De slag bij Dyrrhachion begint

Reconstructie van Caesars belegeringswerken bij Alesia (Archéodrome, Beaune)

Als ik u zeg dat het 25 juni was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 16 mei 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het antwoord brengt ons terug naar Albanië, waar de legers van Caesar en de Senaat tegenover elkaar lagen bij Dyrrhachion. De generaal van de Senaat, Pompeius, beheerste het eigenlijke havenstadje en de kuststrook ten zuiden daarvan. Zijn legionairs bouwden er enorme versterkingen – een linie van 22 kilometer – om zich te verdedigen tegen de mannen van Caesar. Die probeerde hen met een ring van ruim 25 kilometer lang – in te sluiten. Hoe die eruit zagen, ziet u hierboven. Dit is overigens een reconstructie van de palissade die Caesar had laten bouwen bij Alesia, maar het zal niet veel anders zijn geweest bij Dyrrhachion. Zo’n palissade verbond een reeks kleinere forten.

Nieuw was dat Caesar probeerde de bergbeekjes zó om te leiden dat er weinig zoet water kwam naar Pompeius. Deze reageerde door zijn lastdieren en paarden over zee af te voeren. Dat kwam zijn slagkracht niet ten goede. En uiteraard waren er gevechten. Zo vielen de Senaatstroepen een fort aan waar Caesar een cohort had neergelegd, een tactische eenheid van zo’n 400 man. Caesars ondercommandant (legaat) Publius Cornelius Sulla, een neef van de dictator, kwam het bedreigde fort te hulp met een tactische reserve. Caesar vertelt:

Sulla’s gevecht

Intussen was Publius Sulla, aan wie Caesar bij zijn vertrek het commando over het legerkamp had gegeven, van de situatie op de hoogte gesteld en hij kwam het cohort met twee legioenen te hulp. Door zijn komst werden de Pompeianen met gemak teruggedreven. Ze waren niet bestand tegen de aanblik of aanval van onze troepen, maar nadat de eersten waren teruggeslagen, keerden de anderen zich om en gaven ze hun stelling op. Toen onze mannen achter hen aan gingen, riep Sulla ze terug om te voorkomen dat ze hen te ver volgden.

Nu denken de meesten dat de oorlog die dag beëindigd had kunnen worden als hij voor een fellere achtervolging had gekozen. Maar zijn besluit lijkt geen afkeuring te verdienen. Want de rol van een legaat is een andere dan die van de bevelhebber: de eerste moet alles doen volgens voorschrift, de ander moet vrij beslissen met het oog op de hele situatie. Sulla was door Caesar achtergelaten ter bescherming van het legerkamp. Toen hij zijn mannen bevrijd had, was hij daarmee tevreden en wilde hij geen beslissende slag wagen – met het risico van een slechte afloop – om niet de indruk te wekken dat hij zich de rol van bevelhebber had aangemeten. (Burgeroorlog 3.51; vert. Hetty van Rooijen)

Anders gezegd: Caesar wilde de eer van de beslissende aanval voor zichzelf houden.

Andere gevechten

Op dat moment werd op nog twee andere plaatsen gevochten. Want Pompeius had meer schansen tegelijk aangevallen om onze krachten te versplinteren en te verhinderen dat vanuit naburige schansen hulp kon worden gebracht. Op één plaats hield Volcacius Tullus met drie cohorten stand tegen de aanval van een legioen en dreef het zelfs terug. Op de andere stormden Germanen onze versterkingen uit, doodden een aantal vijanden en trokken zich ongedeerd naar hun eenheden terug.

… Toen van al deze gevechten de rekening werd opgemaakt, constateerden wij dat ongeveer tweeduizend Pompeianen waren gesneuveld, … Onze troepen verloren in alle gevechten niet meer dan twintig man. Maar in de schans was er geen soldaat die niet gewond werd, en van één cohort verloren vier centurio’s een oog. Als bewijs van hun inspanningen en gevaren telden de soldaten Caesar ongeveer dertigduizend pijlen voor die hun schans waren binnengeschoten; men bracht hem ook het schild van de centurio Scaeva, waarin honderdtwintig gaten werden aangetroffen. Wegens zijn verdiensten voor hemzelf en de staat schonk Caesar hem tweehonderdduizend sestertiën, en hij maakte bekend dat hij hem bevorderde van centurio van de achtste cohort tot hoofdcenturio van de eerste cohort; want het was zeker dat de schans grotendeels door zijn toedoen gered was. Daarna beloonde hij de cohort rijkelijk met dubbele soldij, graan, kleding, levensmiddelen en militaire onderscheidingen.

De motivatie

Misschien maakte Pompeius een fout toen hij, met een groter aantal manschappen, bereid bleek zich te laten belegeren. Hij liet het initiatief aan Caesar. Dat zal de Senaatstroepen niet hebben geïnspireerd.

