Sapfo opnieuw

Nog een Sapfo waarvan we niet weten of ze echt is: een buste uit Herculaneum, nu in het Museo nazionale archeologico in Napels.

Oké, als ik in een hotel in Algerije, waar ik heerlijk aan het rondreizen ben, het ontbijt oversla om een extra stukje te bloggen, dan moet er echt iets aan de hand zijn. En dat is ook zo: er is een nieuwe provenance genoemd voor de Sapfo-papyri.

Korte inhoud van het voorafgaande. Wetenschap kan alleen iets met data die betrouwbaar en controleerbaar zijn. Een classicus neemt geen genoegen met de opmerking dat Plautus ergens een ijsbeer noemt, hij wil weten wáár die ijsbeer staat vermeld. Een archeoloog kan niets met een bewering als zouden in Mainz Bronstijdkralen zijn gevonden, hij wil weten in welk depot die kralen liggen. Alles draait om controleerbaarheid en daarom heeft een oudheidkundige alleen iets aan een tekst op een papyrus als die uit een gecontroleerde opgraving komt of uit een heel, heel oude verzameling. Dan is er sprake van een gedocumenteerde provenance, een herkomst die controleerbaar is. Zonder provenance is een papyrus niet per se vals, maar gewoon niks. Wetenschappelijk is ze van nul en generlei waarde.

Een Sapfo zonder provenance

Van de Sapfo-papyri, gevonden in ik meen 2014, was de herkomst onduidelijk. De ontdekker, de Oxford-professor Obbink, had eerst een verhaal over het deassembleren van een kartonnage. Vervolgens had iemand anders die gedeassembleerd. Bij een andere gelegenheid was sprake van een votiefgift. Theo Toebosch heeft erover gepubliceerd, maar ik kan even niet vinden waar. Bij weer een andere gelegenheid waren de papyri afkomstig uit een bibliotheek in Amerika. Nog voor de verhalen begonnen te vermenigvuldigen – er was evident sprake van brownwashing – wisten we dat er iets grondig verkeerd was omdat een van de betrokkenen in De Volkskrant vertelde dat de papyri ongetwijfeld waren verworven op de zwarte markt en dat ze desondanks zeker authentiek echt waren omdat de inkt spectrometrisch was gedateerd. Die methode bestaat niet.

Gek genoeg werd er niets gedaan. Of beter: er gebeurde van alles, want de fragmenten – die dus gewoon niks zijn – zijn uitgegeven. De academische wereld was niet verontrust genoeg. Terwijl journalisten en andere randfiguren dat wél waren. Ik moet nog ergens de mail hebben liggen waarin we n.a.v. dat stuk in De Volkskrant bespraken dat Sapfo een schoolvoorbeeld is van datafraude. Ik ben zelf een van degenen die almaar geen antwoord kregen van Obbink, die domweg nooit zijn mail beantwoordde. Ik heb De Volkskrant nog gemeld dat er iets heel raars aan de hand was, maar De Volkskrant heeft het verhaal laten liggen. Ik publiceerde er zelf over in Skepter.

Eindelijk actie

De academische wereld kwam pas in actie toen Obbink werd beschuldigd van diefstal. U leest het hier. Nongbri, de auteur van God’s Library, heeft ontdekt dat Obbink nóg een verhaal heeft verteld over de herkomst van de Sapfo-papyri. Lees dit! En nu heeft het wél de aandacht van de academische wereld. Dat zij in actie komt is nieuws. Het gebeurt vijf jaar te laat, maar toch: het is te vroeg om het zelfreinigend vermogen van de universiteit helemaal als lachertje af te schrijven.

De vragen zijn nu: wat wist Brill? wat wisten Obbinks medewerkers? waarom is er een wetenschappelijke publicatie van iets zonder wetenschappelijke waarde?

Over dit laatste heb ik een vermoeden: de Sapfo-fragmenten moeten nog worden verkocht. Als er een officiële publicatie is, is de prijs hoger. Er is dus sprake van prijsopdrijving, iets wat Obbink ook lijkt te hebben gedaan bij de Marcusfragmenten en dat in Nederland – over Oxford weet ik het niet – is verboden in de Ethische Code van de Nederlandse Archeologie. (Uiteraard is medeplichtigheid bij diefstal en heling sowieso verboden.) Brill is dus, als ik het goed lees, de nuttige idioot geweest die iemands financiën hielp spekken.

Geen smoesjes meer, alsjeblieft

Zoals gezegd: ik ben in Algerije en kan toevallig reageren omdat ik momenteel ben ik een hotel met functionerend internet. Ik kan de discussie niet modereren en om de waarheid te zeggen: ik ben de smoesjes een beetje zat. Dus om de discussie op enig niveau te houden, verwijs ik nog even naar de bullshit-bingo die ik onlangs gaf en de uitleg erbij.

Of naar het boek over papyrologie dat ik aan het schrijven ben en volgend jaar zal verschijnen, Bedrieglijk echt. Dat boek gaat niet over de Sapfofragmenten, al komen die wel aan de orde, maar legt al die laboratoriumtechnieken uit om echt en onecht te onderscheiden. Ik heb in tijden niet met zoveel plezier gewerkt aan een boek, maar nog meer plezier heb ik aan mijn reis door Algerije, dus ik ga nu echt kijken of ik ergens in Sétif ontbijt kan halen.

Deel dit:

8 gedachtes over “Sapfo opnieuw

  1. Robert

    Eet smakelijk!

    Misschien moeten we die meneer O eens ergens bij een publiek evenement opwachten. Of bij zijn werk. Met een paar spandoeken. En wat media-aandacht, want dit soort mensen verpesten het voor heel veel mensen.

    1. FrankB

      Kunt u hem naar Nederland krijgen? Dit lijkt mij hoogst amusant. Om gedoe met autoriteiten te vermijden stel ik voor er een éénmansdemonstratie van te maken. Dan hebben we geen toestemming nodig. Het ondersteunend gezelschap moet zich dan onthouden van spandoeken en leuzen.

  2. FrankB

    “Lees dit!”
    Inderdaad, want dit is een pareltje:

    “It will be interesting to see which (if any) of these versions of the story is actually accurate.”

    Maar ik ben het oneens met CK. Brill kan maar beter niets uitleggen en stilletjes (“geen commentaar”) JonaL’s advies opvolgen:

    “volledige retractie van elke tekst waar de Green Collection bij betrokken is geweest en ….. beëindiging van de samenwerking met wetenschappers die gedragscodes negeren”,

    dwz heel stilletjes de storm uitzitten. Maar mijn voorspelling is het tegendeel – een spectaculaire versie van

    https://www.lifehack.org/articles/communication/how-the-sunk-cost-fallacy-makes-you-act-stupid.html

    Dat betekent weer dat JonaL tot onze lering ende vermaak nog wel een tijdje op zittende eenden kan blijven schieten.

  3. Andre Engels

    Ik denk dat je vergelijking met de archeologie een beetje mank gaat. Een veel betere vergelijking zou zijn de vergelijking met wat in de archeologie ‘context’ heet: Waar is het precies gevonden, in welke aardlaag, en welke vondsten en andere archeologische gegevens omringden het? Zowel een stuk belangrijker dan dat depot en een stuk dichter bij de provenance zoals jij die beschrijft. Zonder die context zijn die kralen niet meer dan een paar kralen, met de context wordt het archeologische informatie.

    1. Nee, die votiefgift is genoemd geweest in een tijdschrift dat Lampas heet. Toebosch documenteerder ergens – ik vermoed in zijn eigen tijdschrift – dat er Duitse officieren kwamen en gingen.

Reacties zijn gesloten.