
Je hebt oudheidkundige ontdekkingen en oudheidkundige ontdekkingen. Hoewel archeologen hun vondsten altijd hypen, groeit hun kennis meestal niet door deze of gene opgraving, maar door de geleidelijke toename van het totale aantal vondsten. We weten nu meer over onderwerp X omdat het databestand nu N keer groter is dan vroeger. Of, deftig gezegd: kwantitatieve groei leidt tot kwalitatieve verbetering.
Het gebeurt dus maar zelden dat een enkele ontdekking leidt tot een totaal nieuwe visie, maar het Uluburunwrak, in 1982 aangetroffen voor de Zuidwest-Turkse kust, behoort in die categorie. Makkelijk was het onderzoek niet. Het wrak lag namelijk op bijna dertig meter diepte en in totaal maakten de kikvorsmannen niet minder dan 22.000 duiken. De lading van het vijftien meter lage schip lag bovendien verspreid over een vrij groot gebied. In de loop van enkele jaren haalden de duikers al met al 15.000 voorwerpen en voorwerpjes naar boven. Het resultaat: voor het eerst kregen oudheidkundigen een beeld van de wijze waarop kooplieden in de Late Bronstijd rondtrokken.
Koper, tin, brons
Het opvallendst was een verzameling keurig op een rijtje liggende koperbaren. Misschien heeft u vorig jaar voorbeelden gezien op de Cyprustentoonstelling in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Er waren in totaal 354 baren, meestal in de gebruikelijke vorm: een ossenhuid. Een chemische analyse bevestigde wat al was vermoed: het koper kwam van Cyprus. Er was ook tin aan boord, mogelijk afkomstig uit Centraal-Azië. Door wat tin aan koper toe te voegen maakte men brons, het hardste en beste metaal dat men destijds kende.
Maar er was meer. Het scheepshout was afkomstig van cederbomen, wat suggereert dat het schip was gebouwd in Libanon. Een dendrodatering leerde dat de bomen waren gekapt rond 1305 v.Chr. Er waren Nubische struisvogeleieren aan boord, het nodige aardewerk, 175 schijven kobaltblauwe glaspasta (ik blogde er al eens over), twee Mykeense zwaarden, ebbenhout en ivoor, godenbeeldjes, bekers, nijlpaardentanden en de slagtand van een olifant. Een scarabee was voorzien van de naam van koningin Nefertiti, de echtgenote van de Egyptische koning Echnaton en moeder van Toetanchamon. Dat voorwerpje was, op het moment dat het schip te water werd gelaten, al een halve eeuw oud.
Wisselgeld
De duikers vonden ook Kanaänitische sieraden, sommige intact, andere versleten. En dat is interessant! Het suggereert namelijk dat versleten sieraden, die immers waren gemaakt van een edelmetaal als goud of zilver, nog waarde vertegenwoordigden. Een leuke theorie is dat dit het wisselgeld is geweest van de Bronstijd. Dat zou ook verklaren waarom sommige sieraden bewust waren gedeeld. Als om pasmunt te krijgen. Overigens vertegenwoordigde ook een half sieraad nog altijd een enorm kapitaal.
Internationale handel
Vondsten dus uit Nubië, Egypte, Kanaän, Libanon, Centraal-Azië, Cyprus, het Egeïsche Zee-gebied. Ik geloof dat nog een stuk of vier cultuurgebieden vertegenwoordigd waren in het Uluburunwrak. Dat de handel in de Bronstijd zó internationaal was, had in 1982 niemand voorzien, al kun je met de kennis van nu aanwijzingen herkennen in eerder bekend bewijsmateriaal, zoals Egyptische muurschilderingen. We weten nu dat dat geen geïdealiseerde voorstelling waren maar accurate weergaven van de werkelijkheid.
Omdat de zeestromingen en winden tegenwoordig niet heel veel anders zijn dan vroeger mogen we aannemen dat de schepen een soort rondje voeren. Ze begonnen in Egypte, voeren langs de kust van het huidige Israël naar de havens van steden als Tyrus, Sidon, Beiroet en Byblos, waarvandaan ze overstaken naar Cyprus. Daar zal Enkomi een belangrijke aanlegplaats zijn geweest. Koper nam men wat verderop aan boord. Daarna voer men naar Rhodos of Kreta en het Egeïsche Zee-gebied. Hiervandaan stak een schip over naar de Cyrenaica om langs de noordelijke kust van Afrika weer terug te keren naar het beginpunt.
In het Uluburunwrak zijn twee Mykeense zwaarden gevonden. Heeft de koopman die ergens in Griekenland aan boord genomen en in geen enkele haven weten te verkopen? Of waren het twee Mykeense soldaten die terugkeerden naar hun vaderland? We weten het niet. Er is nog veel te onderzoeken en te ontdekken. Overigens is twee jaar geleden een soortgelijk wrak gevonden; ik schreef er dit stukje over.
[Dit was het 371e voorwerp in mijn reeks museumstukken. Het wrak en de andere vondsten zijn te zien in het Museum voor Onderwaterarcheologie in het Kruisvaarderskasteel van Bodrum.]
Een welgemeend Wow!!!
Moest n.a.v. die sieraden denken aan het volgende. In het middeleeuwse Rusland was het woord voor “halsketting” (grivna) ook in gebruik als aanduiding van een specifieke monetaire eenheid. Groot geld wordt altijd uitgedrukt in aantal grivny. [Kleinere bedragen gaan in eekhoorns en marters, maar dat spreekt bijna vanzelf. ;)]
En nogmaals: Wow!
