[Dit is de twaalfde aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.]
De liefde bedrijven is, als we Plato mogen volgen, op zijn tijd prima. Belangrijker dan seks is het echter over filosofie te blijven lezen. Tenminste, als je de woorden van Sokrates in Symposion volgt.
Die krijgt van Plato echter niet het laatste woord. Juist als Sokrates uitgesproken is, valt namelijk Alkibiades in dronken staat binnen. Ooit had Sokrates deze generaal midden in een veldslag het leven gered.
[Een korte serie over de man die de Grieken en Romeinen aanduidden als de vader van de filosofie: de Athener Sokrates. Het eerste deel was hier.]
We kennen Sokrates vooral via het werk van Plato, vooral diens vroege werk. Hierin zien we Sokrates als een horzel om zijn gesprekspartners heen zoemen, hen bestokend met zijn lastige vragen. Deze dialogen hebben vaak geen duidelijke conclusie.
Andere tijdgenoten beschrijven Sokrates als iemand die aansluit op het relativisme van de sofisten. De toneelschrijver Aristofanes schreef een komedie waarin Sokrates een jongen leert drogredeneringen te gebruiken om zijn vader te slim af te zijn. De publicist Xenofon pocht daarbij dat Sokrates hem geadviseerd zou hebben bij handel en beleggingen. Volgens Plato en latere schrijvers zou Sokrates echter alleen in morele zaken geïnteresseerd zijn geweest. Om materiële zaken zou hij niets hebben gegeven, en om handel en beleggingen al helemaal niet.
De Hellespont, kijkend vanaf de monding van de Geitenrivieren naar Lampsakos
[Het derde, wat lange deel van een reeks over de Dekeleïsche of Ionische Oorlog, ofwel de ondergang van Athene. Het eerste deel is hier.]
Over wat volgde, bestaan twee verslagen. Het eerste daarvan is geschreven door Xenofon, een tijdgenoot die een vervolg schreef op het onvoltooid gebleven geschiedwerk van Thoukydides. Ik zal hem hierna citeren in de vertaling van Gerard Koolschijn. De andere beschrijving van de slag bij de Geitenrivieren is van Eforos van Kyme. Deze auteur werd enkele jaren na de gebeurtenissen geboren maar kon nog volop overlevenden interviewen. Zijn boek is verloren gegaan, maar een uittreksel is opgenomen in de Bibliotheek van de Wereldgeschiedenis van de Siciliaanse historicus Diodoros.
De twee verslagen lijken elkaar bij de beschrijving van de slag tegen te spreken, maar stemmen overeen over de aanloop. Xenofon zegt het als volgt:
Onlangs schreef ik over de Siciliaanse Expeditie: in 415 v.Chr. probeerde Athene vergeefs Sicilië te veroveren – of althans Syracuse. Het was uitgelopen op een ramp. Terwijl de Atheners in het westen actief waren, hadden de Spartanen Athene opnieuw de oorlog verklaard en koning Agis II had niet ver van de stad een fort ingericht. Hadden ze tijdens de Archidamische Oorlog – meer precies in de jaren 431-425 v.Chr. – het Atheense platteland alleen geplunderd met korte campagnes, nu waren de Spartaanse troepen er permanent. Tijdens de Ionische of Dekeleïsche Oorlog (413-404) brachten enorme schade toe aan de vijandelijke economie.
De anders afstandelijke Thoukydides kan voor één keer niet verbergen dat ook hij uit Athene kwam: zoiets slims konden de Spartanen niet zelf hebben bedacht, zoiets moest wel zijn verzonnen door een Athener. Namelijk Alkibiades, de tijdens de Siciliaanse Expeditie uit het generaalsambt gezette Atheense politicus, die in Sparta in ballingschap was gegaan. Of hij echt zoveel invloed heeft gehad staat te bezien.
[Dit is het tweede deel van een zesdelige reeks over de Siciliaanse Expeditie waarmee Athene probeerde Syracuse te onderwerpen. Het eerste deel is hier.]
De Atheense vloot die in de zomer van 415 v.Chr. uitvoer telde uiteindelijk nog vierendertig triëren meer dan waarom Nikias had gevraagd – ruim het dubbele van waartoe de Atheners aanvankelijk hadden besloten. Zo was de beperkte operatie veranderd in een onderneming zonder weerga die, als ze succes zou hebben, Athene zou maken tot de machtigste staat in het Middellandse Zeegebied, maar als ze zou falen, zijn positie als machtigste staat van Griekenland in gevaar bracht. Het was een immense strijdmacht, maar evengoed zou blijken dat het voor elke oorlog op Sicilië noodzakelijke legeronderdeel ontbrak.
