Het mineralenmuseum van Beiroet

Opstelling in het MIM

Tegenover het Nationaal Museum in Beiroet verrijzen enkele hypermoderne gebouwen van de Université Saint-Joseph, een van de oudste westerse onderwijsinstellingen van het Midden-Oosten. In een kelder daarvan bevindt zich het mineralenmuseum MIM, dat de privécollectie toont van de chemicus Salim Eddé. Rijk geworden door de ontwikkeling van financiële software, begon hij in 1997 met een eigen verzameling, die hij vervolgens uitbreidde door op veilingen enkele oudere collecties aan te kopen en tot slot afrondde door bij mijnbouwbedrijven de ontbrekende mineralen te verwerven. Het in 2013 geopende museum wil een totaaloverzicht bieden van de mineralogie: niet alleen toont het 1400 mineralen uit eenenzestig landen, het behandelt ook hun chemische, industriële en economische belang. De nadruk ligt echter op de esthetiek.

Het is een gewoon goed museum, waar duidelijk over is nagedacht. De naam is overigens gekozen omdat de mim de eerste letter is van de Arabische (Franse, Engelse en Nederlandse) woorden voor mijn, mineraal, museum. Het is ook de eerste letter van Eddés bedrijf.

Lees verder “Het mineralenmuseum van Beiroet”

Fossielen

Een van de belangrijkste teksten uit de Oudheid is de Kroniek van Eusebios. Daarmee bedoel ik niet dat de tekst buitengewoon rijk is aan ideeën of opvalt door het sprankelende taalgebruik. Ook is het prima mogelijk je bezig te houden met de oude wereld zonder er ooit naar te hebben gekeken. Ik heb mijn studie kunnen afronden zonder ooit een blik in de Kroniek te hebben geworpen. De tekst is echter heel fundamenteel: Eusebios bracht hierin alle hem bekende chronologische informatie samen, afkomstig uit bronnen die sindsdien verloren zijn gegaan. De lijst met Olympische kampioenen, de Egyptische koningslijsten van Manethon en de Babyloniaka van Berossos zijn voor een groot deel bekend via Eusebios’ Kroniek, die overigens zelf verloren is gegaan maar is overgeleverd in een Armeense vertaling en door enkele christelijke auteurs.

Diepzinnig is het, zoals gezegd, niet: Eusebios wil slechts tonen dat de bijbelse chronologie accuraat is. Eerlijk is Eusebios echter wel. Hij constateert bijvoorbeeld dat de datum van de Griekse versie van de Zondvloed en de datum van de Babylonische en Joodse versies elkaar uitsluiten. Doordat hij het materiaal zo eerlijk presenteert, kunnen wij redelijk zien wat er vóór hem bekend was. Dat maakt de Kroniek tot een belangrijke tekst. Tot de ontcijfering van de Babylonische tabletten hadden we eigenlijk weinig anders om de antieke chronologie te bepalen en pas met de uitvinding van de koolstofdatering en jaarringdateringen kregen we echte alternatieven.

Lees verder “Fossielen”