De wetenschap en wij (1)

Leeuwarden, Blokhuispoort

Uitvindingen en nieuwe inzichten veranderen de wereld. Daarom financieren we wetenschappers en daardoor komen we als gemeenschap verder. Maar wat als de wetenschap zich keert tegen de samenleving? Ik bedoel niet dat de verworvenheden verkeerd kunnen worden toegepast. Dat acht ik bekend. Ik bedoel dat universiteiten hun bevoegdheden kunnen overschrijden en schadelijk kunnen worden.

Dat is geen gebruikelijk geluid. Het risico is echter aanwezig. Het gevaar zit ’m in drie factoren die op zich goed zijn maar in combinatie gevaarlijk kunnen uitpakken:

  1. Menig niet-academicus draagt bij aan de wetenschap;
  2. De universiteiten voelen zich verantwoordelijk voor goede wetenschap;
  3. De academische vrijheid laat academici zichzelf beoordelen.

Alvorens daarop in te gaan eerst een kaart van het wetenschappelijke landschap.

1

Vanouds bevinden zich rond de universiteit groepen die bijdragen aan de verspreiding van – en soms ook het zoeken naar – inzichten. Die periferie is gevarieerd: musea, populairwetenschappelijke tijdschriften, privéschooltjes, patiëntenverenigingen, uitgeverijen, archieven, wetenschapscafés, onafhankelijke onderzoekers. U mag ook denken aan clubs als de Actieve Praktijk Archeologie Nederland: de vereniging die Tjerk Vermaning steunde. Met de komst van het internet zijn er ook websites en blogs. De Wikipedia is daarvan het beste voorbeeld.

Dit zijn allemaal mensen en instellingen die, elk op hun manier, iets willen doen om zoveel mogelijk mensen zo snel en zo adequaat mogelijk te informeren. Ze vallen echter niet onder de Nederlandse Gedragscode Wetenschappelijke Integriteit. Die wordt alleen onderschreven door instellingen als de VSNU, KNAW, NWO enz.

Een volgend punt: de universiteiten voelen zich verantwoordelijk voor de wetenschap. Uiteraard mogen we daarover sarcastische grappen maken, want er is te weinig gedaan tegen betaalmuren en er is geheel niets gedaan om de ontstane schade te verhelpen, maar eigenlijk geloof ik toch wel dat veel academici verantwoordelijkheidsbesef hebben.

Ik hoop dat u tot zover met me mee hebt willen gaan. Wat gebeurt er nu als bij een officiële wetenschappelijke instelling een misstand wordt gerapporteerd die plaatsvond in de periferie? De simpele waarheid is dat de zojuist genoemde gedragscode dan niet van toepassing is. Een andere simpele waarheid is dat de universiteiten niet altijd de benodigde terughoudendheid betrachten. Vier voorbeelden:

  1. Een schrijver die zich moest verweren tegen een plagiaatbeschuldiging door een onderzoeker die niet begreep hoe de schrijver onafhankelijk hetzelfde resultaat kon hebben bereikt.
  2. Een universiteit die de royalties opeiste van een artikel in een tijdschrift voor het grote publiek dat niet was verantwoord volgens de regels voor de wetenschap.
  3. Een onderzoeksschool die een geheime integriteitscommissie instelde om een niet-wetenschapper te beoordelen.
  4. Drie decanen die iemand onderwierpen aan “trial by gossip”, d.w.z. iemand per e-mail beschuldigen, allerlei niet-betrokkenen in de cc zetten en daarna, als blijkt dat de beschuldiging onterecht was, stil erkennen dat dit zo was, waardoor het in omloop gebrachte gerucht blijft hangen.

In het eerste geval was sprake van incompetentie, in het tweede van kwaad opzet en in het derde is de oorzaak onbekend gebleven. Het vierde geval zou door het LOWI worden beoordeeld maar degene die in opspraak was gebracht had er de energie niet langer voor.

Misstanden als deze worden gevaarlijk als de betrokken academici – de academische vrijheid zijnde wat ze is – worden erop worden aangesproken en dan beoordeeld door andere academici, die doorgaans het eigen instituut niet in opspraak willen brengen. De gedupeerden zouden naar de rechter kunnen stappen, maar probeer als wetenschapsjournalist, als museum of als patiëntenvereniging nog eens aan de voor jouw werkzaamheden noodzakelijke informatie te komen als de relatie tot de universiteit verziekt is geraakt.

We hebben dus een situatie waarin de universiteit zonder repercussies kan oordelen over mensen en instellingen waarover ze niet gaat en schade kan aanrichten. Dit is al eens in alle rust en vol wederzijds begrip besproken door de VWN (de Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -Communicatie) en de VSNU (de samenwerkende Nederlandse universiteiten), maar ik schrijf hierover omdat de kans op problemen volgens mij groeit.

[Wordt vervolgd]

Deel dit:

6 gedachtes over “De wetenschap en wij (1)

  1. Voorbeeld vijf: wetenschapper die museum de les komt lezen en, als er uitleg komt waarom zijn advies niet in een communicatiestrategie past, gast klagen bij de Raad van Toezicht.

    1. Ja, de lijst is langer. Maar het gaat me niet om de constatering dat de universiteit haar bevoegdheden weleens overschrijdt; het is nu eenmaal een bureaucratie met grote financiële belangen, bestuurd door mensen die beter zijn in onderzoek dan openbaar bestuur. Daar heb ik al eerder over geschreven. Het gaat me nu om de factoren waardoor dit steeds problematischer aan het worden lijkt.

  2. jan kroeze

    Bovengenoemde zaken hebben dus blijkbaar te maken met een gemeenschap die verder komt. Meestal techniek en anderssoortige kennis. Zijn we gelukkiger geworden? Nee dus. Pinker lees ik al lang niet meer.

  3. Jeroen

    Ik heb op de Actieve Praktijk Archeologie Nederland geklikt; bedankt voor dit juweeltje van grafische vormgeving…!

Reacties zijn gesloten.