
Er kan maar één plek ter wereld zijn waar je het allervaakst van de ene verbazing naar de andere wordt geworpen. Dat is natuurlijk het Louvre in Parijs, het grootste en mooiste en meest bezochte en beste museum op deze planeet. Een van de minder drukke afdelingen is gewijd aan het Romeinse Nabije Oosten: Egypte dus en de voormalige Franse mandaatgebieden in de Levant. Hier is ook de wonderbaarlijk goed bewaarde sculptuur te zien die is gevonden in een aan Mithras gewijde tempel in Sidon.
Alleen, alles aan deze vondst is omstreden.
Om te beginnen: de vinder. Hij heette Edmond Durighello en was de Franse vice-consul in de Libanese havenstad. Hij was ook een nogal gretige verzamelaar die het met de Ottomaanse regelgeving niet zo nauw nam. In 1881 zou hij de beelden hebben gevonden. Acht jaar later droeg hij ze over (of verkocht hij ze) aan de verzamelaar Louis Le Clercq, die ze later aan het Louvre deed toekomen. Omdat de Ottomaanse autoriteiten enkele verplichtingen aan Durighello niet waren nagekomen, weigerde deze de locatie van de Mithrastempel bekend te maken. Ik weet niet wat hier speelde, maar dit waren de jaren waarin Osman Hamdi in Sidon actief was, en ik sluit niet uit dat die vertikte Durighello’s illegale opgraving te legitimeren.
Veroordeling
In elk geval: de vindplek bleef onbekend en de vondst was omstreden. Het weinige dat Durighello erover losliet, klonk grotesk. Het zou zijn gegaan om “une vaste sale ronde, dont le dôme est soutenu par vingt-quatre colonnes”. In twaalf nissen stonden beelden van de tekens van de dierenriem en er waren ook wandschilderingen. Die waren “impossible de décrire ici à cause de leur obscénité”. Verder “mosaïques en verre de couleur incrustés d’or” en middenin “un gigantesque taureau en marbre ayant les cornes plaquées d’or”. De toenmalige geleerden hadden weinig woorden nodig om erop te wijzen dat de meeste Mithrastempels vierhoekig en lang zijn, dat in die heiligdommen nooit fresco’s zijn aangetroffen en dat er geen parallel bestaat voor een vrijstaand beeld van een stier.
Inmiddels is die snelle veroordeling eveneens omstreden. Een jaar of tien geleden is namelijk gebleken dat Durighello de locatie niet volledig geheim heeft gehouden. De Franse onderzoeker Jean-Marie Saint-Jalm heeft een landkaart teruggevonden. Volgens die schatkaart ligt de ronde zaal onder deze parkeerplaats.

We zijn bovendien bijna anderhalve eeuw verder en beschikken over meer gegevens en parallellen. Muurschilderingen kennen we inmiddels uit het mithraeum in het Syrische Hawarte. Het is bovendien denkbaar dat wat Durighello aanzag voor een mithraeum, feitelijk de ruimte is geweest waar men heidense cultusbeelden opsloeg toen het christendom de toon was gaan zetten.
Het belang
Je zou na het bovenstaande bijna vergeten te kijken naar de beelden zelf. De meeste zijn afgewerkt maar sommige zijn onvoltooid. Op drie ervan staat een inscriptie die aangeeft dat een zekere Gerontios de beelden heeft laten maken in het jaar 500. Dat is volgens de Sidonische jaartelling, die begint in 110 v.Chr. De inscriptie dateert van vlak voor het moment waarop keizer Theodosius I heidense offers verbood. De beelden behoren tot de laatst dateerbare data voor de cultus van Mithras.

En er zitten wat verrassingen bij. Om te beginnen is er een vrijstaand beeld van Mithras die de gedode stier wegdraagt. Dat soort afbeeldingen kennen we alleen van reliëfs. Er zijn bovendien beelden gevonden van de onderwereldgodin Hekate en van mensen met de dubbele bijl van Dolichenus. Voor zover bekend horen Hekate en Dolichenus allebei niet bij de Mithrascultus.
We mogen hopen op meer. Op een parkeerplaats valt onderzoek te doen zonder dat er huizen moeten worden gesloopt. Kijk maar:

Eerst eens zien of er ergens een ronde ondergrondse ruimte is. Dan eens kijken of de door Durighello getekende gang er is. Als die niet te vinden is, een gaatje boren om een camera neer te laten. Het hoeft niet ingrijpend of kostbaar te zijn.
[Dit was het 423e voorwerp in mijn reeks museumstukken.]
Emilie Haspels.
Weer een prachtig stukje van JL. Het is te hopen dat het mitraeum in Sidon gevonden wordt onder de parkeerplaats. Hoe meer gegevens over mitraea hoe beter.
Misschien hebben ook grotten in Turkije iets met de Mitrascultus te maken. Ik kwam onderstaand artikel tegen, waarin op blz 594 in noot 39 Emilie Haspels, die in Frygië werkte, wordt genoemd:
https://www.academia.edu/29866551/The_Iconography_of_the_Cave_in_Christian_and_Mithraic_Tradition
Over Emilie Haspels verscheen onlangs een boek van Filiz Songu met als titel: Emilie Haspels, archeoloog en avonturier. Leven en werk in Amsterdam en Anatolië, 1894-1980.
“ik sluit niet uit dat die vertikte Durighello’s illegale opgraving te legitimeren”
Ik ook niet, mar het Ottomaanse regime was net zo corrupt als ieder ander, en ik sluit niet uit dat er afspraken waren die ondanks steekpenningen niet waren nagekomen. Of de zetbaas wilde en groter deel van de buit. Westerse ‘ontdekkers’ waren echt niet meer of minder fout dan de lieden die dit lokaal mogelijk maakten.
Sowieso een reden waarom ik niet direct meega in het tegenwoordig veel te snel classificeren van ‘roofkunst’.