Misverstand: Stad der steden

Geen “Stad der steden” maar “eeuwige stad”: de bij mijn weten oudste vermelding van de “urbs aeterna”, uit de tijd van keizer Maxentius (r.306-312), wiens naam in de vijfde regel is uitgewist (EDCS-24100628)

Er is genoeg lelijks om de stad Rome te haten. Romofobe scheldgedichten en andere aanklachten vormen een literair genre op zich. Er is ook genoeg interessants in Rome om de stad intens lief te hebben en er zijn ook talloze romofiele teksten. De lofprijzing is een derde genre. Hier is een antiek voorbeeld:

Uit ieder land en uit elke zee wordt aangevoerd wat de seizoenen laten groeien en wat alle landen, rivieren, meren en ambachten … voortbrengen. Stel dat iemand dat allemaal wil zien, dan moet hij óf de hele bewoonde wereld afreizen óf verblijven in Rome. Het kan niet anders of al wat bij ieder volk groeit en wordt geproduceerd, is hier altijd in overvloed aanwezig. … Nooit ontbreekt het er aan binnenlopende en uitvarende schepen. Het is dan ook niet alleen een wonder dat de haven voldoende ruimte biedt voor de vrachtschepen, maar ook dat de zee niet vol raakt! Wat men hier niet kan zien, heeft niet bestaan of bestaat niet.

Aldus de tweede-eeuwse Griekse redenaar Aelius Aristides in een vertaling die Jaap-Jan Flinterman ooit maakte voor mijn boek Stad in marmer. Ondanks de menselijke misère die in Rome bestond, waren er destijds schitterende monumenten te zien en waren inderdaad alle producten van de bekende wereld er te koop. Het is ook nu nog moeilijk niet enthousiast te zijn, maar toen uitgeverij Athenaeum ooit een geschiedenisboek over Rome voorzag van de mededeling dat het boek ging over “de stad der steden”, ging men een stap te ver.

“Stad der steden” is een semitisme, zoals ook “heilige der heiligen”. Dat maakt al duidelijk dat we de oorsprong van de uitdrukking in het oosten moeten zoeken, en inderdaad: de titel wordt vaak gebruikt voor Jeruzalem. Wie een mooie bijnaam voor Rome zoekt, zou kunnen spreken van caput mundi (“hoofd van de wereld”). Sinds de vroege vierde eeuw sprak men ook van urbs aeterna, “de eeuwige stad”. Namen te over dus om Rome aan te duiden, maar “stad der steden” is net zo verkeerd als Londen aanduiden als The Big Apple.

Van dit misverstand valt de herkomst overigens te achterhalen: in Asterix en de lauwerkrans van Caesar worden zowel Parijs als Rome aangeduid als “stad der steden”. In het Frans heet Rome de “wonderlijkste stad van het universum”.

Deel dit:

19 gedachtes over “Misverstand: Stad der steden

  1. FrankB

    “een moedwillig gemaakte fout die in het Frans meer opvalt”
    Dat geldt zeker ook voor mij. Maar de echte grap van Uderzo en Goscinny zat hem natuurlijk in het bespotten van zowel Frans als Italiaans chauvinisme. De combinatie met overdreven stereotypering blijft voor mij onweerstaanbaar.

  2. Bert Schijf

    Bij het P.S. ‘onherstelbaar verbetert’ Mijn favoriete Duitse woord: een Verschlimmbesserung. Fantastische taal dat Duits. We kunnen het woord zo overnemen in het Nederlands, want wij hebben er geen woord voor..

    1. FrankB

      Verslechtbetering klinkt anders helemaal niet gek.
      Dat is zo leuk als talen nauw verwant zijn; je kunt ter verrijking een heleboel uitdrukkingen rechtstreeks vertalen. Een favoriet van mij uit het Engels is “met de tong in de wang”.
      Als het Duits de mallote naamvallen zou afschaffen zou ik de taal ook fantastisch vinden.

      1. Frans

        Nou nee. Anglicismen zijn over het algemeen een verslechtslechtering. Maar goed, als je zo wilt praten, go your gang.

        1. FrankB

          Het is een zwaktebod om een anglicisme te pareren met black coal English – it’s not even Dunglish. Really, you’re looking for nails at low tide. So frankly, my dear, your view can oxidate at the lower end of my digestive system.

