Skepsis (2): Niet oordelen

Pyrrhon van Elis (Archeologisch museum van Korfu)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis. Het eerste deel was hier.]

Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.

Lees verder “Skepsis (2): Niet oordelen”

Skepsis (1): Wat is waar?

Misschien een aanhanger van de Skepsis: filosofenportret uit Beiroet (Archeologisch museum van de Amerikaanse Universiteit)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.]

Hoe zit de werkelijkheid in elkaar? Volgens natuurwetten, zoals de stoïcijnen dachten, of volgens het fundamentele toeval van Epikouros? Was er een onveranderlijke waarheid, zoals Plato en Aristoteles die aannamen, of was er een eeuwig stromende wereld, zoals die waar Herakleitos over sprak? Reden genoeg om te twijfelen. Alle reden tot scepsis.

Skepsis

Een sceptisch persoon is in ons huidige vocabulaire iemand die kritisch nadenkt over alles wat anderen voor waar aannemen. Die omschrijving past ook prachtig bij de hellenistische Skepsis. Deze skeptici twijfelden namelijk aan alle voorgaande overtuigingen.

Lees verder “Skepsis (1): Wat is waar?”

De vroege Stoa (3): De weg naar geluk

Kleanthes, de tweede leider van de Stoa (Ny Carlsberg Glyptotek. Kopenhagen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Zenon van Kition was behalve stoïcijn ook asceet. Net als de cynici leefde hij eenvoudig. Hij was echter minder provocatief dan de cynici en had een meer conformistisch karakter. Ook hield hij er niet van de aandacht te trekken, of zich te omgeven met veel mensen. In die zin lijkt hij op Epikouros.

Alles ligt van tevoren vast

Op theoretische gronden verschilt hij echter sterk van de epicuristen. De verwerping van het (epicurese) geloof in toeval is fundamenteel voor het stoïcijnse deterministische geloof. Dat alles van tevoren vastligt, staat aan de basis van de stoïcijnse opvatting dat de mens fundamenteel verbonden is met de wereld waarin hij leeft.

Lees verder “De vroege Stoa (3): De weg naar geluk”

De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates

Zenon van Kition (Museo archeologico nazionale, Napels)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa.]

Het woord ‘stoïcijns’ staat in onze taal voor ‘onbewogen’. De stoïcijnse filosofen, aan wie onze taal dit woord heeft te danken, staan er dan ook om bekend dat ze pleitten voor soberheid, en het vermijden van al te heftige emoties.

In dat streven stond de Stoa, zoals deze school ook wel heet, echter niet alleen. De lijfspreuk van Solon van Athene was al ‘alles met mate’, en dat bleef een lijfspreuk van veel Grieken. Ook Plato vond dat de geest zich niet teveel moest aantrekken van emoties, omdat die hoorden bij het lichaam. Plato’s leerling Aristoteles pleitte voor een evenwichtig leven: extreme emoties keurt hij af. En we zagen hoe ook Epikouros, een filosoof van het genot, uiteindelijk pleitte voor kalmte en soberheid.

Lees verder “De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates”

Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”

Hedonisme (4): De tuin van Epikouros

Epikouros (Museo Barracco, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Een eeuw na Aristippos, omstreeks 305 voor Christus, kocht de filosoof Epikouros een huis met een grote ommuurde achtertuin in Athene. In die tuin onderwees hij zijn versie van het hedonisme, dat daarmee pas echt een grote stroming werd. Dat zou zo zijn in de hele hellenistische wereld en ook in de eeuwen daarna.

Zo’n hedonistische tuin spreekt natuurlijk tot de verbeelding, maar wie hoopt dat die epicurische tuin het toneel was van woeste orgieën wordt teleurgesteld. Zoeken naar genot op korte termijn leidt volgens Epikouros niet tot bevrediging. Integendeel. Wie teveel eet wordt ongezond. Teveel drinken leidt tot een kater. Kortzichtige genotzucht leidt tot verslaving. En daarbij moeten we soms nu eenmaal minder leuke dingen doen om leuke dingen te bereiken.

Lees verder “Hedonisme (4): De tuin van Epikouros”

De eerste filosofen (10): De atoomtheorie

Zogenaamd portret van Demokritos, grondlegger van de atoomtheorie (Capitolijnse Musea, Rome)

[Omdat ik het in april redelijk druk heb, geef ik het woord aan Kees Alders, webdesigner en tevens auteur van het boek De wereld vóór God. Filosofie van de Oudheid. Vandaag gaan we verder met zijn reeks over de eerste filosofen, de zogenaamde voorsocratici. Het eerste deel was hier.]

De deeltjes van Leukippos en Demokritos

Leukippos leefde in Thracië, het Griekse gebied ten noorden van de Egeïsche Zee. Volgens deze filosoof bestaat alles wat is uit heel kleine, ondeelbare elementen, die hij atomen noemde. Daarbij stelde hij dat alles een kenbare natuurlijke oorzaak heeft. Er zijn geen goden, en er is geen hogere wil of kracht die bepaalt wat er gebeurt. En dus ook geen Nous.