Een paar dagen terug las ik nog nieuws over een spectaculaire vondst van een scheepswrak in Spanje:
https://inspanje.nl/algemeen/14196/belangrijke-archeologische-vondst-gedaan-op-het-strand-van-denia/
Het is voor mij dan lastig te beoordelen of het echt wel een bijzondere vondst is of dat iets wordt gehyped. Gelukkig houdt Jona ons scherp.
Heel interessante blog!
…Hoewel archeologen hun vondsten altijd hypen…
Is dat wel zo?
Dat fenomeen doet mij vooral denken aan medische onderzoekers.
Die hypen een vondst soms tien jaar vóór mensen er iets aan hebben of het verdwijnt stilletjes van het toneel. Nu dreigt er weer een rat-race met het anti-corona vaccin, waarbij met
zevenmijlslaarzen door de verplichtingen (vooral wat de veiligheid) betreft van de GCP (Good Clinical Practice), gesneld wordt. Als er iets nieuws ondekt wordt in de sterrenkunde, wiskunde of natuurkunde veroorzaakt dat weinig deining bij het publiek. omdat het voor hen geen of weinig consequenties heeft. Een zons- of maansverduistering of een komeet uitgezonderd. want dat kan men zien. In bladen als Eos, Scientific American, Kijk en nog een paar andere publicaties die ik lees, wordt er meestal een aantal bladzijden gewijd aan nieuwe ontdekkingen (zoals wat er de laatste maanden met de ster Betelgeuze aan de hand is en de speculaties van de astronomen over dit Interessante feit). Voor niet-vakmensen en geïnteresseerde leken leuk om te weten, maar het wordt niet als groot nieuws in de media gebracht omdat het voor de mens (nog) niets te betekenen heeft.
Er zijn dus twee mogelijkheden:
1. Of de archeologen die dat wrak hebben gevonden hypen het onder vakgenoten om bij de collegae meer aanzien te verwerven (op zichzelf zeer goed te begrijpen), Of omdat ze zelf beseffen dat hier iets echt belangrijk gevonden is (ook zeer goed te begrijpen)
2, Of de archeologen hebben tot nu toe, ondanks het feit dat ze volgens jou hun vondsten altijd hypen. nog niet de voldoende penetratie bij de media en het publiek te krijgen. en moeten een manier vinden om dat voor elkaar te krijgen, als het doel van dat hypen is dat zo’n belangrijke vondst doordringt tot het belangstellende deel van het mensdom.
Ik weet dat die communicatie je zeer ter harte gaat. Maar ik zou graag willen weten of daar veel vooruitgang in zit. Aan de kwaliteit jou zal het niet liggen.
“Is dat wel zo?”
Natuurlijk niet. Maar ook JonaL mag er van uitgaan dat zijn trouwe lezers zijn overdrijvingen herkennen.
Natuurwetenschappers kunnen ook uitstekend hypen. OK, soms is dat gerechtvaardigd (de vondst van het higgs-boson) maar de bekendmaking in 2011 dat natuurkundigen neutrino’s hadden gevonden die sneller gingen dan het licht kan prima concurreren met het lawaai van sommige archeologen.
Dat was nou juist het voorbeeld waarvan ik even getwijfeld heb of ik het zou aanhalen!
Beste Frank, heb je wel goed gelezen wat ik over mijn eigen vak heb geschreven? Dat berrust op een langjarige ervaring.
Zowel bij de bêta-wetenschappen als bij de gamma-wetenschappen zou er wel een tandje bij kunnen wat betreft voorlichting in den brede aan het publiek. Zelf vind ik dat de exacte wetenschappers ook wel eens wat meer van zich mogen laten horen.
Verder vind ik niet dat je jezelf niet moet opstellen als een exegeet van wat Jona Lendering bedoelt met zijn blog. Ik ga er van uit dat hijzelf daartoe en gezien mijn achtergrond hoef ik van jou ook geen lessen te leren!
Vriendelijke groet
Roger van Bever
berrust =berust
dat hijzelf = dat hijzelf daartoe in staat is
“gezien mijn achtergrond hoef ik van jou ook geen lessen te leren”
Gunst, ik heb juist een paar dozijn lessen geprepareerd om die eens gezellig door uw strot te duwen.
“Verder vind ik …..”
Dank voor deze waardevolle informatie.
Uw grofheid kent geen grenzen en ik laat mij niet verleiden tot dit niveau!
JonaL geeft een boeiend en leerzaam verslag over de belangrijke vondsten uit een schip dat is vergaan. Als leuke toegift maakt hij ook nog de grap om een banale marxistisch-leninistische redenering over kwantiteit die omslaat in kwaliteit, deftig te noemen. De historicus Jan Romein gebruikte die zegswijze graag, maar het boek van Karel van het Reve, Het geloof der kameraden, 1969, schijnt te zijn vergeten. JonaL had kunnen schrijven dat om vooruitgang te boeken met het toenemend aantal archeologische vondsten inductieve redeneringen soms vervangen moeten worden door deductieve redeneringen waarbij het ontwikkelen van modellen en toetsbare hypothesen mogelijk wordt. Die kunnen dan weer getoetst worden aan beschikbare databestanden. Maar zo werkt het, geloof ik, niet bij archeologen.
Ja, ik herkende de grap ook. Ik meende dat het Stalin was die “kwantiteit is ook een kwaliteit” antwoordde toen hij werd aangesproken op de grote verliezen van het Rode Leger. Maar het zal me niet verbazen als ook dit apocrief blijkt te zijn.
Ik ben nou toch wel benieuwd of er al meer bekend is over dat wrak bij Antalya…
“kikvorsmannen”
Die had ik al een tijd niet meer gehoord.