De slag bij Dyrrhachion

Cato de Jongere (Archeologisch Museum van Rabat)

Als ik u zeg dat het 17 quintilis was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 6 juni 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” En als u deze reeks volgt, weet u dat we op weg zijn naar de climax in de stellingenoorlog bij Dyrrhachion.

Caesars aanval

Caesars legioenen blokkeerden bij Dyrrhachion de door Pompeius gecommandeerde troepen van de Senaat, maar Pompeius was uitgebroken. Met zijn vloot was hij achter zijn tegenstanders geland en hij had een kamp gebouwd. Caesar moest het initiatief zien te herwinnen. En er deed zich een mooie gelegenheid voor. Aanvankelijk had Caesars Negende Legioen gebivakkeerd tegenover Pompeius’ kamp, maar later had het dat kamp opgegeven om zich te voegen bij andere eenheden. Daarop had Pompeius de plek bezet en verder versterkt. Hij had er de veldtekens ondergebracht die zijn mannen enkele dagen eerder op Caesars legionairs hadden veroverd. Caesar besloot aan te vallen. Hij schrijft:

Lees verder “De slag bij Dyrrhachion”

Dyrrhachion: Pompeius valt aan

Pompeius (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

Als ik u zeg dat het 6 quintilis was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar (voor de tweede keer) en Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 26 mei 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar gisteren 2069 jaar geleden?”

De stellingen bij Dyrrhachion

Het initiatief verspelen. Dankzij de desertie van Roucillus en Aecus, de twee Allobrogenleiders waarover ik gisteren blogde, wist  Caesars tegenstander Pompeius precies waar het zwakke punt was in de door de Caesars manschappen aangelegde stellingen. Dat was helemaal in het zuiden. Daar was het mogelijk om met schepen een landing uit te voeren achter het door Caesars Achtste Legioen gebouwde fort. In zijn Burgeroorlog legt Caesar het probleem uit:

Lees verder “Dyrrhachion: Pompeius valt aan”

De desertie van Roucillus en Aecus

De Gallische krijger uit Vachères (kopie uit het Museo nazionale della civiltà romana, Rome)

Als ik u zeg dat het was aan het begin van de maand quintilis, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar medio mei 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar zo’n slordige 2069 jaar geleden?”

Vloeken, vermoedelijk. Hij was bij Dyrrhachion met Pompeius verwikkeld geraakt in een stellingenoorlog. Caesar probeerde zijn tegenstander in te sluiten, Pompeius probeerde uit te breken maar zijn aanvallen op Caesars posities waren, zoals we in het vorige stukje zagen, afgeslagen. Op dit punt in zijn verslag last Caesar een boeiende anekdote in.

Lees verder “De desertie van Roucillus en Aecus”

De slag bij Dyrrhachion begint

Reconstructie van Caesars belegeringswerken bij Alesia (Archéodrome, Beaune)

Als ik u zeg dat het 25 juni was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 16 mei 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het antwoord brengt ons terug naar Albanië, waar de legers van Caesar en de Senaat tegenover elkaar lagen bij Dyrrhachion. De generaal van de Senaat, Pompeius, beheerste het eigenlijke havenstadje en de kuststrook ten zuiden daarvan. Zijn legionairs bouwden er enorme versterkingen – een linie van 22 kilometer – om zich te verdedigen tegen de mannen van Caesar. Die probeerde hen met een ring van ruim 25 kilometer lang – in te sluiten. Hoe die eruit zagen, ziet u hierboven. Dit is overigens een reconstructie van de palissade die Caesar had laten bouwen bij Alesia, maar het zal niet veel anders zijn geweest bij Dyrrhachion. Zo’n palissade verbond een reeks kleinere forten.

Lees verder “De slag bij Dyrrhachion begint”

De gefnuikte opmars van Metellus Scipio

De Haliakmon

Als ik u zeg dat het medio mei was en toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus de Romeinse consuls waren, en als ik dat voor u omreken naar begin april 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Het antwoord op die vraag is dat hij nog steeds bij Dyrrhachion was, het huidige Durrës in Albanië. Zijn mannen waren bezig schansen te bouwen om de soldaten van Pompeius te omsingelen. Die waren even hard bezig schansen te bouwen om te beletten dat ze aangevallen zouden worden. Daarmee zouden ze zich nog wel even mee bezighouden, dus wij schakelen over naar Griekenland. De vraag op aller lippen is immers: wat was Quintus Caecilius Metellus Pius Scipio Nasica aan het doen? Ik zal u niet in spanning houden.

Lees verder “De gefnuikte opmars van Metellus Scipio”

Stellingenoorlog bij Dyrrhachion

Een betere foto van Petra heb ik niet

Als ik u zeg dat het 15 april was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar en Publius Servilius Isauricus het consulaat  bekleedden, en als ik dat omreken naar 8 maart 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Hij kan het u zelf het beste uitleggen, maar eerst recapituleer ik de situatie nog even. Caesar had twee keer (één, twee) geprobeerd zich meester te maken van Dyrrhachion, het huidige Durrës, waar zijn rivaal Pompeius materiaal en voedsel had opgeslagen. Beide keren had Pompeius hem de loef afgestoken. Caesar had zijn kamp ingericht halverwege Dyrrhachion en het kamp van Pompeius, wiens kamp aan zee lag en werd gedomineerd door de heuvel Petra, die u hierboven ziet.

