
[Het derde, wat lange deel van een reeks over de Dekeleïsche of Ionische Oorlog, ofwel de ondergang van Athene. Het eerste deel is hier.]
Over wat volgde, bestaan twee verslagen. Het eerste daarvan is geschreven door Xenofon, een tijdgenoot die een vervolg schreef op het onvoltooid gebleven geschiedwerk van Thoukydides. Ik zal hem hierna citeren in de vertaling van Gerard Koolschijn. De andere beschrijving van de slag bij de Geitenrivieren is van Eforos van Kyme. Deze auteur werd enkele jaren na de gebeurtenissen geboren maar kon nog volop overlevenden interviewen. Zijn boek is verloren gegaan, maar een uittreksel is opgenomen in de Bibliotheek van de Wereldgeschiedenis van de Siciliaanse historicus Diodoros.
De twee verslagen lijken elkaar bij de beschrijving van de slag tegen te spreken, maar stemmen overeen over de aanloop. Xenofon zegt het als volgt:
Bij zonsopgang stelden de Atheners zich bij de haven van Lampsakos frontaal in slagorde op voor een zeeslag. Maar toen Lysandros niet tegen hen uitvoer en het al laat op de dag was, voeren ze weer terug naar de Geitenrivieren. Lysandros gaf zijn snelste schepen opdracht de Atheners te volgen, te kijken wat ze na hun ontscheping deden en dan terug te varen en dat aan hem te rapporteren. Hij liet niet ontschepen voordat ze waren teruggekomen. Dit deed hij vier dagen achtereen en steeds voeren de Atheners uit om slag te leveren.
Lysandros keek de kat uit de boom. Zolang hij beter bevoorraad was dan zijn vijanden, had hij geen haast.
Alkibiades
Het is op dit punt dat er een vreemd incident plaatsvond en de twee verslagen uiteen beginnen te lopen: de Atheense leiders kregen bezoek van Alkibiades, die zich had teruggetrokken op een landgoed in de omgeving. Xenofon beweert dat de balling de zes Atheense admiraals alleen wilde adviseren, maar Eforos weet te melden dat hij de hulp kwam aanbieden van twee Thrakische stammen die Athene wilden steunen. Aangezien de Atheense vloot groter was dan de Spartaanse, moest het mogelijk zijn de nieuwe troepen over te zetten naar de Aziatische zijde van de Hellespont en Lysandros’ aanvoerlijnen af te snijden, waardoor de Spartanen ineens in Lampsakos in de val zouden zitten. In ruil voor dit aanbod vroeg Alkibiades een deel van het commando, maar de Atheense leiders verzochten hem te vertrekken.
Oudhistorici weten niet goed wat ze van deze gebeurtenis moeten denken en komen niet zelden met vergezochte verklaringen. Zo is geopperd dat Alkibiades weer was overgelopen en dit keer de Spartanen ter wille was door verdeeldheid te zaaien bij zijn tegenstanders. Het kan waar zijn, zoals het ook waar kan zijn dat Eforos de waarheid vertelt en de Atheense admiraals een prachtkans lieten liggen.
Xenofons verslag
Voorlopig zijn de enige bronnen Eforos en Xenofon. Laatstgenoemde vervolgt:
Lysandros zei tegen de mensen van zijn vloot die de Atheners volgden dat ze, wanneer ze opmerkten dat ze aan land waren gegaan en zich over het land hadden verspreid – wat ze met de dag méér deden, omdat ze hun voedsel ver weg kochten en ook wel een lage dunk van Lysandros hadden doordat hij niet uitvoer – weer naar hem terug moesten varen en halverwege een schild moesten ophijsen [om een lichtsignaal te geven]. Zij deden wat hij had bevolen. Meteen gaf Lysandros order zo snel mogelijk uit te varen. [Zijn officier] Thorax ging met de infanterie mee.
Toen [de Atheense admiraal] Konon de aanval zag, gaf hij het signaal uit alle macht naar de schepen uit te rukken. Maar doordat de mannen zich verspreid hadden, waren op sommige schepen maar twee [van de drie roei]banken bezet, op andere één en er waren er ook volledig leeg. Konons schip en nog zeven andere met hem voeren volledig bemand in gesloten formatie uit, evenals [de staatsgalei] Paralos, maar alle andere kreeg Lysandros bij het land in handen. De meeste mannen bracht hij op het land bijeen. Anderen wisten nog in de forten te vluchten.