Nog nooit was er een tocht ondernomen verder van huis en met groter verwachtingen van een toekomstige uitbreiding van de nu aanwezige macht. Toen de schepen bemand waren en alles was ingescheept wat zij op hun reis moesten meenemen, werd met de trompet stilte geblazen en werden de voor het vertrek gebruikelijke gebeden uitgesproken, niet op elk schip afzonderlijk, maar allen tezamen spraken zij de woorden van de heraut na. Mengvaten werden gevuld het gehele leger langs gedragen en uit gouden en zilveren bekers werd door de manschappen en officieren geplengd. (Thoukydides 6.32.1; vertaling M.A. Schwartz.)
Thoukydides (Mozaïek uit Gerasa, nu in het Altes Museum, Berlijn)
Wat was de allerbelangrijkste gebeurtenis uit de Griekse geschiedenis? De Atheense geschiedschrijver Thoukydides wist het: de mislukte expeditie van zijn landgenoten naar Sicilië.
Het was bij mijn weten de belangrijkste gebeurtenis uit de Griekse geschiedenis, omdat ze voor de overwinnaars even schitterend verliep als voor de verliezers rampzalig. Zij zijn immers op overweldigende wijze verslagen en hadden de zwaarste verliezen geleden. Het was zogezegd een nationale ramp: leger, vloot, ja wat niet al, was verloren gegaan. En van al die mensen is maar een handjevol thuisgekomen. (Thoukydides, Peloponnesische Oorlog 7.87.5-6; vert. Hein van Dolen)
Deze woorden uit het geschiedwerk van Thoukydides gelden als hét klassieke voorbeeld van de stijlfiguur die bekendstaat als bathos: na drie plechtige volzinnen volgt op de plaats waar je de ronkende conclusie zou verwachten een zinnetje in spreektaal dat, doordat het de verwachting doorbreekt, bevreemdend overkomt. Vaak is dat komisch bedoeld, maar niet bij de serieuze Thoukydides. Zijn wending in stijl illustreert de wending in de oorlog. Toen hij de geciteerde woorden schreef, vermoedelijk in 411 v.Chr., meende hij dat de mislukte Atheense aanval op Sicilië een keerpunt was geweest in het al langer spelende conflict met Sparta. (Ik blogde al eerder over de aanloop naar de oorlog bij Sybota, over de Archidamische Oorlog van 431-421 en over de slag bij Mantineia in 418.) De Atheense verliezen waren, althans volgens Thoukydides, te groot geweest en toen het conflict met Sparta opnieuw oplaaide (de Dekeleïsche Oorlog, 413-404) zou Athene vroeg of laat bezwijken. Vandaar: de Siciliaanse expeditie was de belangrijkste gebeurtenis uit deze oorlog en de hele Griekse geschiedenis.
[Vijfde deel van een reeks over de oorlog tussen Athene en Sparta. Het eerste deel was hier.]
De Spartanen en hun tegenstanders – een coalitie van de democratische stadstaden Argos, Mantineia, Elis en Athene – waren op elkaar gestuit, even ten zuiden van de stad Mantineia.
Hoplietenveldslag op het Nereïdenmonument uit Xanthos (British Museum, Londen)
[Vierde deel van een reeks over de oorlog tussen Athene en Sparta. Het eerste deel was hier.]
De Spartanen waren uitgerukt tegen een coalitie van Argos, Mantineia, Elis en Athene. Volgens Thoukydides stuitten de legers twee kilometer ten zuiden van Mantineia op elkaar. De Spartanen, die meenden dat hun vijand zich noordelijker bevond, rukten in een rij op door een bos en zagen, toen ze de bosrand hadden bereikt, ineens het al opgestelde leger van hun tegenstanders. Snel stelden de Spartaanse onderdelen zich op:
Romeins mozaïek met een portret van Alkibiades (Museum van Sparta)
[Derde deel van een reeks over de oorlog tussen Athene en Sparta. Het eerste deel was hier.]
De Archidamische Oorlog (431-421 v.Chr.) was geëindigd met een vredesverdrag, maar in Athene heerste grote frustratie. Men had de oorlog niet verloren maar ook geen verbetering bereikt in de strategische positie. De ergernis maakte de weg vrij voor politici als Alkibiades, die met diplomatieke middelen wilde bereiken wat met geweld niet was gelukt. Sparta’s reputatie was zo sterk gehavend dat het in 420 kon worden uitgesloten van deelname aan de Olympische Spelen zonder dat het daartegen veel kon uitrichten.
Een grotere vernedering bestond niet en op de Peloponnesos begon zich een nieuwe, niet meer door Sparta gecontroleerde, alliantie te vormen van de democratische stadstaten Argos, Mantineia en Elis. Alkibiades meende dat Athene zich daar alleen maar bij hoefde aan te sluiten om verzekerd te zijn van bondgenoten in Sparta’s achtertuin. Dat moest voldoende zijn om de Spartaanse alliantie uiteen te doen vallen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.