MoM | Paleografie

Twee wijnzakken voor Jeruzalem. (© Israel Antiquities Authority)

Het kwam vorige week al even ter sprake toen ik het had over de Koperen Rol: je kunt zo’n tekst dateren aan de hand van het handschrift. Dat heet paleografie. Het uitgangspunt is dat letters in de loop van de tijd anders geschreven worden. De letter S van vroeger was langer dan tegenwoordig en leek wel wat op de F. Het idee van paleografie is nu dat als lettervormen op elkaar lijken, ze ook ruwweg even oud zijn. Dat klinkt plausibel en als een vage datering voldoende is, klopt het ook wel, maar er zitten wat addertjes onder het gras.

Om te beginnen lopen handschriften uiteen. Kinderen die leren schrijven, leren dat allemaal aan de hand van hetzelfde voorbeeld maar tegen de tijd dat ze de basisschool verlaten hebben ze herkenbaar andere handschriften. Dat was in de oude wereld niet anders. Er was veel variatie. Bovendien is het oordeel “dit is hetzelfde als dat” nogal subjectief, al zijn er allerlei methoden ontwikkeld om die subjectiviteit te verkleinen. Zo is het ritme waarmee een schrijver de letters op papier zet – dicht bij elkaar of wat wijder – vrij specifiek en je kunt een computer leren dat te herkennen. Deze methode wordt al toegepast bij het forensisch onderzoek en hielp om vast te stellen dat de argumenten niet deugden waarom de tekst die bekendstaat als Geheime Marcus vals was (wat niet wil zeggen dat de tekst echt is).

Een tweede complicatie is het bestaan van “archaïserende handen”. Net zoals wij weleens een historiserend lettertype gebruiken, deden ze dat in de Oudheid ook.

Een modern voorbeeld van een archaïserende hand

Sommige koningsinscripties van de Babylonische heerser Nebukadnezar zijn bijvoorbeeld geschreven met een type spijkerschrift dat al anderhalf millennium oud was. De aanname was dat dit ook is gebeurd met Griekse en Romeinse alfabetische teksten. Zo bestaat er een tweede-eeuws Grieks lettertype dat (ietwat verwarrend) wordt aangeduid als Romeinse unciaal en dat in de vijfde eeuw opnieuw in gebruik zou zijn genomen. Toen er meer en meer dateerbare teksten kwamen, werd duidelijk dat het lettertype altijd in gebruik is geweest, dus van pakweg 100 tot 500 na Chr.

Dat geldt ook voor het Oud-Hebreeuwse alfabet. Dat zou in de de zesde eeuw v.Chr. in onbruik zijn geraakt. Het tekstfragment hierboven, dat een oude verwijzing bevat naar de stad Jeruzalem, is daarom heel vroeg gedateerd (en door premier Netanyahu politiek misbruikt). Inmiddels blijkt dat het handschrift eeuwen jonger kan zijn. De marge is echt eeuwen breed.

Zijn dit soort dateringen dus onnauwkeuriger dan wel aangenomen is geweest, er is nog een ander probleem. Toen de Dode Zee-rollen werden ontdekt, was de grote vraag hoe oud ze waren. Paleografen herkenden drie fasen in de ontwikkeling van de handschriften, die ze aanduidden als voor-Herodiaans, Herodiaans en na-Herodiaans, wat ruwweg neerkwam op vóór 50 v.Chr., 50-1 v.Chr. en 1-70 na Chr. Alleen: er waren geen andere handschriften waarmee het vergeleken kon worden. Het was dus denkbaar dat de drie handschriftfasen in een andere volgorde moesten worden geplaatst.

Om geen misverstanden te wekken: dit keer pakte het goed uit. In de Dode Zee-rollen zijn verwijzingen opgenomen naar een paar historische gebeurtenissen. Niet heel veel, maar genoeg om toch wat ijkpunten te hebben. Later kwamen er ook koolstofdateringen. Dus de paleografische dateringen klopten wel ongeveer. Toch moeten zulke dateringen, zeker als ze alweer wat langer geleden zijn gegeven, worden bekeken met enig wantrouwen. Er is nogal wat schijnprecisie.

[Geschiedenis is geen amusement, leuk voor een vrijblijvend stukje in een tijdschrift of een item op TV. Het is een wetenschap. In de reeks “Methode op Maandag” (MoM) leg ik uit wat de oudheidkundige wetenschappen, en de historische wetenschappen in het algemeen, maakt tot wetenschappen. Een overzicht van deze en vergelijkbare stukjes is hier.]

Deel dit:

6 gedachtes over “MoM | Paleografie

  1. Tonni de Boer

    Aan de hand van die krantentitel uit Trier: als er nu een krant in Mainz wordt opgezet en die wil een website met hun naam: Mainzer Beobachter. Ben jij dan de Sjaak? Of heb jij de naam rechtelijk beschermd?

    1. Jeroen

      Meestal ben je de eigenaar van je eigen domeinnaam; daar kan niemand wat aan doen (maar wellicht wil Jona voor een miljoen er best mainzerbeobachter.nl van maken?)
      Soms – let daar goed op – is de ontwerper of beheerder de eigenaar.

      Hopen dat er in mainzerbeobachter.com’s geval dan geen stel cowboys mee vandoor gaan!

      1. Ik heb het met de naam Livius eens meegemaakt. Een Italiaanse universiteit had iets met “Learning In Virtual…” en de rest weet ik niet meer. We hebben wat mailtjes uitgewisseld en concludeerden dat het elkaar niet werkelijk beet, dus we hebben het maar gelaten zoals het was.

        Ik heb ook weleens gemaild met boekhandel Livius in Tilburg. Die vonden het ook geen probleem. Ik zal zo eens in de twee maanden een mailtje krijgen voor die winkel, en dan krijgen ze een mailtje van me dat ze zich hebben vergist. Ik wil daar in Tilburg nog steeds eens binnen wandelen omdat het me aardige mensen leken.

  2. ceesvanraak

    Boekhandel Livius in de Nieuwlandstraat, Tilburg, is een prima zaak. De beide eigenaren, Anja en Kathelijne, zijn steeds goed op de hoogte van het reilen en zeilen in de boekenwereld.

Reacties zijn gesloten.