Zijn leerling Demokritos, afkomstig uit dezelfde regio, werkte deze theorie verder uit. De atomen zijn volgens hem ondeelbaar, maar verschillen wel van vorm en eigenschap. Atomen bewegen zich door het niets, het liefst in een rechte lijn, en zonder doel.

Lees verder “De eerste filosofen (10): De atoomtheorie”

In memoriam Simone Mooij-Valk (2)

Marcus Aurelius

[Vandaag twee jaar geleden overleed Simone Mooij-Valk. Voor het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 2016/2017 mocht ik haar levensbericht schrijven. Het aardige van zo’n tekst is dat je, meer dan in een necrologie in een krant, ruimte hebt om iets over iemand te vertellen. Bij dezen een iets aangepaste digitale versie, waarvan het eerste deel hier is.]

Stoïcijnen en epicureeërs

Alle antieke Griekse en Latijnse literaire teksten bij elkaar, dat is ongeveer twee of drie boekenkasten vol. Iedereen zal daarin selecteren en Simone koos na haar pensioen niet voor de teksten die ze op school met haar leerlingen had gelezen. Haar eerste liefde was het Latijn en ze was voornemens Boëthius’ Vertroosting van de filosofie te gaan vertalen. Omdat net in die jaren echter een andere Nederlandstalige uitgave verscheen kwam dit plan te vervallen, maar nu viel haar oog op het Griekstalige werk van Marcus Aurelius, die van 161 tot 180 na Chr. keizer was van het Romeinse Rijk. Ivo Gay, destijds directeur van uitgeverij Ambo, wilde haar vertaling graag uitgeven en nadien verschoof haar belangstelling steeds verder naar ander Griekse proza uit de Romeinse keizertijd. ‘De tweede eeuw’, zou ze later zeggen, ‘dat is mijn eeuw.’

Lees verder “In memoriam Simone Mooij-Valk (2)”

Diogenes van Oinoanda

Niet-opgegraven inscriptie (Oinoanda)

Een van de sympathieke trekken van de Romeinse cultuur is dat rijke mensen zich aan hun stand verplicht voelden iets te doen voor hun stadsgenoten. Dat kon de vorm aannemen van patronage – een miljonair bemiddelde bijvoorbeeld tussen de gemeente en de provinciale bestuurders – maar het kon ook betekenen dat zo iemand per testament iets naliet aan zijn stad. Van Plinius de Jongere is bekend dat hij Como een bibliotheek schonk, maar ook een badhuis was een mogelijkheid, of een portico, of een uitkering voor de wezen of een jaarlijkse vleesmaaltijd op de overlijdensdag van de weldoener.

De oudheidkundige jargonterm, bij mijn weten voor het eerst vermeld door Henri Pirenne en later verbreid door Paul Veyne, is évergetisme, wat is afgeleid van het oud-Griekse euergetes, “weldoener”. Natuurlijk mogen we cynisch denken dat deze liefdadigheid alleen maar mogelijk was door het uitbuiten van slaven, want ook het Romeinse Rijk was het paradijs niet, maar toch: onsympathiek is het idee van noblesse oblige nou ook weer niet.

Lees verder “Diogenes van Oinoanda”

Klassieke literatuur (6d): filosofie

Zenon van Kition, stichter van de stoïcijnse filosofie (Neues Museum, Berlijn)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks bied ik een persoonlijke keuze, waarbij het leesplezier voorop zal staan. Wie zich er werkelijk in wil verdiepen, kan beter aan een universiteit een cursus doen. Voor de Latijnse literatuur is er bovendien Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en de christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik waar ik was gebleven: bij de Griekse filosofie. Eerdere delen waren gewijd aan de allereerste filosofen, aan Parmenides, Plato en Aristoteles, en aan twee hellenistische scholen. Vandaag de hoofdlijnen van de Stoa en het Epicurisme; later een gastauteur over de Romeinse ideeën.]

Als je mij zou vragen welk deel van de antieke filosofie ik het meest waardevol vind, dan zou ik antwoorden: de ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. De wereld van de Griekse cultuur was groter geworden, mensen identificeerden zich minder met de oude stadstaten en iemand muntte het woord “wereldburger” om aan te geven dat een verstandig mens zich overal thuis kon voelen. Maar hoe leefde je verstandig en wat was goed in een wereld waarin de traditionele banden en zekerheden er niet meer waren? Het individu moest het inzicht meer dan ooit uit zichzelf zien te halen. Dat lijkt wel een beetje op het individualisme dat in onze samenleving zo hoog staat aangeschreven en dat maakt de hellenistische filosofen voor ons redelijk toegankelijk.

Lees verder “Klassieke literatuur (6d): filosofie”