
De omgeving van Jeruzalem is voor het jodendom de allerbelangrijkste regio, maar Irak is een goede tweede. Sinds de Babylonische koning Nebukadnezzar rond 587 v.Chr. de Joodse elite afvoerde naar het oosten, leefden er Joden in het Tweestromenland. Ook toen ze mochten terugkeren, bleven er Joden in Babylonië. Daar blogde ik al eens over. Steden als Nippur en Nehardea golden als belangrijke centra voor joodse religieuze studie.
Er moet in Irak ook een tempel zijn geweest. Die staat namelijk vermeld op een kleitablet dat bij mijn weten nog niet is uitgegeven. Dat de Bijbel het heiligdom niet noemt, behoeft geen verbazing: de samenstellers beschouwden Jeruzalem als enige plaats waar aan Jahweh geofferd mocht worden, en zwegen de concurrentie liever dood. De joodse tempel in Elefantine blijft ook onvermeld.
Na de Oudheid
Babylonië is de plaats waar de jongste van de twee Talmoeds is vervaardigd: een boekenplank vol rabbijnse commentaren op de Mishna. Lang is gedacht dat de eindredactie plaatsvond in de Sasanidische tijd, maar inmiddels neigen onderzoekers erna de tekst te plaatsen in de eerste eeuw van het kalifaat. Net als de Mishna benadrukt de Babylonische Talmoed hoe joods leven mogelijk is in een land zonder Joodse regering.
De meeste joden hebben Irak na 1948 verlaten en zijn verhuisd naar de staat Israël. Een cynisch grapje wil dat er in Bagdad nog twee joden over zijn en dat die ruzie hebben. In feite schijnt het te gaan om een stuk of dertig families, maar er is in elk geval weinig hoop voor de toekomst van het jodendom in wat ooit een van de grote creatieve centra was van deze religie.
Bedreigd erfgoed
In Khifl wijst men echter nog altijd het graf van Ezechiël aan. Moslims vereren deze profeet eveneens, zodat het een gedeeld heiligdom kon zijn. Zulke gedeelde cultusplaatsen kennen we wel meer uit het Midden-Oosten. Het heeft alles te maken met het feit dat een gebedshuis vaak ook het dorpshuis is, waar iedereen samenkomt voor een praatje of om advies in te winnen. Zo was het vroeger ook en het maakte eigenlijk niet zoveel uit wie je er vereerde. Ik blogde al eens over de plekken waar Elia, Sint-Joris en Khidr een heiligdom delen. Ook in Khifl heeft Khidr een plek. (Over Sint-Joris heb ik het vrijdag nog.)

Een andere joodse auteur die in Khifl zijn graf zou hebben, is Baruch, de secretaris van de profeet Jeremia. Doordat de joden vertrokken zijn, is Khifl nu een exclusief sji’itische cultusplaats, maar de Hebreeuwse en Aramese opschriften zijn er nog.

In Uzair zou de profeet Ezra begraven liggen. Net als Khifl is het geïslamiseerd, want de joden zijn vertrokken. Naast het heiligdom staat de negentiende-eeuwse synagoge leeg. Dankzij het initiatief van enkele bewoners van Uzair is het joodse erfgoed echter bewaard. Desondanks ziet het er somber uit en u leest er hier meer over.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.