      1. Prachtige en zeer inventieve taal, beïnvloed door het Engels en het Nederlands, maar toch vooral door het Nederlands.

        Nog een paar voorbeelden:

        – een ‘amperbroekie’ is een tangaslip (soms ook een ‘deurtrekkertje’ genoemd).
        – aptijtwekker is een aperitief.

        Een van de grappigste maar ook meest verwarrende is een ‘aftrekplek’ en dat is een
        parkeerplaats langs de snelweg (dus geen zgn. ‘afwerkplek’!)

    2. Mijn favoriete woord in het Duits is: Fingerspitzengefühl. Je hebt er zowat een hele zin voor nodig om het begrip te vertalen.
      Ook ik vind het Duits een prachtige taal! Ik begrijp ook niet waarom er zo weinig animo aan de Nederlandse universiteiten is om deze taal te studeren. Tijdens mijn studie medicijnen in Leuven hadden we nog veel leerboeken in het Duits. Nu is het allemaal Engels wat de klok slaat.

      Naar het schijnt zouden er meer Duitsers zijn die Nederlands studeren dan Nederlanders die Duits studeren. Schade!

      1. Bert Schijf

        @Rogier Van Bever. Nog eentje dan: Lokalmatador. Het Nederlands kent natuurlijk het futloze ‘lokale grootheid’. Maar Lokalmatador kan probleemloos in het Nederlands worden opgenomen. Ik gebruik het weleens. De dominantie van het Engels is bijna onvermijdelijk, maar wat echt zorgen baart is de afnemende kennis van het Duits en Frans en daarmee de afsluiting van belangrijke culturen. Kennis van het Duits biedt bovendien via vertalingen ruime toegang tot Oost-Europese taalgebieden. Een leuk Vlaams woord voor een Nederlander is kotmadam. De eerste keer dat ik het hoorde moest ik aan iets heel anders denken, maar het is een eerzaam beroep.

        1. Dat klopt, Bert. In Leuven, maar ook in andere Belgische universiteitssteden, was je op ‘kot’ als je ‘op kamers’ was. De hospita was een ‘kotmadam’. Haar echtgenoot was een ‘kotbaas’, maar dat laatste woord werd in het algemeen weinig gebruikt.

          ‘Kot’ was wel typisch studentenjargon, want de instantie die zich bezighield met de bemiddeling voor studenten om een kamer te krijgen, gebruikte het woord niet, maar wel ‘kamer’. In het algemeen was de betekenis van ‘kot’ buiten studentenkringen,
          net zoals in Nederland, pejoratief of familiair. Een bordeel was bvb. een ‘hoerenkot’, en een patatkraam was een ‘frietkot’. Ook had je een ‘varkenskot’ en een ‘konijnenkot’.

          Verder werd vroeger een ‘kot’ ook nog gebruikt voor een armetierig huisje. Des te opmerkelijker was het dat de Belgische minister van Volksgezondheid, Maggie de Block, huisarts, recent in verband met de coronacrisis, opriep: “Blijf in uw kot”. Voor de Vlamingen klinkt dit toch een beetje ordinair, maar dat gaf haar oproep misschien een krachtiger effect. De boodschap kwam misschien daardoor iets krachtiger over!
          Of dat zo is, zal de toekomst uitywijzen.

          1. Bert Schijf

            Bedankt Roger voor de uitleg van het woord kot. Ik heb het inderdaad voor het eerst van Antwerpse studenten gehoord. Toen realiseerde ik me niet dat het vooral een studentenuitdrukking is.

  3. Hans van der Veen

    Goscinny was een meester in de ironie der hyperbolen. Zo zei de leiders de Corsicanen in Asterix op Corsica, Ozewiezewozewiewallakristallix ((Franse naam mij onbekend, maar deze is al famtastisch) over Julius Caesar: En zullen hem nooit als onze keizer erkennen. Áls wij al ooit eenkeizer zullen erkennen, dan moet het wel een CORSICAANSE keizer zijn. Waarvan akte

    1. Willem Vermeer

      Nu tweemaal gelezen met een halve dag tussenruimte. Beide malen in lachen uitgebarsten.

      Heb dank! :))

Reacties zijn gesloten.