Olielamp met Petrus en Paulus

Olielampje met Petrus en Paulus (Archeologisch Museum, Florence)

Het olielampje hierboven, dat ik eerder deze week gebruikte om een stukje over Paulus mee te illustreren, is te aardig om niet nog even een blogje aan te wijden. Het is gemaakt in de tweede helft van de vierde eeuw en gevonden op de Caelius, een heuvel in Rome waarvan, te beginnen met Constantijn, steeds grotere delen in handen van de kerk zijn gekomen. De basiliek van Sint-Jan van Lateranen is daarvan het bekendste voorbeeld. Dit lampje is even verderop gevonden, in het (niet meer bestaande) klooster van Sint-Erasmus.

Het olielampje heeft, zoals u ziet, de vorm van een schip met twee opvarenden, die dankzij hun kapsels zijn te identificeren: op de boeg geeft de apostel Petrus de richting aan, terwijl Paulus aan het roer zit en het bootje op koers houdt. Op de vlag – als dit een vlag is – staat Dominus legem dat Valerio Severo (“De Heer geeft de Wet aan Valerius Severus”). Er is aan toegevoegd Vivas Eutropi, wat zoiets wil zeggen als “lééf, Eutropius”, een gangbare heilswens die in het midden laat of Eutropius lang, gezond, gelukkig of op een andere manier prettig zal gaan leven.

De naam Valerius is in dit geval interessant, want het is bekend dat deze steenrijke familie op de Caelius een prachtig landgoed bezat. Eutropius zal wel een van de leden van die familie zijn geweest.

Over de betekenis van het lampje kunnen we kort zijn. Het scheepje en de twee opvarenden staan voor de kerk en de geestelijkheid: de klassieke metafoor van “het schip van de staat” was al rond 200 na Chr. door de christelijke auteur Tertullianus gebruikt ter typering van de kerk.

Een andere, interessantere vraag is waartoe dit voorwerp heeft gediend. Was dit een doopgeschenk voor Eutropius? Werd Eutropius eraan herinnerd dat hij, als familiehoofd van de Valerii, de Wet van Christus moest doorgeven aan zijn huisgenoten, zoals de geestelijkheid het deed aan de kerk? Dat laatste zou wel een heel opdringerig advies zijn geweest, want hoewel de pater familias vanouds verantwoordelijk was voor de pietas van zijn familie, zou in voor-christelijke tijden niemand het in zijn hoofd hebben gehaald een ander voor te schrijven welke regels daarvoor golden. Misschien zie ik iets over het hoofd? Het verbaast me in elk geval.

Wat weer wel bekend is, is dat het huis van de Valerii in 404 te koop werd aangeboden maar niet kon worden verkocht, omdat het te kostbaar was. Zes jaar later stond het nog steeds te koop en werd het geplunderd door de Visigoten, waarna de Valerii het voor bijna niets van de hand deden. Het werd daarna in gebruik genomen als ziekenhuis, en sindsdien is er eigenlijk altijd wel een hospitaal geweest op de Caelius.

Het lampje van de Valerii kwam echter niet in dit ziekenhuis terecht maar belandde in het klooster van Sint-Erasmus, raakte daar vergeten, werd later teruggevonden en kwam in bezit van de familie De’ Medici. Die hebben het van Rome naar Florence gebracht en daar is dit voorwerp nu te zien in het archeologische museum, waar ik echt weer eens naartoe wil.

[Dit was de 297e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

Deel dit:

10 gedachtes over “Olielamp met Petrus en Paulus

  1. Dirk

    “…zou in voor-christelijke tijden niemand het in zijn hoofd hebben gehaald een ander voor te schrijven welke regels daarvoor golden.”

    Ik heb steeds geleerd dat Augustus zwaar inzette op traditionele Romeinse pietas. Daar moet toch een zekere druk ervaren zijn geweest?

    1. Ja, maar speelde die via de pater familias? (Je kunt overigens zeggen dat Augustus, door zich als parens patriae te presenteren, de hele staat onder zijn vaderlijke gezag plaatste, maar dat gaat me wat ver.)

  2. Marcel Meijer Hof

    Grappig: ‘die dankzij hun kapsels zijn te identificeren’ schrijf je over de opvarenden. Al eerder deze week maakte ik mij een voorstelling wie Paulus mijn derde doopnaam), wie Petrus zou voorstellen.
    Dat van die kapsels, kun je dat toelichten Jona ? Het is nieuw voor mij. Zelf kwam ik tot de volgende overweging: Petrus als ervaren visser zal wel aan het roer zitten als schipper, terwijl de intellectuele Paulus wel verteld waar het heen (moet) gaan. Iconogafie is een boeiende bezigheid :-]

  3. A. Harmens

    Misschien had die Eutropius het klooster en een bijbehorenden kerk (?) op zijn eigen terrein. Dat zou dan het (door)geven van ”de wet” kunnen verklaren.

  4. A. Harmens

    ”bijbehorende”

    Volgens Krautheimer dateert het bewijs voor het klooster pas uit de zevende eeuw. Volgens hem is het klooster in de tiende eeuw weer verlaten, net als het grootste deel van de Caelius. Ik ben benieuwd waar de De’ Medici het olielampje uiteindelijk vandaan haalden.

  5. Johan overduin

    Ik ben niet thuis in de iconografie,maar is hier niet sprake van een dubbele symboliek
    De brandende olielamp zelf is ook een symbool van waakzaamheid(Denk aan de gelijkenis van de vijf dwaze en vijf wijze bruidsmeisjes : wees waakzaam,want je weet dag nog uur)En de boodschap was:leef! Vier de bruiloft ,maar wees waakzaam!
    Een huwelijksgeschenk?maar misschien gaat dat te ver

  6. Robert

    Ik ben altijd in voor leuke verklaringen, maar ook voor methode.

    – wat maakt de datering laat vierde-eeuws?
    – wat zegt dat kapsel over de identiteit van de heren aan boord? Weden zij toen al zo typisch afgebeeld dat men zonder aarzelen kan zeggen: dít zijn Petrus en Paulus?
    – betekent ‘dominus’ altijd de christelijke god?

    Dit heeft namelijk enige impact op de uitlegging – een laat derde-eeuws zou waarschijnlijk niet direct een christelijke context geven, maar misschien een interpretatie in verband met eigendom van een (handels)vloot of iets dergelijks.

  7. Willem van Bentum

    Misschien is Eutropius overleden en heeft hij de wens meegekregen: Vivas (in Deo of in eternum).

  8. Jacky Goris

    U schrijft dat Tertulianus de uitdrukking “het schip van de staat ” gebruikt als typering van de kerk. Dat zal dan vermoedelijk bedoeld zijn als een inpalmen van het staatsapparaat, iets waar latere filosofen (Hobbes, Locke, Rousseau, …) zich zo hebben tegen verzet.
    Ik was wel wat verrast omdat bij Plato (De staat) die uitdrukking eerder naar de bekwaamheid van de bestuurders van die staat (de koning-filosofen) verwijst.
    Is het mogelijk de vindplaats van die interpretatie bij Tertullianus te vernemen?

    Jacky Goris .

Reacties zijn gesloten.