Het schild van Achilleus (2)

[Tweede deel van een stuk over pseudowetenschap, wetenschap en wetenschapscommunicatie. Het eerste was hier.]

Speculaties

Oudheidkunde kenmerkt zich door dataschaarste en dus speculatie. De waarde van het vak is dat je leert nadenken over die onzekerheid en dan kom je al snel bij het onderscheid tussen speculaties over gedocumenteerde en ongedocumenteerde verschijnselen. Ik zal het uitleggen aan de hand van een voorbeeld.

Een classicus kan, als hij op een onbekend woord stuit, speculeren dat het gaat om een bekend maar ongebruikelijk gespeld woord. Hij of zij weet namelijk dat spelfouten bestaan. De diverse typen in kaart zijn gebracht. (Ik zal nog bloggen over zaken als permutatie, dittografie, haplografie.) De classicus kan dus speculeren over het rare woord door te verwijzen naar een verschijnsel dat goed is gedocumenteerd.

Lees verder “Het schild van Achilleus (2)”

De Oudheid in het nieuws

Een blik in Toebosch’ keuken

Straks begint Oog op de Oudheid, het evenement waartoe Timo Epping van het Rijksmuseum van Oudheden en ik, destijds namens RomeinenNu, het initiatief namen. Het doel is het publiek wat méér te bieden dan alleen conclusies. Mijn goede vriend Richard Kroes is altijd de presentator geweest, de Tempelzaal in het museum de vaste locatie.

Alleen zal daar dit keer niemand zitten. U weet waarom. Omdat we het vanavond niet live konden doen, is het een livestream, die helemaal niet live is maar vanmiddag opgenomen. Evengoed is de aflevering interessant omdat het gaat over de wijze waarop de Oudheid in het nieuws komt. Of niet in het nieuws komt, want classici krijgen, zo constateerden we, aanzienlijk minder aandacht dan archeologen. Waarom dat zo is, is een van de vragen die aan de orde kwam. (Al kwam het antwoord dat ik verwachtte te horen, namelijk dat classici zich richten op het gymnasium, er grappig genoeg niet uit.)

Lees verder “De Oudheid in het nieuws”

Aan een mafkees

Gevelsteen (Wolvenstraat 32, Amsterdam)

Ik kan elke week ongeveer twintig uur echt werken. Soms iets minder, soms iets meer, maar gemiddeld twintig uur. Dat is wat er voor mij maximaal in zit en ik heb de rest van mijn tijd nodig om de accu op te laden. Het is niet ideaal maar dankzij de Livius-vennootschap (waarvoor ik cursussen verzorg, reizen begeleid, een nieuwsbrief aanbied en schrijfwerk doe) kan ik het hoofd boven water houden. Ik zou mezelf zelfs rekenen tot de gezegendste mensen op aarde als ik niet verschrikkelijk veel tijd verspilde aan overbodig, tijdrovend gedoe. Zoals insinuaties die je beantwoorden móet om geruchten in de kiem te smoren. Dus bij dezen: nee, mafkees, ik krijg voor deze blog geen geld. Het staat je vrij een klacht in te dienen maar ik zou niet weten wie je daarna nog serieus zal nemen.

Je stelde vragen naar aanleiding van dit artikel over influencers die niet aangaven wanneer ze werden betaald om iets aan te prijzen. Kort en duidelijk: ik blog soms voor mijn plezier, soms omdat ik de Oudheid belangrijk vind, vaak om allebei die redenen en nooit om geld mee te verdienen.

Lees verder “Aan een mafkees”

De wetenschap en wij (1)

Leeuwarden, Blokhuispoort

Uitvindingen en nieuwe inzichten veranderen de wereld. Daarom financieren we wetenschappers en daardoor komen we als gemeenschap verder. Maar wat als de wetenschap zich keert tegen de samenleving? Ik bedoel niet dat de verworvenheden verkeerd kunnen worden toegepast. Dat acht ik bekend. Ik bedoel dat universiteiten hun bevoegdheden kunnen overschrijden en schadelijk kunnen worden.

Dat is geen gebruikelijk geluid. Het risico is echter aanwezig. Het gevaar zit ’m in drie factoren die op zich goed zijn maar in combinatie gevaarlijk kunnen uitpakken:

  1. Menig niet-academicus draagt bij aan de wetenschap;
  2. De universiteiten voelen zich verantwoordelijk voor goede wetenschap;
  3. De academische vrijheid laat academici zichzelf beoordelen.

Alvorens daarop in te gaan eerst een kaart van het wetenschappelijke landschap.