De manschappen van Caesar hadden de hele winter te maken gehad met aanzienlijke problemen met de bevoorrading. Het was één van de redenen geweest waarom Caesar een deel van zijn troepen oostwaarts had gestuurd, richting Macedonië en Thessalië. Daar hadden ze de opmars van Pompeius’ versterkingen weten te blokkeren en drukten ze minder op de bevoorrading in Albanië, maar de problemen daar waren nauwelijks verminderd. Dat Caesars mannen niet gedemoraliseerd raakten, zegt iets over de kwaliteiten van hun generaal. Het verklaart een deel van de mythische status die hij heeft gekregen. Voor het goede begrip: hij was naar alle maatstaven, modern of antiek, een oorlogsmisdadiger.

[Een overzicht van de reeks #RealTimeCaesar is hier.]

Deel dit:

13 gedachtes over “De slag bij Dyrrhachion begint

  1. FrankB

    Naar moderne maatstaven is ongeveer iedere legeraanvoerder uit de Oudheid een oorlogsmisdadiger. Interessanter is dan ook te vernemen waarom Ouwe Sjuul dat volgens de maatstaven van zijn tijd was.

      1. Frans Buijs

        De oorlogsmisdaad lag dus niet zozeer in het plegen van geweld, maar in het breken van verdragen. Afspraak is afspraak, ook in een oorlog. En het citaat van Caesar laat zien waarom hij desondanks populair was bij zijn mannen: als je de gevaren overleefde kon je rijk worden. En met een veldheer als Caesar is de kans groter dat je het overleeft.

        1. Jacob Krekel

          pacta sunt servanda is dan wel Latijn, maar het is pas inde middeleeuwen een basisbeginsel van het recht geworden. Hoe de Romeinen hier zelf over dachten weet ik niet.

            1. Jacob Krekel

              Mijn eerste associatie was ook met Hugo de Groot, maar volgens deze
              https://en.wikipedia.org/wiki/Pacta_sunt_servanda is de oudste vindplaats in de 13e eeuw. Wat niet wegneemt dat De Groot misschien wel de eerste is geweest die het concept goed heeft uitgewerkt.
              In een maatschappij waarin vrijwel iedereen dat nog aan zijn laars lapte, zoals ook Reinaert uit het vorige stukje deed.

  2. Jacob Krekel

    Oorlog is naar zijn aard een misdadige activiteit, zeker naar de huidige maatstaven. Het is immers moord met voorbedachten rade op mensen die “de vijand” heten. Maar omdat oorlog onvermijdelijk blijkt, hebben veel denkers geworsteld met berippen als “rechtvaardige’ oorlog. Of hebben, zoals Heidegger, allerlei positieve kanten aan de oorlog ontdekt. Sartre meende dat hij nooit zo vrij was geweest als tijdens de oorlog.
    Ik heb dezelfde vraag als FrankB: naar welke antieke maatstaven was Caesar een oorlogsmisdadiger. Kende men dat concept al, en zijn er schrijvers die het op Caesar hebben toegepast?

    1. “Oorlog is naar zijn aard een misdadige activiteit, zeker naar de huidige maatstaven. Het is immers moord met voorbedachten rade op mensen die “de vijand” heten. ”

      U bent duidelijk geen jurist want uw bewering gaat volkomen mank. Moord is wettelijk niet gesanctioneerd, oorlog wel. Naar alle maatstaven, modern of antiek.

      1. Jacob Krekel

        @Robert Vermaat.
        Wetten worden gemaakt door machthebbers. En zoals de Romeinen al zeiden: summa ius summa iniuria. Ook lex dura sed scripta duidt er al op dat wetten niet altijd even rechtvaardig zijn.
        In Nederland wordt dit fraai geïllustreerd door de vrijwel onmogelijkheid om de omvangrijke dividendfraudes te vervolgen. De wet is hier op instigatie van de banken zo geschreven dat de belastingdienst met een schier onoverkomelijke bewijslast is opgezadeld. De banken hebben toegang tot de wetgever, in tegenstelling tot – om een willekeurig voorbeeld te noemen – de gemiddelde ontvanger van kinderopvangtoeslag.
        “U bent duidelijk geen jurist want uw bewering gaat volkomen mank.” is overigens een mooi voorbeeld van een drogreden. Als ik wel jurist zou zijn zou mijn bewering dan niet mank gaan? ( inde ogen van een positvist)

  3. Dieter Verhofstadt

    De geschiedenis wordt geschreven door winnaars. In Caesars geval zelfs letterlijk.

    1. FrankB

      Merkwaardig dan toch hoeveel Duitsers prima boeken over de twee wereldoorlogen hebben geschreven.

      1. Frans Buijs

        Maar vertellen die dan een ander verhaal dan schrijvers uit andere landen? Het verhaal van de Tweede Wereldoorlog is dat de schurk Hitler werd verslagen door de geallieerden. Als Hitler had gewonnen hadden de geschiedenisboeken verteld over hoe het Arische ras triomfeerde over de Untermensch.

Reacties zijn gesloten.