
[Het laatste deel van een reeks over de Dekeleïsche of Ionische Oorlog, ofwel de ondergang van Athene. Het eerste deel is hier.]
Alleen de Athener Konon was aan het bloedbad bij de Geitenrivieren ontkomen. En met hem de bemanning van negen schepen. De Spartanen bemachtigden of vernietigden de rest van de Atheense vloor. Ze stelden de krijgsgevangen genomen Filokles terecht. Van de andere gevangen Atheners hakten ze de rechterduim af, zodat ze nooit meer een zwaard of roeiriem zouden hanteren. Alkibiades sloeg weer eens op de vlucht en zou korte tijd later zijn einde vinden.
Athene had de oorlog met Sparta, die de laatste jaren succesvol was verlopen, verloren in één avond. Zonder vloot was het immers onmogelijk de stad te bevoorraden met het graan dat Athene importeerde van de Egeïsche eilanden en het gebied rond de Zwarte Zee. De Atheners wisten dat ze gedoemd waren, zoals Xenofon aangeeft:
In Athene werd na de aankomst van de Paralos ’s nachts de ramp doorverteld en geweeklaag liep van de haven de muren tot in de stad, doordat de één aan de ander het bericht doorgaf. Die nacht sliep dus niemand. Niet alleen om de gesneuvelden rouwden ze, maar veel meer nog om zichzelf, omdat ze dachten dat met hen zou gebeuren wat zij zelf met de mensen van Melos hadden gedaan, kolonisten van de Spartanen, toen ze hen na een beleg hadden overwonnen, en met de mensen van Histiaia, van Skione, van Torone, van Aigina en van vele andere Griekse steden.
Uiteindelijk kwamen de Atheners er beter vanaf dan ze hadden verwacht. De belegering van de stad duurde enkele maanden en toen Athene capituleerde, belegden de Spartanen een vergadering waarin ze de meningen van hun bondgenoten wilden horen over het lot van de bevolking. De Thebanen en Korinthiërs wilden de stad het liefst met de grond gelijk maken en alle Atheners doden of toch minimaal deporteren, maar de Spartanen beperkten zich ertoe het Atheense bondgenootschap te ontbinden, een deel van de stadsmuren te laten slopen en een pro-Spartaanse regering aan de macht te brengen.
Zo kwam in april 404 een einde aan de derde grote oorlog tussen Sparta en Athene. De eerste was die van 460-445, die eindigde met het Dertigjarig Bestand. De tweede, de Archidamische Oorlog was begonnen bij Sybota en duurde van 431-421. De derde staat bekend als de Dekeleïsche of Ionische Oorlog (413-404). De volgende ronde zou de Korinthische Oorlog zijn, van 395-387, waarin Athene zijn comeback maakte en Sparta het leven zuur maakte, geholpen door Thebe, Argos en Korinthe. Maar dat was pas later. Voor het moment was Sparta net zo beschadigd als Athene. Toen Atheense democraten enkele maanden na de capitulatie de Spartaanse regenten verdreven, berustte Sparta daar maar in.
De redenen voor deze lankmoedigheid zijn niet moeilijk te raden. Enerzijds had Sparta Athene nodig als tegenwicht tegen Thebe en Korinthe, steden die het in 404 ontstane machtsvacuüm maar al te graag vulden, anderzijds had Sparta niet langer de troepen om Athene te beheersen. In het Perzische Rijk was Darius II Nothos namelijk overleden en opgevolgd door Artaxerxes II Mnemon. Diens broer Cyrus was begonnen Spartanen te ronselen om als huurlingen deel te nemen aan een campagne tegen de nieuwe koning. Daarover een andere keer.
“De Thebanen en Korinthiërs wilden de stad het liefst met de grond gelijk maken”
“waarin Athene zijn comeback maakte en Sparta het leven zuur maakte, geholpen door Thebe, Argos en Korinthe. ”
Zeker, pas 17 jaar later, maar evengoed een fraai voorbeeld van het politieke opportunisme (op de korte termijn) van de Griekse Gouden Eeuw.(en). De overeenkomsten met de Italiaanse stadstaten uit de Renaissance periode blijven opmerkelijk.
Wat een prachtig realistisch reliëf. Ik was verrast door het ontbreken van de stilering. Dit reliëf ‘komt binnen’.
Vind ik ook.
Ja, mooi hè.