de koninkrijken in het westen. Er bleven handelscontacten, veelal via Italiaanse steden als Amalfi en Venetië. Geleidelijk aan kregen die meer invloed, zodat de handel in de Byzantijnse wereld niet langer het monopolie was van de Byzantijnen zelf. De beginnende handelsconflicten werden aangewakkerd toen de paus en de patriarch van Constantinopel in 1054 elkaar verketterden over de natuur van de Heilige Geest. Een volgend probleem was de opkomst van Byzantijnse aristocratische families, die maar weinig bereid waren hun privébelangen ondergeschikt te maken aan het algemeen belang.

Lees verder “Het Byzantijnse Rijk (3): Diminuendo”

Het Byzantijnse Rijk (2): Bloei

Mozaïek uit de Hagia Sofia

[Tweede van drie blogs over het Byzantijnse Rijk. Het eerste was hier.]

De Byzantijnse geschiedenis begint op het moment dat de Romeinse keizers Constantinopel in gebruik namen als voornaamste keizerlijke residentie. Wie een datum zoekt, zou 11 mei 330 kunnen noemen, maar iedereen begrijpt dat het niet op een dag eerder of later steekt. De geschiedenis eindigt in elk geval op een heel precies moment: op 29 mei 1453. Toen veroverde de Ottomaanse sultan Mehmet II de stad. Ik blogde er al eens over. Historici verdelen het tussenliggende millennium in drie perioden.

Justinianus

De eerste daarvan, van 330 tot 867, is te typeren als ontstaan, crisis en voortbestaan. Tijdens de regering van Justinianus (r.527-565) deden de Byzantijnen een laatste poging de westelijke provincies van het voormalige Romeinse Rijk te heroveren. Dit plan slaagde grotendeels: generaal Belisarius heroverde de rijke provincies in Italië en Afrika, de steden in Libië verjongden (de Ananeosis) en Byzantijns goud kocht invloed in Frankisch Gallië en Visigotisch Spanje. De hervonden eenheid werd gevierd met de bouw van de kerk van de Heilige Wijsheid, de Hagia Sofia, in Constantinopel. De prijs voor de hereniging was echter hoog. Justinianus moest de Sasanidische Perzen afkopen en kreeg te maken met stevig verzet, bijvoorbeeld in Ostrogotisch Italië.

Lees verder “Het Byzantijnse Rijk (2): Bloei”

Het Byzantijnse Rijk (1): Ontstaan

Het wapen van het Byzantijnse Rijk: de adelaar (Gouden Poort, Istanbul)

Ik heb nog nooit systematisch geblogd over het Byzantijnse Rijk. O zeker, het machtigste keizerrijk uit de Middeleeuwen is op deze plaats zo nu en dan aan de orde geweest. Er is zelfs een reeks krabbels geweest. Maar een systematisch overzicht ontbreekt en daar moet rap verandering in komen. Vind ik dan.

Byzantion

Om te beginnen: Byzantion was een kleine maar belangrijke stad aan de Bosporus, de zeestraat die de Egeïsche Zee via de Zee van Marmara verbindt met de Zwarte Zee en die Europa scheidt van Azië. Een kleine anderhalve eeuw, van 479 tot 334 v.Chr., markeerde de stad de grens tussen de Griekse en de Perzische wereld. Later was het de verbinding tussen Macedonië en het Seleukidische Rijk. In de Romeinse wereld, waarin het belang van de handel geleidelijk toenam, nam ook het belang van Byzantion toe.

Lees verder “Het Byzantijnse Rijk (1): Ontstaan”

De zeven wereldwonderen

De piramiden van Giza zijn het enige van de zeven wereldwonderen dat nog iets voorstelt.

De oudste vorm van wetenschap, nog ouder dan het herkennen van patronen, is het maken van lijstjes. We kennen uit het oude Nabije Oosten opsommingen van houten voorwerpen, van steden, van gebeurtenissen, van woorden in vreemde talen en van pythagorese getallen, en we spreken wel van Listenwissenschaft. De Nederlandse geleerde M.A. Beek opperde eens dat die lijstjes “wijsheid” heetten en dat de Bijbelse constatering dat koning Salomo “veel wijsheid” bezat, niets meer is dan een verwijzing naar een grote mand vol kleitabletten.