Lees verder “Stellingenoorlog bij Dyrrhachion”

Pompeius bij Dyrrhachion

Pompeius (Louvre, Parijs)

Als ik u zeg dat het 9 april was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar (voor de tweede keer) en Publius Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 4 maart 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” En ook vandaag is hij niet de enige over wie we het moeten hebben. We  moeten het ook hebben over zijn rivaal, Gnaeus Pompeius Magnus, die de troepen commandeerde die de Senaat had geworven in de oostelijke provincies in de maanden waarin Julius Caesar de Iberische provincies onder de voet liep.

Pompeius

Lange tijd had Pompeius gegolden als Romes beste generaal. Hij had gevochten in de Eerste Burgeroorlog, waarin Sulla het had opgenomen tegen de Volksvergadering. Vervolgens had hij gestreden in Spanje en een rol gespeeld bij het onderdrukken van de opstand van Spartacus. Hij had een piratenoorlog beëindigd, was door het Nabije Oosten getrokken, had het Seleukidische Rijk geliquideerd en had Jeruzalem ingenomen. Boven alles was hij een constitutionele vernieuwer, die had bedacht dat je provincies kon besturen via vertegenwoordigers en dan zelf in Rome kon blijven, die het imperium maius verzon en die het idee had van een consul zonder collega. Hij legde zo de institutionele grondslag voor het keizerrijk van Augustus.

Lees verder “Pompeius bij Dyrrhachion”

Wedloop naar Dyrrhachion

De baai van Durrës

Als ik u zeg dat het 3 april was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Gaius Julius Caesar en Publius Servilius Isauricus dienden als consul in Rome, en als ik dat voor u omreken naar 16 februari 48 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Zoals aangegeven was Caesar met zijn ervaren troepen in de winter overgestoken naar wat nu Albanië heet, waar Pompeius een leger aan het opbouwen was. Hij beschikte ook over meer schepen. Toen Marcus Antonius, zoals ik vorige week vertelde, de oversteek desondanks maakte, moest hij dan ook uitwijken naar het verre noorden. Daar ging hij in Lissos aan wal, een havenstad die partij had gekozen voor Caesar, tegen de Senaat en Pompeius.

Lees verder “Wedloop naar Dyrrhachion”

Caesar en Pompeius aan de Apsos

De vlakte van de Seman (de antieke Apsos)

Als ik u zeg dat het 11 januari was, als ik toevoeg dat het was in het jaar waarin Julius Caesar (voor de tweede keer) en Servilius Isauricus consuls van Rome waren, en als ik dat omreken naar 5 december 49 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een door het Sinterklaasweekend drie dagen vertraagde aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Race naar Durrës

Of eigenlijk: wat deed Pompeius? Toen die had vernomen van Caesars oversteek en de verovering van de haven van Orikon, rukte hij snel op naar het westen. Daar wilde hij de havenstad Durrës bereiken, het antieke Dyrrhachion, waar hij een enorm depot had laten aanleggen. Het lag bomvol voedsel en Pompeius wilde verhinderen dat dit in handen viel van Caesars manschappen. Die rukten inmiddels eveneens op richting Durrës. Pompeius had dus haast. Caesars schrijft daarover in de Burgeroorlog (vertaald door Hetty van Rooijen):

Lees verder “Caesar en Pompeius aan de Apsos”

Sybota (3)

Perikles (British Museum, Londen)

[Derde deel van een vierdelig serie over het uitbreken van de Archidamische Oorlog. Het eerste deel, waarin ik het ontstaan van het Atheense imperium beschreef, is hier. In het tweede deel introduceerde ik onze voornaamste bron, de Atheense auteur Thoukydides.]

Ook al lag er een vredesakkoord tussen Athene en Sparta en was overeengekomen geschillen op te lossen door arbitrage, er waren altijd destabiliserende gebeurtenissen. Een daarvan was het op zich onbeduidende conflict tussen Korinthe, een Spartaanse bondgenoot, en het neutrale Korkyra, het huidig Korfu. Beide maakten aanspraak op het noordelijk gelegen Epidamnos (Durrës in Albanië) en slaagden er niet in met diplomatieke middelen tot een oplossing te komen.

In 436 vielen de Korinthiërs Korkyra aan, werden verslagen, zwoeren wraak en begonnen een nieuwe vloot te bouwen. Toen ze in 433 op het punt stonden de Korkyreeërs opnieuw aan te vallen, voelden die zich voldoende bedreigd om gezanten te sturen naar Athene om de Volksvergadering te vragen om hulp. Ook de Korinthische ambassadeur sprak – althans, dat wil Thoukydides ons doen geloven – en herinnerde de Atheners eraan dat zijn stad zich afzijdig had gehouden toen zij enkele jaren eerder hadden afgerekend met het opstandige Samos.

Lees verder “Sybota (3)”