Ik heb u de afgelopen twee dagen verveeld of geamuseerd met de vraag wat een Romein eigenlijk is (1, 2) en ik rondde af met de constatering dat het wonderlijk is dat die vraag over de Romeinen regelmatig wordt gesteld, maar niet over pakweg Armeniërs, Grieken, Friezen en Franken, hoewel van al die volken net zo lastig een definitie valt te geven. Ik heb geen verklaring voor de populariteit van de “Romeinse vraag”. Wel heb ik een laatste observatie.
Eén van de functies van onze taal is het vaststellen van wat vergelijkbaar is en wat niet. Zeg “koning” en je gesprekspartners weten ruwweg wat is bedoeld, ongeacht of het gaat over Hammurabi, Ramses II, Salomo, Romulus, Leonidas, Alexander de Grote, Herodes, Shapur of Clovis. Al in de Oudheid dachten mensen na over de aard van onze begrippen en zo ontstonden de eerste definities. We spreken dan in feite af dat we bepaalde mensen of dingen aanduiden met een naam die we niet geven aan andere zaken. “Een koning is…” of “een Romein is…” De vraag is echter of deze definities correspondeert met de werkelijkheid. De oude Grieken definieerden bijvoorbeeld water-, land-, lucht- en vuurdieren, maar deze indeling correspondeert niet met de werkelijke indeling van het dierenrijk.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.