M04 | Antiochos IV Epifanes en de joden

Antiochos IV Epifanes (Altes Museum, Berlijn)

[Chanoeka nadert en dus is de jaarlijkse hype er weer (lees maar). Er zijn echter dingen te vertellen die wél interessant zijn. In alle bescheidenheid denk ik dat mijn reeks zinvoller is dan de junkjournalistiek waarop archeologen een abonnement hebben. Het eerste deel van deze reeks was hier.]

Hogepriester Honi III was niet de enige die in Antiochië het oor zocht van de nieuwe vorst Antiochos IV Epifanes. Volgens 2 Makkabeeën kreeg de koning ook bezoek van Honi’s broer Jason. Die zegde toe dat hij, mocht de koning hem benoemen als hogepriester, voortaan 360 talenten zilver zou betalen. Bovendien had hij 150 talenten over voor het privilege een sportschool te bouwen.

Voor de vorst was dit aanbod aantrekkelijk. Niet alleen leidde de sportschool soldaten op, een nieuwbenoemde hogepriester zou ook, doordat hij zijn positie dankte aan de koning, loyaal moeten zijn. De koning verving dus de ene broer door de andere, waarop veel Joden moeten hebben gereageerd met een combinatie van ergernis en verontwaardiging: ergernis omdat de belasting met 20% werd verhoogd, verontwaardiging omdat het afzetten van een hogepriester ongehoord was. Daar stond tegenover dat Joodse jongens vanaf nu konden meedoen aan de sportwedstrijden in het Seleukidische Rijk en aansluiting vonden bij de rijkselite. De bewoners van Jeruzalem konden zich voortaan meten met die van buursteden als Samaria, Gerasa of Filadelfia.

Lees verder “M04 | Antiochos IV Epifanes en de joden”

M02 | De Heliodoros-affaire

Qasr al-Abd, het paleis van de Tobiaden

[Tweede blogje in een zestiendelige reeks rond Chanoeka, dat dit jaar valt op 18-26 december. Ik begon de reeks hier.]

Hadden de Ptolemaiën in de derde oorlog tegen de Seleukiden hun vijanden nog op afstand kunnen houden, in de vierde boekte de “koning van Azië” al terreinwinst, en in de vijfde, die duurde van 202 tot 195 v.Chr., veroverde Antiochos III de Grote heel Judea. Daarbij lijkt hogepriester Simon de Rechtvaardige, steun te hebben verleend aan de Seleukiden. Dat verdiende een beloning, en toevallig weten we welke. In JosephusJoodse Oudheden is namelijk de proclamatie opgenomen waarmee Antiochos de macht aanvaardde. Daarin bedankt hij de Joden voor hun hulp, belooft hij steun bij de wederopbouw, zegt hij offers toe, erkent hij de Joodse Wet en verlaagt hij de jaarlijkse belasting, een som van driehonderd talenten, tot tweehonderd. De oorlog was verschrikkelijk geweest, maar het pro-Seleukidische beleid van de hogepriester bespaarde de Joden het allerergste.

Aan goede bedoelingen geen gebrek, maar de relatie tussen de Joden en de nieuwe koning liet te wensen over. Toegegeven, de Tobiade Hyrkanos, die zijn vader Jozef was opgevolgd als hoofdbelastingpachter, trok zich terug in zijn luxe kasteeltje bij het huidige Qasr al-Abd in Jordanië (zie foto hierboven). Hij bleef echter de Ptolemaïsche heersers steunen en hield contact met vrienden in Jeruzalem. In feite zat hij te stoken. De Seleukiden waren nooit helemaal zeker van de loyaliteit van hun nieuwe onderdanen. Incidenten bleven niet uit.

Lees verder “M02 | De Heliodoros-affaire”