Konon vluchtte met zijn negen schepen. Omdat hij inzag dat de Atheense zaak verloren was, liep hij binnen bij Abarnis, de kaap van Lampsakos, en maakte daar de grote zeilen van Lysandros’ schepen buit. Daarop voer hij zelf met acht schepen weg naar [koning] Euagoras op Cyprus, en de Paralos naar Athene met het bericht wat er gebeurd was.
Kortom, volgens Xenofon wachtte Lysandros tot de Atheners niet op hun hoede waren, stak hij de smalle zeestraat over en vernietigde de volledige Atheense vloot voordat zijn vijanden iets konden ondernemen.
Eforos’ verslag
Eforos vertelt echter iets anders. Bij hem is er geen sprake van schepen die Lysandros lichtsignalen moesten geven, maar wel van een zeeslag tussen de Athener Filokles en Lysandros. Xenofon kent dit gevecht niet. Ook de naam van de commandant van de Spartanen die bij de Geitenrivieren landden is een andere. De vertaling is van Hein van Dolen.
Toen de vijanden een zeeslag vermeden en in het leger hongersnood heerste, gaf Filokles, die op die dag het commando voerde, aan de andere kapiteins het bevel hun triëren te bemannen en hem achterna te komen. Hijzelf zou met dertig schepen die al uitgerust waren voor hen uitvaren. Lysandros kreeg dit te horen van een paar overlopers. Hij stak met zijn hele vloot in zee en dreef Filokles op de vlucht, waarna hij tot aan de rest van de schepen de achtervolging inzette. De Atheners waren nog bezig met het bemannen van de schepen toen de vijand plotseling voor hen opdoemde zodat er een algehele paniek uitbrak. De opschudding onder de tegenstanders ontging Lysandros niet en hij zette snel zijn adjudant Eteonikos met het ervaren voetleger aan land. Deze nam de gelegenheid te baat en bezette een deel van het kamp, terwijl Lysandros zelf met al zijn gevechtsklare schepen de aanval inzette en enterhaken liet uitwerpen. Daarmee kon hij de schepen wegslepen die langs de kust voor anker lagen.
Harmoniseren
Oudhistorici hebben op allerlei manieren geprobeerd deze verslagen te harmoniseren. Toch is de vraag (gesteld door een mij helaas onbekende VU-student Mark Hay) of de bronnen elkaar wel tegenspreken. De Atheners hadden na vijf dagen aan de Geitenrivieren weinig voedsel, maar konden niet naar Sestos varen omdat ze dan het contact met de vijand verbraken. Daarom besloten ze in de loop van de avond een eskader naar Sestos te sturen om voedsel te halen en de volgende ochtend met gunstige wind terug te zeilen. Het grootste deel van de Atheense vloot werd zoals altijd aan land getrokken.
Lysandros kwam het plan echter te weten. Misschien door een overloper, die de anderhalve kilometer brede Hellespont kan zijn overgezwommen, of misschien doordat hij de Atheense plannen kon vermoeden. Een Spartaans eskader, gecommandeerd door Eteonikos, voer snel achter Filokles aan, die, toen hij merkte dat hij werd gevolgd, niet anders kon dan de steven wenden om te voorkomen dat hij van de hoofdmacht afgesneden zou raken. Een lichtsignaal van de achtervolgende Spartaanse schepen was voldoende om aan de achterblijvers in Lampsakos, die niet goed konden zien wat in de richting van Sestos gebeurde, duidelijk te maken dat de Atheners terugkeerden. Eteonikos zette zijn troepen daarop ten zuiden van de Geitenrivier aan land, en Thorax in het noorden, terwijl Lysandros de Atheense vloot zelf aanviel.
Als deze analyse klopt, is de tegenspraak van de bronnen over het vlootgevecht bij de Geitenrivieren slechts schijn. Ze komt voort uit het feit dat de ooggetuigen zich op verschillende plaatsen bevonden en een beperkt gezichtsveld hadden. Zo lijkt Eforos’ zegsman zich aan boord van een van de schepen van Filokles te hebben bevonden en was Xenofons informant bij de manschappen van Thorax. De verwarring van de bronnen is in feite die van het slagveld zelf.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.