Marcus Antonius grijpt in

Marcus Antonius (Koninklijke bibliotheek van België, Brussel)

Als ik u zeg dat het 27 maart was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat voor u omreken naar 16 februari 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” Maar de aflevering van vandaag gaat niet over Caesar. Onze held is Marcus Antonius.

Caesars kolonel, die na 44 v.Chr. een leidinggevende rol zou vervullen in de republiek, was drieëndertig jaar oud. Hij had zijn sporen verdiend bij operaties in de Levant en had Caesar bijgestaan in de oorlog tegen de Eburonen en bij de belegering van Alesia. Als volkstribuun had hij ervoor geijverd dat Caesar vanuit zijn provincie naar het consulaat mocht dingen. Toen de Tweede Burgeroorlog eenmaal was uitgebroken, had Caesar hem benoemd tot commandant in Italië.

De oversteek

In de eerste weken van 49 v.Chr. had Marcus Antonius in Brindisi een leger bij elkaar weten te houden en de vloot versterkt. Het was zijn taak drie veteranenlegioenen, een rekrutenlegioen (het Zevenentwintigste) en achthonderd ruiters over de Adriatische Zee te zetten. Appianus vertelt:

Antonius scheepte de rest van het leger in en voer met een sterke gunstige wind langs Apollonia [waar Caesar en Pompeius tegenover elkaar lagen]. Tegen de middag ging de wind liggen en twintig van Pompeius’ schepen, die zee hadden gekozen om Antonius te zoeken, ontdekten hen en achtervolgden hen. De mannen op Caesars schepen vreesden dat de vijandelijke oorlogsbodems van de windstilte zouden profiteren om hen te rammen en tot zinken brengen. Ze maakten zich dus op voor de strijd en waren al begonnen stenen en pijlen te schieten, toen plotseling de wind weer aanwakkerde, hun grote zeilen onverwachts vulde en hen in staat stelde hun reis zonder angst te voltooien.

De achtervolgers bleven achter en hadden zwaar te lijden van de wind en de golven. In de ondiepe wateren raakten verspreid langs een rotsachtige kust zonder aanlegplaatsen. Met moeite veroverden ze echter twee van Caesars schepen die op een ondiepte waren vastgelopen. Antonius bracht de rest van de schepen naar de haven van Nymfaion.

Deze laatste plaats is het huidige dorpje Shëngjin in het noorden van Albanië, 150 kilometer ten noorden van Apollonia. Caesar en Pompeius moesten nu in actie komen. De laatste moest zien te verhinderen dat hij tussen twee legers ingeklemd zou raken. De eerste streefde ernaar zijn acties te coördineren met die van zijn versterkingen.

De Lex Roscia opnieuw

Ondertussen is het lot van de twee verloren schepen niet helemaal duidelijk. Appianus vertelt dat ze vastliepen, Caesar schrijft dat ze te langzaam hadden gevaren. Hij weet ook te vertellen dat de veteranen aan boord van het ene schip eindeloos soebatten over de capitulatie. Toen ze zo tijd hadden gewonnen, vochten ze zich een weg naar de andere troepen van Marcus Antonius. Aan boord van het andere schip waren rekruten, die zich overgaven aan Pompeius’ kolonel Otacilius Crassus.

Zij werden allemaal voor hem geleid en in strijd met de heiligheid van een eed voor zijn ogen gruwelijk vermoord.

Zo beschreven is het een oorlogsmisdrijf en dat is ook wat Caesar wil dat u denkt. Het gaat echter om rekruiten die waren geronseld op basis van de Lex Roscia, waarmee Caesar zichzelf het recht had gegeven niet-burgers op te nemen in de legioenen. Vanuit Otacilius Crassus’ perspectief claimden deze krijgsgevangenen ten onrechte Romeinen te zijn. En wie onder valse voorwendselen diende als legionair, riskeerde de doodstraf.

Daarbij moest wel eerst worden vastgesteld of ze niet waren opgeëist door een officier of dat het cliënten waren die als substituut door een patroon waren aangewezen. In dat geval waren niet zij zelf de schuldigen. Caesars opmerking dat Otacilius Crassus de rekruiten eerst liet voorleiden, suggereert dat deze het voorgeschreven onderzoek verrichtte. De mannen moeten hebben geantwoord dat ze vrijwillig dienden. Dat kostte hen het leven.

En de datum nog even

Laatste punt: het is natuurlijk vooral een gimmick dat ik aan het begin van de stukjes in deze reeks de datum steeds omreken. Maar het doet ertoe. Voor de antieke schepen was de Adriatische Zee eind maart redelijk goed bevaarbaar, maar dat was medio februari niet het geval. Wat Marcus Antonius deed, was buitengewoon riskant. We herkennen het beter als we de datum even omrekenen.

[Een overzicht van deze reeks is hier. ]

Deel dit:

10 gedachtes over “Marcus Antonius grijpt in

  1. Pieter

    Los van het feit dat de datum omrekenen relevant is, vind ik het ook gewoon een leuke gimmick.
    Dank je wel voor het zoveelste fijne stukje.

  2. Ben Spaans

    Iemand nog een mening over aflevering 2 van Het Verhaal van Nederland? Caesar, Germanen en Bataven. (Geen Friezen en Canefaten).

    1. Frans Buijs

      Niet gezien omdat ik niet verwachtte dat er veel voorbij zou komen wat ik nog niet wist. Dat krijg je als je deze blog volgt.

      1. Frans Buijs

        Ik heb erin gebladerd en dacht ongeveer hetzelfde: geschiedenis voor beginners. En dan komen we bij wat je hier al vaker hebt gezegd: wat als je daarna meer wilt weten?

        1. Ben Spaans

          Ik heb het ook alleen over aflevering 2. Het boek heb ik nog niet bekeken. Heeft ook geen prioriteit.

    2. FrankB

      Ik heb niet meer gekeken, omdat ik afl. 1 al matigjes vond. Ergens werd het een soap genoemd en ik vind soapseries strontvervelend (en dat gaat decennia terug).

    3. Rob Duijf

      Jazeker. Ik heb een blogpostje voor Jona in voorbereiding, maar ik wilde de aflevering van vanavond: ‘Franken en Friezen’ even afwachten.

Reacties zijn gesloten.