Om redenen die ik nooit heb kunnen doorgronden, trekt de Romeinse god Mithras allerlei misverstanden aan. Nee, het is geen Perzische cultus. Ze gebruikt slechts wat Perzische vormen. Nee, de cultus verspreidde zich niet van het oosten naar het westen. Ze verschijnt vrij abrupt rond het jaar 100 na Chr. in alle delen van het Romeinse Rijk tegelijk. Nee, Mithras was niet vooral populair in de legerkampen, zoals De Blois en Van der Spek schrijven in Een kennismaking met de oude wereld. Van de ruim 1100 vereerders die we kennen, zijn er ongeveer 130 soldaat. Dat wil zeggen: ten opzichte van de normale verhouding van burgers en soldaten in onze inscripties zijn de laatsten juist ondervertegenwoordigd. (Alleen in Brittannië komt het aantal militaire vereerders uit boven de 20%.) Nee, de tempel in Elst is weliswaar ondergronds, maar was niet gewijd aan Mithras. Heus, nee, de cultus van Mithras is nooit een echt alternatief voor het christendom geweest. Nee, de christenen namen 25 december als feestdatum niet over van de Mithras-vereerders. En ook niet het idee van een opstanding uit de dood.
Oké, die laatste bewering is een tikje te snel. Het probleem is: we kennen de mythe van Mithras niet. Wellicht is ze opgeschreven geweest, maar zo’n tekst is niet overgeleverd. Dus misschien was er wél een scène waarin de god uit de dood opstaat. Als je iets niet kunt onderzoeken, kun je niks uitsluiten. Alles is mogelijk als niets kan worden onderzocht.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.