Hellenistische lijsten

De oude Grieken deden hetzelfde. In HomerosIlias vinden we de Scheepscatalogus, in de Odyssee een overzicht van vrouwen die iets met Zeus hebben gehad en HesiodosTheogonie is een schitterende lijst van goden en godinnen. Ik vertelde al eens dat in de hellenistische tijd lijsten ontstonden van bewonderenswaardige en navolgenswaardige Griekse auteurs, onderverdeeld naar genre (epische dichters, tragische toneelschrijvers, geschiedschrijvers enz.).

Lees verder “De zeven wereldwonderen”

F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din

Fakhr-ad-Din Ma’n

[Laatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Sultan Murad IV

De bloei van het rijk van Fakhr-ad-Din was mogelijk doordat het Ottomaanse Rijk bezig was met oorlog tegen de Perzen en Russen. Bovendien waren de sultans niet bijster competent, terwijl grootviziers en andere bestuurders elkaar zo snel afwisselden dat zelden sprake was van consistent beleid. In 1623 trad echter een sultan aan die uit ander hout was gesneden: Murad IV. Hij stuurde al snel een vloot om de al te autonome emir tot de orde te roepen, maar Fakhr-ad-Din zorgde dat hij ergens in het binnenland verbleef en tipte de admiraal dat er christelijke piraten in de buurt waren. De admiraal ging er achteraan, zijn ondergang tegemoet. Fakhr-ad-Din had namelijk ook de piraten gewaarschuwd en die onthaalden de Ottomaanse vloot met dodelijke efficiëntie.

Lees verder “F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din”

De slangenzuil van Delfi

De sokkel van de slangenzuil in Delfi

Eind september 480 v.Chr. versloegen de Griekse schepen de Perzische in de zeeslag bij Salamis. Hiermee lijken de Perzen, die probeerden de Griekse stadstaten te onderwerpen, hun overmacht ter zee te hebben verloren, al moet hierbij meteen worden aangetekend dat onze belangrijkste bron, Herodotos, eveneens vertelt dat het Fenicische eskader wegvoer. We weten niet waarom dit gebeurde, maar het kan weleens belangrijker zijn geweest dan de roemruchte zeeslag.

In elk geval werd het voor de Perzen moeilijk hun landleger voldoende te steunen. In de zomer van 479 slaagden de Grieken er in een zenuwenoorlog in Boiotië in ook de Perzische cavalerie en infanterie terug te drijven. Na deze slag bij Plataia vielen de Grieken nog allerlei Perzische posities aan, culminerend in de val van Eïon, mogelijk het belangrijkste Perzische fort in Europa. De Grieken vierden hun overwinning met een monument in Delfi.

Lees verder “De slangenzuil van Delfi”

Geliefd boek: Sixteen Ways to Defend a Walled City

Wat is er passender dan tijdens een lockdown een boek lezen over een langdurig beleg? Maandenlang de stad niet uit kunnen vanwege een vijand die met ontelbare aantallen voor de poort staat? Dat is precies waar Sixteen Ways to Defend a Walled City van K.J. Parker over gaat. Historisch geschoolde lezers zullen in de stad – die Parker overigens nergens bij naam noemt – Constantinopel herkennen, vermengd met een vleugje Rome.

Door een combinatie van sluwheid (van de belegeraars) en stommiteit (van de keizerlijke bevelhebbers) staat een overmacht van tienduizenden belegeraars tegenover een paar honderd stadswachten, ongewapende burgers en een regiment geniesoldaten. Zij worden aangevoerd door de cynische en recalcitrante bevelhebber van de genietroepen, die op het verkeerde moment op de verkeerde plaats zijn. Of misschien toch op het juiste moment op de juiste plaats. Orhan, de bevelhebber, moet niet alleen zien af te rekenen met alle aanvallen en listen van de belegeraars, maar ook met de verdeeldheid en uiteenlopende belangen van senaat, adel en andere groepen in de stad. Het ene probleem is nog niet opgelost of het volgende dient zich aan. Zoals op het moment dat Orhan op bezoek gaat bij keizer Clemens IV om officieel tot bevelhebber te worden benoemd. Of als de vraag zich aandient of je Blauwen en Groenen (ja, het lijkt op Constantinopel) voor je karretje kan spannen. Of als de beste stormram die je ooit hebt gezien op jouw stadspoort komt afgerold. En je tegelijk dringend de bevelhebber van de belegeraars wilt spreken.

