Seneca (1): Macht en rijkdom

Seneca (Neues Museum, Berlijn)

Seneca zag het levenslicht in Córdoba, in het huidige Spanje. Hij was de zoon van een bekend redenaar, die classici meestal Seneca de Oudere noemen. De oudere Seneca had de jongere graag tot retoricus zien opgroeien, maar junior nam geen genoegen met een studie waarin het meer ging om overreding dan om waarheid, en wijdde zich liever aan de filosofie.

De jongere Seneca was uitzonderlijk belezen en heeft erg veel geschreven. Niet alleen filosofisch werk, maar ook gedichten en tragedies. Hij nam zijn verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur en belandde dus in de politiek. Na een grillige carrière, waaruit hij zelfs enige tijd was verbannen, werd hij regent van de toen nog zeer jonge keizer Nero. De periode waarin deze zich nog niet met de politiek bemoeide en Seneca samen met een mederegent feitelijk het rijk bestuurde, is wel gezien als een bloeitijd. Naast dat bestuurlijke werk bleef Seneca natuurlijk ook filosoof.

Hoongelach

In zijn filosofie verwijst hij graag naar Epikouros, maar hij beschouwt zichzelf in de eerste plaats als stoïcijn. Van zowel Epikouros als de stoïcijnen adopteert hij de overtuiging dat een streven naar macht of rijkdom niet leidt tot geluk. Als wij daarnaar streven maken we ons geluk volgens Seneca afhankelijk van het noodlot: niet slim.

Dit kwam hem op veel hoongelach te staan, want als de keizerlijke raadgever ergens geen gebrek aan had, dan was het wel macht en rijkdom. Hoe kan een stoïcijn nou villa’s bezitten, talloze slaven en een bijzonder rijke huishouding met krankzinnig duur servies?

Volgens Seneca was dat echter geen probleem. Je hoeft luxe toch niet af te wijzen om er geen belang aan te hechten? Sterker nog, wie vindt dat het ‘niet-hebben van bezit’ een vereiste is voor levensgeluk, hecht kennelijk dus juist belang aan wat bezit met een mens doet. Seneca redeneert als volgt: zolang hij als stoïcijn niet hecht aan de luxe die hem ‘toevallig’ omringt, maakt het dus ook niet uit dat hij die heeft.

Macht

En wat macht betreft: dit zag de voogd van Nero als een vorm van plichtsbetrachting op stoïcijnse wijze. Omdat hij de macht over het rijk in zijn schoot geworpen kreeg, achtte Seneca het zijn plicht deze macht zo goed mogelijk uit te oefenen.

Opvallend is daarbij dat bij Seneca lange betogen zijn te vinden over het goed behandelen van slaven en andere ondergeschikten.

Wil jij wel bedenken dat diegene die jij jouw slaaf noemt uit hetzelfde zaad is ontstaan, van dezelfde hemel geniet, op gelijke wijze adem haalt, op gelijke wijze leeft en op gelijke wijze sterft!

en ook

Behandel een slaaf zoals jij behandeld zou willen worden.

[Vanmiddag meer. Deze reeks, oorspronkelijk gepubliceerd op de beëindigde website Grondslagen.net, is gebaseerd op het boek De wereld vóór God van Kees Alders. Het boek biedt een introductie tot de filosofische stromingen van de oude wereld en is hier te bestellen.]

Deel dit: