Neoplatonisme en gnosis (1)

Portret van een laatantieke filosoof (Museum van Dion)

Misschien vormde de crisissfeer van de derde eeuw na Chr., waarover Jona al blogde, de aanleiding voor de verspreiding van verschillende oosterse religieuze ideeën in de Romeinse wereld. Ze gingen een grotere rol gingen spelen in het denken van die tijd. De stoïcijnen, die ooit de filosofische agenda hadden bepaald, verloren aan invloed en maakten plaats voor een nieuwe filosofische school. Dit zogeheten Neoplatonisme combineerde kenmerken van het “oude denken” met een nieuwe spiritualiteit. Deze school geldt als de laatste grote filosofische stroming van de oude wereld.

Geen gewone platonisten

Als de grondlegger van het Neoplatonisme geldt de filosoof Plotinos, die leefde rond het midden van de derde eeuw. Hij en zijn volgelingen beschouwden zichzelf overigens niet als een nieuwe filosofische school, maar als platonisten die de ware filosofie van Plato uitwerkten. Ze noemden zichzelf dan ook gewoon “platonisten”. De accenten die zij in het platonisme legden, wijken echter dermate sterk af van de standpunten van Plato zelf, dat hedendaagse oudheidkundigen hen aanduiden als Neoplatonisten.

Lees verder “Neoplatonisme en gnosis (1)”

Marcus Aurelius (2): Zingeving

Marcus Aurelius (Musée Grand Curtius, Luik)

Marcus Aurelius kan dan wel een volger van de Stoa zijn geweest, bij het lezen van zijn Overpeinzingen doemt soms eerder het beeld op van een Atlas, die het gewicht van de hele wereld op zijn schouders voelt rusten. Hoezeer de keizer ook kennis meent te hebben van het stoïcijnse levensgeluk, op veel lezers komt hij wat weemoedig en zelfs fatalistisch over. Zijn worstelingen onthullen kortom dat het leven ook voor een stoïcijn soms zwaar is.

Stoa en epicurisme

Daarom nu even een vergelijking met de tactiek van de epicuristen. Zij hanteren eigenlijk de omgekeerde strategie: epicuristen raden mensen aan zich terug te trekken in hun tuin met vrienden. Ze maken de wereld niet oneindig veel groter, zoals de stoïcijnen doen. Om de wereld dragelijk te maken, maken zij hem juist kleiner.

Lees verder “Marcus Aurelius (2): Zingeving”

De dood: twee opties – of drie

De opwekking van Lazarus (Catacombe van Callixtus, Rome)

M. Ogulnius …
hic est et non
est.

Marcus Ogulnius …
is hier en is
niet. (CIL 6.4632)

Vijf eenlettergrepige woorden achter elkaar – dat zie je niet vaak in het Latijn. Maar de Romeinse voorbijganger wiens oog op dit grafschrift viel, had iets anders om over na te denken. “Is hier en is (er) niet”: vormt dit spel met taal een paradox, zo van “is hier wel en ook weer niet”? Betekent het dat het belangrijkste, onstoffelijke deel van Marcus Ogulnius elders voortleeft?

Lees verder “De dood: twee opties – of drie”

Seneca (1): Macht en rijkdom

Seneca (Neues Museum, Berlijn)

Seneca zag het levenslicht in Córdoba, in het huidige Spanje. Hij was de zoon van een bekend redenaar, die classici meestal Seneca de Oudere noemen. De oudere Seneca had de jongere graag tot retoricus zien opgroeien, maar junior nam geen genoegen met een studie waarin het meer ging om overreding dan om waarheid, en wijdde zich liever aan de filosofie.

De jongere Seneca was uitzonderlijk belezen en heeft erg veel geschreven. Niet alleen filosofisch werk, maar ook gedichten en tragedies. Hij nam zijn verantwoordelijkheid voor het openbaar bestuur en belandde dus in de politiek. Na een grillige carrière, waaruit hij zelfs enige tijd was verbannen, werd hij regent van de toen nog zeer jonge keizer Nero. De periode waarin deze zich nog niet met de politiek bemoeide en Seneca samen met een mederegent feitelijk het rijk bestuurde, is wel gezien als een bloeitijd. Naast dat bestuurlijke werk bleef Seneca natuurlijk ook filosoof.

Lees verder “Seneca (1): Macht en rijkdom”

Karneades in Rome (2)

De zogenaamde Cato uit Otricoli (Torlonia-collectie, Rome)

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen. Dit is het slot van een stuk waarvan het begin hier was.]

Karneades in Rome

Sceptisch en pragmatisch als hij was, stelde Karneades dat het Romeinse Recht niet was gebaseerd op een natuurlijke orde, maar op praktisch nut. Het ‘natuurrecht’ is volgens Karneades een fictie. Mensen vinden geen wetten uit op basis van een hogere waarheid, maar uit overwegingen van praktisch nut. De natuur drijft alle levende wezens naar wat voor hen nuttig is, en dat is de werkelijke basis van het recht. Wetten verschillen dan ook van elkaar, net als de gewoonten van de volkeren die ze uitvinden. En ze veranderen naar gelang hun cultuur verandert.

Hiermee sluit Karneades aan op de gedachten van Epikouros over recht. Epikouros meende ook dat recht teruggaat op praktisch nut. Het verschil is dat Karneades, in tegenstelling tot Epikouros, de nadruk legde op de veranderlijkheid van het recht. Epikouros beschouwt de moraal als een individuele afweging, met als doel het maximaliseren van genot. Maar wat genot is, is volgens Epikouros afhankelijk van het mens-zijn, niet van de cultuur waar iemand in leeft. Op die manier streefde Epikouros naar een moraalfilosofie met universele morele uitspraken.

Lees verder “Karneades in Rome (2)”

Skepsis (2): Niet oordelen

Pyrrhon van Elis (Archeologisch museum van Korfu)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis. Het eerste deel was hier.]

Twijfelaars zijn van alle tijden en plaatsen. Het oude Griekenland was niet anders. In het oude, democratische Athene waren al filosofen die twijfel als uitgangspunt hadden genomen: de sofisten. De skeptici lijken op hen met hun stelling dat er geen objectieve waarheid zou zijn. Er is echter een verschil. Van de Atheense sofisten beweerde Gorgias in elk geval nog ‘Er is niets’, en werd Protagoras bekend met zijn uitspraak dat de mens de maat zou zijn van alle dingen. Volgens de sceptici zijn ook dat geen zekerheden. Kennis bestaat niet, er zijn slechts meningen.

Lees verder “Skepsis (2): Niet oordelen”

Skepsis (1): Wat is waar?

Misschien een aanhanger van de Skepsis: filosofenportret uit Beiroet (Archeologisch museum van de Amerikaanse Universiteit)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.]

Hoe zit de werkelijkheid in elkaar? Volgens natuurwetten, zoals de stoïcijnen dachten, of volgens het fundamentele toeval van Epikouros? Was er een onveranderlijke waarheid, zoals Plato en Aristoteles die aannamen, of was er een eeuwig stromende wereld, zoals die waar Herakleitos over sprak? Reden genoeg om te twijfelen. Alle reden tot scepsis.

Skepsis

Een sceptisch persoon is in ons huidige vocabulaire iemand die kritisch nadenkt over alles wat anderen voor waar aannemen. Die omschrijving past ook prachtig bij de hellenistische Skepsis. Deze skeptici twijfelden namelijk aan alle voorgaande overtuigingen.

Lees verder “Skepsis (1): Wat is waar?”

De vroege Stoa (3): De weg naar geluk

Kleanthes, de tweede leider van de Stoa (Ny Carlsberg Glyptotek. Kopenhagen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Zenon van Kition was behalve stoïcijn ook asceet. Net als de cynici leefde hij eenvoudig. Hij was echter minder provocatief dan de cynici en had een meer conformistisch karakter. Ook hield hij er niet van de aandacht te trekken, of zich te omgeven met veel mensen. In die zin lijkt hij op Epikouros.

Alles ligt van tevoren vast

Op theoretische gronden verschilt hij echter sterk van de epicuristen. De verwerping van het (epicurese) geloof in toeval is fundamenteel voor het stoïcijnse deterministische geloof. Dat alles van tevoren vastligt, staat aan de basis van de stoïcijnse opvatting dat de mens fundamenteel verbonden is met de wereld waarin hij leeft.

Lees verder “De vroege Stoa (3): De weg naar geluk”

De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates

Zenon van Kition (Museo archeologico nazionale, Napels)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa.]

Het woord ‘stoïcijns’ staat in onze taal voor ‘onbewogen’. De stoïcijnse filosofen, aan wie onze taal dit woord heeft te danken, staan er dan ook om bekend dat ze pleitten voor soberheid, en het vermijden van al te heftige emoties.

In dat streven stond de Stoa, zoals deze school ook wel heet, echter niet alleen. De lijfspreuk van Solon van Athene was al ‘alles met mate’, en dat bleef een lijfspreuk van veel Grieken. Ook Plato vond dat de geest zich niet teveel moest aantrekken van emoties, omdat die hoorden bij het lichaam. Plato’s leerling Aristoteles pleitte voor een evenwichtig leven: extreme emoties keurt hij af. En we zagen hoe ook Epikouros, een filosoof van het genot, uiteindelijk pleitte voor kalmte en soberheid.

Lees verder “De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates”

Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”