Lees verder “Geliefd boek: Sixteen Ways to Defend a Walled City”

De maan en de ster van Byzantium

Munt uit Byzantion

Hé, dat wist ik niet. Dat van die munt hierboven dus. Ik had altijd gedacht dat de Turkse vlag, met die maansikkel en die ster op een rode achtergrond, een Ottomaans ontwerp was. De legende, waarover ik weleens heb geblogd, wil dat de Turkse sultan Mehmet de Veroveraar, toen hij Constantinopel had ingenomen, de reflectie van de maan en een ster zag in een plas bloed en dat dit de reden was waarom de Turkse vlag eruit ziet zoals ze eruit ziet. Legende, zeker, maar in elk geval een verhaal uit de Ottomaanse tijd. Nooit heb ik gedacht dat het ontwerp ouder zou kunnen zijn.

De combinatie van ster en maan is echter al te vinden op munten die in de eerste eeuw v.Chr. in Byzantium zijn geslagen. Anderhalf millennium dus vóór de val van Constantinopel. Ook hierover bestaat een legende.

Lees verder “De maan en de ster van Byzantium”

Byzantijnse krabbel (10): Een IJslander in Constantinopel

Een generaal en zijn lijfwacht (elfde-eeuwse fresco uit de St.Nikolaas-kerk in Myra)

IJsland, in het uiterste noordwesten van Europa, zal niet de eerste plaats zijn om informatie te zoeken over Constantinopel, in het uiterste zuidoosten. Maar toch: een oudheidkundige moet álles bekijken, want dataschaarste is zo’n beetje de definiërende trek van zijn werk. Dat geldt ook voor mediëvisten.

Vanaf de tiende eeuw had de keizer van het Byzantijnse Rijk een lijfwacht die voor een groot deel bestond uit Noormannen. Dit was niet ongebruikelijk. Julius Caesar had zich al laten begeleiden door een groep Germanen en de keizers van het Julisch-Claudische huis hadden Bataafse troepen om hen te bewaken. Latere vorsten namen andere Germanen in dienst. Het voordeel van een lijfwacht van “barbaren” was dat ze in de hoofdstad geen contacten hadden en de taal slecht spraken, zodat ze alleen loyaal waren aan de keizer zelf. Zo ook dus de Byzantijnse vorst, die noordelingen in dienst nam: de Varangiaanse Garde.

Lees verder “Byzantijnse krabbel (10): Een IJslander in Constantinopel”

De Armeense genocide: Het begin

Monument voor de Armeense genocide in Ejmatsin

[Derde deel van een serie van zes; het eerste is hier.]

De grote Europese mogendheden hadden in de negentiende eeuw de wereld verdeeld. Het was een handige manier om onderlinge conflicten af te leiden: er was altijd wel ergens een stukje planeet om aan de verliezer te geven, zodat die wat wisselgeld kreeg en geen al te groot gezichtsverlies leed. Probleem was wel dat er steeds minder planeet te verdelen viel. Nadat in China invloedssferen waren uitgetekend, was de Balkan het laatste stukje dat nog viel te verdelen, en de twee Balkanoorlogen hadden ook daaraan een einde gemaakt. Toen in Sarajevo de Oostenrijks-Hongaarse kroonprins werd doodgeschoten, was er geen uitlaatklep meer en de Derde Balkanoorlog escaleerde tot een wereldoorlog.

Het verbaasde niemand dat de Ottomaanse overheid partij koos voor de Centrale Mogendheden, aangezien de generale staf al voor een deel bestond uit Duitse militaire adviseurs met intrigerende namen als Colmar von der Goltz Pasha en Otto Liman von Sanders Pasha. Er zal ook weinig verbazing zijn geweest dat de drie Ottomaanse leiders – Talaat, Enver en Cemal – ervoor kozen af te rekenen met de “binnenlandse vijanden”. De aanleiding was de vernederende nederlaag bij Sarikamish – tegenwoordig een wintersportdorp ten oosten van Erzurum – in de winter van 1914/1915. De Ottomaanse commandant, Enver Pasha, gaf bij zijn terugkeer in Constantinopel de schuld aan zijn Armeense eenheden, die hem een dolk in de rug zouden hebben gestoken.

Lees verder “De Armeense genocide: Het begin”