De uitvinding van Romulus

Romulus en Remus in gevecht (Basilica Aemilia, Rome)

In de derde eeuw v.Chr. kregen de Romeinen behoefte aan een Romulus. Nu ze Italië hadden verenigd, kregen ze via de Griekse steden in het zuiden meer contact met de prestigieuze hellenistische wereld. De Romeinen wilden zich presenteren zoals men daar van hen verwachtte. Hun stad had dus een stichter nodig, zoals Athene een Theseus had en Thebe een Kadmos.

De steden in Italië kenden al verhalen over Griekse en Trojaanse kolonisten die naar het westen waren gekomen. Er waren ook lokale sagen. De Romeinen schoven die in de late vierde eeuw ineen: eerst was Aeneas naar Italië gekomen, Romulus was zijn zoon. Begin derde eeuw maakte een van de geleerden in Alexandrië, Eratosthenes, Romulus tot een kleinzoon van Aeneas. Een paar traditionele sprookjesmotieven gaven de stadstichter wat kleur: verwekking door een godheid (à la Perseus), het biezen mandje op de rivier (à la Sargon en Mozes), het conflict met een tweelingbroer (à la Zeven tegen Thebe) en een apotheose (à la Herakles).

De stichting van Rome

Maar hoe zou de nu uitgevonden Romulus bij de stadstichting te werk zijn gegaan? De Romeinen stichtten in de vierde en derde eeuw weleens een stad, een colonia, en ze konden zich niet anders voorstellen dan dat Romulus de gangbare rituelen ook zou hebben uitgevoerd. Voortekens en zo dus. Immers, in de derde eeuw v.Chr. wist niemand meer van het aaneengroeien van boerendorpjes op heuveltoppen, waaraan Rome zijn ontstaan feitelijk had te danken.

Zo ontstond dus een stichtingssage: een Trojaanse kolonist, een stadstichter, een gangbaar stichtingsritueel. En verder lieten de Romeinen hun fantasie los op de oudste tijden. Rome was in de derde eeuw al een machtige stad maar was – zoveel herinnerde men zich wel – ooit minder belangrijk geweest. Dáárvoor zou het dus wel nóg minder belangrijk zijn geweest. Nu kon men zich in de derde eeuw niets primitievers voorstellen dan herders, dus werd Romulus gepresenteerd als herder. En aangezien de Romeinen op 21 april een herdersfeest vierden, de Parilia, zou men op die dag de stadstichting gaan herdenken.

De Romeinse geschiedschrijvers hadden nog een stichtingsjaar nodig. De lijst van republikeinse magistratencolleges begon in het jaar dat wij 505/504 v.Chr. noemen. Daar telde men voor elk van de zeven koningen vijfendertig jaar bij op en dan is het stichtingsjaar 750/749. Om de onconstitutionele dictatuur van zijn patroon Julius Caesar te voorzien van een precedent, voegde Marcus Terentius Varro aan die republikeinse chronologie nog vier jaren toe waarin Rome door een dictator zou zijn geregeerd, en zo schoof de stichting op naar 754/753 v.Chr.

Literaire schepping

Er zijn allerlei vroege varianten op de stichtingssage overgeleverd. Het verhaal is eind derde eeuw gecanoniseerd door de dichter Ennius. Een paar fragmenten zijn over en ik citeer uit de vertaling door Vincent Hunink. (De “witte zon” is de maan.)

Zorgend met veel zorg, naar koningsmacht verlangend,
richtten zij op tekens zich en vogelschouw;
op <…> wijdde Remus zich aan tekens, turend,
eenzaam, naar een vogel die op voorspoed duidde;
Romulus, de mooie, zocht die op de hoge
Aventijn, al turend naar wat hoog daar vloog;
hun twist betrof de stadsnaam: Roma? Remora?
voor allen gold als zorg wie generaal zou zijn;
men keek in spanning, als, wanneer de consul ’t teken
geven gaat, de slagboom aller blikken trekt:
hoe snel geeft hij de bontgekleurde wagens vrij?
zo keek het volk in spanning bangig toe, want wien
van beiden was de macht, de zege wel beschoren?
onderwijl verzonk de witte zon in duister,
en verscheen het blanke, afgeleide licht;
meteen vloog ver van bovenaf een fraaie, goede
vogel links; meteen ook rees de gulden zon,
en van de hemel streken driemaal vier gewijde
vogels kalm op goede, fraaie plekken neer;
vandaar dat Romulus begreep: de macht was zijns,
gewaarborgd door het teken, híj kreeg troon en land

Ik noem het ontstaan van Romes oerverleden omdat ik had geschreven dat de Romulus-sage, die De Blois en Van der Spek in Een kennismaking met de oude wereld plaatsen aan het begin van hun behandeling van Rome, mijns inziens beter later in het handboek te plaatsen zou zijn. Dus bij dezen: bij het ontstaan van de Romeinse literatuur in de derde eeuw. Natuurlijk schrijf ik dit blogje ook omdat u morgen, 21 april, op de sociale media wel zult lezen dat Rome 2775 jaar geleden is gesticht. Als iemand 2776 zegt, is het er weer zo een die denkt dat er een jaar nul is geweest.

[Een overzicht van deze reeks over het handboek oude geschiedenis is hier.]

Deel dit:

8 gedachtes over “De uitvinding van Romulus

  1. Debby Teusink

    Beste Jona, waarom zou er geen historische kern zijn in het scheppingsverhaal van Rome? Het lijkt mij sterk dat men in de derde, begin tweede eeuw v.Chr., na Alexander de Grote, in de hellenistische tijd ineens een verhaal uit de duim zuigt. Alsof het canoniseren van het Nieuwe Testament bewijs is dat Jezus in de vierde eeuw is bedacht.

    1. Daar is een hoop over te zeggen maar het komt erop neer dat er nooit een oudste stad is gevonden. Rome is ontstaan door de clustering van heuvelforten, zoals alle steden in de omgeving. Er is geen stichter geweest, al zullen er wel mensen zijn geweest die op het idee kwamen de band met de buren verder aan te halen. Dat is anders dan bijvoorbeeld Griekse kolonie-steden, die wel een stichter hadden, doorgaans met een graf op de agora. De mensen waren in de Oudheid ook verbaasd dat Romulus geen graf had.

      Met Jezus bevinden we ons in een heel andere situatie. Er zijn enerzijds allerlei dingen die niet kunnen zijn verzonnen door de jonge kerk (de Twaalf bijvoorbeeld). Anderzijds blijken zijn halachische opvattingen perfect te passen in het toenmalige jodendom.

  2. Dirk Zwysen

    In de Atlas of Ancient Rome, een prachtig boek overigens, wordt wel zonder schroom over muren, poorten, huizen… van Romulus gesproken. Het is een terechte kritiek op de Italiaanse archeoloog Carandini, die nogal optimistisch te werk gaat bij het reconstrueren en het localiseren van bijvoorbeeld de huizen van Servius Tullius of Cicero. De MB heeft het ooit eens gehad over de reconstructie van de Porta Mugonia.

Reacties zijn gesloten.