Lees verder “De wetenschap en wij (1)”

De zaak Vermaning

U wilde al naar het Drents Museum om daar de beeldschone Iran-expositie te bezoeken en sinds zaterdag is er een tweede reden om naar Assen te gaan: de wat kleinere tentoonstelling “De zaak Vermaning”. Tjerk Vermaning (1929-1987) is misschien wel de beroemdste Nederlandse archeoloog van de twintigste eeuw en dat is niet zo best, want een deel van zijn vondsten was vervalst en hij heeft zijn bekendheid mede te danken aan een rechtszaak. Wie onechte oudheden verkoopt als echt, is immers een oplichter en daarvoor werd hij in 1977 veroordeeld. Een jaar later diende het hoger beroep: de rechter liet zich over de authenticiteit van de vervalsingen niet uit, maar redeneerde min of meer dat als de voorwerpen echt waren, Vermaning onschuldig was, en dat als ze vals waren, nog niet was bewezen dat de Drentse amateurarcheoloog ze zelf had vervaardigd.

Het was goed dat de rechter zich over de authenticiteit niet uitsprak, want daar gaat de rechter niet over. Een deel van de vondsten waarmee Vermaning “bewees” dat er tienduizenden jaren geleden Neanderthalers hadden geleefd in Drenthe, was echter wel degelijk vals. Of minimaal verkeerd geïnterpreteerd. De samenstellers van de tentoonstelling leggen op verschillende punten uit hoe archeologen dat kunnen weten. Zo bleek, toen een C14-monster werd genomen, het door Vermaning als Neanderthaler-schedeldak geïnterpreteerde voorwerp slechts een eeuw of drie oud. Op andere vondsten ontbrak de natuurlijke verwering van vondsten die eeuwenlang in de grond hebben gelegen.

Lees verder “De zaak Vermaning”

Stel, je spreekt met de pers…

Jos Collignon, Volkskrant 2 december 2014

[Afgelopen maandag sprak ik in Gent over wetenschapsscepsis, de Oudheid en voorlichting. Ik legde uit wat ik op deze kleine blog al vaker heb verteld: de oudheidkunde moet zich professioneel, dus op drie niveaus, uitleggen. Zolang ze dat niet doet, zal ze zichzelf verder marginaliseren. Aan het einde van mijn praatje had ik nog wat tips voor oudheidkundigen die met de pers te maken krijgen. Misschien heeft ook iemand anders er wat aan: vijf dingen om te doen en vijf dingen om te laten.]

Lees verder “Stel, je spreekt met de pers…”

Hoor en wederhoor

Zo’n vaart zal het wel niet lopen met de klimaatverandering (Erg Wan Caza, Libië)

Een paar dagen geleden plaatste de nieuwssite Sargasso een artikel van Hans Labohm, die in brede kringen geldt als iemand die niet aanvaarden wíl wat de klimaatwetenschap concludeert. U vindt het stuk hier. Het leidde tot een, om zo te zeggen, geanimeerde discussie en gisteravond plaatste de Sargasso-redactie een stuk waarin ze uitlegde dat het goed is “zo nu en dan kennis te nemen van ongemakkelijke visies”. Daarom had men een klimaatscepticus aan het woord gelaten, al was men er eigenlijk nog steeds niet helemaal uit hoeveel ruimte je zo iemand moest geven.

Primo, ik denk dat de redactie er goed aan heeft gedaan het stuk te plaatsen. Ook een slecht-beargumenteerde mening is journalistiek interessant indien ze maatschappelijke weerklank heeft. Secondo, ik denk ook dat de redactie er goed aan deed uit te leggen waarom ze het stuk plaatste. Terzo, ik vind het leuk dat ze erkent het eigenlijk niet goed te weten. Het probleem is namelijk verrotte herkenbaar.

Lees verder “Hoor en wederhoor”

Help, het publiek praat terug!

Afgelopen donderdag sprak ik, met een nervositeit die ik eigenlijk niet goed ken van mezelf, op een bijeenkomst met het thema “Help het publiek praat terug! (en ze vertrouwen ons niet meer)”, georganiseerd door het Platform Wetenschapscommunicatie en de Vereniging voor Wetenschapsjournalistiek en -Communicatie Nederland, en mede mogelijk gemaakt door de KNAW.

Vóór mij sprak Cees van Woerkum (emeritus hoogleraar communicatiestrategieën, Wageningen) over veranderingen in de wetenschapsvoorlichting. Sinds de opkomst van het internet is het niet langer de universiteit die goede informatie uitzendt (het welbekende “zender-ontvanger-model”) maar de burger die selecteert en zo nodig terugpraat. In De klad in de klassieken heb ik dat het dialoogmodel genoemd.

Lees verder “Help, het publiek praat terug!”