Fossielen

Een van de belangrijkste teksten uit de Oudheid is de Kroniek van Eusebios. Daarmee bedoel ik niet dat de tekst buitengewoon rijk is aan ideeën of opvalt door het sprankelende taalgebruik. Ook is het prima mogelijk je bezig te houden met de oude wereld zonder er ooit naar te hebben gekeken. Ik heb mijn studie kunnen afronden zonder ooit een blik in de Kroniek te hebben geworpen. De tekst is echter heel fundamenteel: Eusebios bracht hierin alle hem bekende chronologische informatie samen, afkomstig uit bronnen die sindsdien verloren zijn gegaan. De lijst met Olympische kampioenen, de Egyptische koningslijsten van Manethon en de Babyloniaka van Berossos zijn voor een groot deel bekend via Eusebios’ Kroniek, die overigens zelf verloren is gegaan maar is overgeleverd in een Armeense vertaling en door enkele christelijke auteurs.

Diepzinnig is het, zoals gezegd, niet: Eusebios wil slechts tonen dat de bijbelse chronologie accuraat is. Eerlijk is Eusebios echter wel. Hij constateert bijvoorbeeld dat de datum van de Griekse versie van de Zondvloed en de datum van de Babylonische en Joodse versies elkaar uitsluiten. Doordat hij het materiaal zo eerlijk presenteert, kunnen wij redelijk zien wat er vóór hem bekend was. Dat maakt de Kroniek tot een belangrijke tekst. Tot de ontcijfering van de Babylonische tabletten hadden we eigenlijk weinig anders om de antieke chronologie te bepalen en pas met de uitvinding van de koolstofdatering en jaarringdateringen kregen we echte alternatieven.

Het aardige is dat Eusebios open-minded is en aanvullende informatie zoekt. Om het nog even over de Zondvloed te hebben: tijdens een bezoek aan wat Byblos moet zijn geweest kreeg Eusebios iets te zien dat hem aan het denken zette.

Een tijdje geleden, terwijl we deze tekst aan het samenstellen waren, kregen we aanvullend bewijs dat het water boven de hoogste bergtoppen moet zijn uitgekomen. We zagen dat in onze eigen tijd nog altijd vissen worden gevonden op de hoogste toppen van de Libanon. Een paar mannen die daarheen waren gegaan om stenen te houwen voor een bouwproject, troffen namelijk verschillende soorten zeevis aan in het gesteente op de hellingen van de bergen. De vissen hadden, alsof ze kunstmatig waren bewaard, tot op de huidige dag overleefd. De aanblik hiervan suggereert dat het aloude verhaal waar is. Onze lezers mogen er verder van denken wat ze willen, wij zullen nu verder gaan naar een volgend tijdvak. (Eusebios, Kroniek p.87, editie Schoene-Petermann)

Kortom: fossielen. De overblijfselen van vissen uit het Krijttijdperk zijn in Haqqel, iets ten oosten van Byblos, nog altijd te zien. Er is een klein museum maar ook in Byblos zelf worden de fossielen getoond. De foto hierboven is overigens uit Qasr el-Kharaneh in Jordanië.

Deel dit:

10 gedachtes over “Fossielen

  1. Casper de Weerd

    Ik begrijp deze zin niet: “De tekst is echter heel fundamenteel: Eusebios bracht hierin alle hem bekende chronologische informatie samen en die informatie is sindsdien verloren gegaan.” Als we via overlevering nog de beschikking hebben over de tekst dan is de daarin opgenomen informatie toch ook beschikbaar en niet verloren?

  2. FrankB

    Je moet dit stukje naar de Jonge Aarde Creationisten van Logos.nl of Refoweb.nl sturen. Die gaan helemaal uit hun dak: gerespecteerd oudheidkundige bevestigt het catastrofemodel!
    🙂 🙂

    1. Daniel

      Nou Frank die weten dat al lang. Het verhaal gaat in die kringen dat fossielen van dinosauriërs allemaal wijzen op het feit dat ze bergopwaarts rende toen ze dood gingen. Dit natuurlijk om aan het water van de vloed te ontkomen.

      Erg grappig zijn de mensen van het “Creation Museum” en “The Ark encounter”. Of Terwijl Ken Ham. Kijk maar eens op Youtube. Da’s best vermakelijk.

      1. FrankB

        Natuurlijk weten ze dat al lang; ik weet al lang dat ze dat al lang weten. De grap is dat ze dit stukje zo kunnen verdraaien dat het lijkt alsof JL aan hun kant staat, terwijl dat beslist niet zo is.
        Ik ben al jaren bekend met Ol’Hambo – en niet alleen met Ol’Hambo. Mag ik u verwijzen naar The Sensuous Curmudgeon?
        Bedankt. Misschien kunt u de volgende keer bij Ajax gaan uitleggen hoe buitenspel werkt. Dat lijkt mij ook best grappig.

          1. Jeroen

            Ik heb daar in het verleden ook al wel eens iets over gezegd.
            De commentaar-sectie is voor aanvullingen, opmerkingen en meningen (die uiteraard ook tegengesteld kunnen zijn; slechts zo groeit inzicht).

            Maar dat uit-het-niets op elkaar inhakken af en toe vind ik zo zinloos, en vooral jammer.

    1. Ja, daarom heb ik dat zinnetje ook maar meegenomen, al voegt het niet zoveel aan de fossielbeschrijving toe. Maar het tekent de man.

      De vroegchristelijke schrijvers zijn meer open-minded dan vaak wordt aangenomen. Het waren meestal hoogopgeleide mensen uit zeg maar de hogere middenklasse, en dat is sociologisch altijd de groep die het belang van kennis het meeste inziet. Cameron maakt daar een punt van in zijn boek The Last Pagans of Rome.

Reacties zijn gesloten.