Het Labyrint (2)

Een beschadigde fresco van een stier uit het labyrint in Knossos

In het vorige blogje over het Labyrint van koning Minos op Kreta behandelde Gert Knepper de eerste historische, taalkundige, godsdiensthistorische en archeologische theorieën.

***

Op 2 januari 1901 meldde de Haagsche Courant:

De berichten die omtrent de verdere vondsten van Evans ontvangen worden zijn zoo buitengewoon, dat men ze, als ze uit Amerika kwamen, voor verzinsels zou houden. Hij zou onlangs niet minder gevonden hebben dan het Labyrinth! (…) Van de frescos zijn slechts brokstukken over, maar een hiervan geeft gedeelten te zien van een krachtigen stier: het… portret van den Minotaurus zelven misschien? Straks vindt hij nog, als mummie, dit ondier zelf.

Lees verder “Het Labyrint (2)”

Het Labyrint (1)

Munt uit Knossos (Liebieghaus, Frankfurt am Main)

Het verhaal is bekend genoeg. Minos, koning van Knossós op Kreta, bezat een bijzonder huisdier. Het beest was het product van een slippertje van Minos’ echtgenote met een stier, en luisterde (of niet) naar de naam Minotaurus. Het hybride – half-stier half-mens – en ook nogal woeste dier ontving een passende behuizing in een speciaal voor hem ontworpen doolhof waar hij zonder hulp nooit uit zou kunnen komen: het labyrint.

Omdat het beest zich bij voorkeur voedde met Atheense jongens en meisjes, en koning Minos de jaarlijkse levering daarvan kon afdwingen, stuurden de Atheners ten slotte hun held Theseus op het monster af om hem mores te leren. Theseus begaf zich in het labyrint, doodde de Minotaurus, en vond de uitgang van het labyrint dankzij de afgewikkelde draad van een knot wol die hem bij de ingang door Minos’ dochter Ariadne ter hand was gesteld.

Lees verder “Het Labyrint (1)”

Domitianus (17): Piazza Navona

De Minotaurus van Myron (Capitolijnse Musea, Rome)

Zoals ik in het vorige stukje aangaf, zijn de gebouwen die keizer Domitianus neerzette op het Marsveld overbouwd. Dat begon al in de Oudheid. Keizer Hadrianus zette een nieuw Pantheon neer, met ostentatieve bescheidenheid voorzien van de naam van de oorspronkelijke bouwheer, Agrippa. Domitianus bleef onvermeld, hoewel hij toch ook een bouwfase op zijn naam had. Zijn naam was inmiddels taboe (al zouden er later nog twee keizers zijn die zich zo noemden). In de Middeleeuwen bleef het gebied bewoond, het leger van Karel V ging er in 1527 als een beest tekeer en wat er sindsdien staat dateert grosso modo uit de tijd van de Barok.

En toch is Domitianus niet helemaal verdwenen. De Piazza Navona in Rome, het mooiste plein van Italië, bewaart de contouren van het stadion dat de keizer er heeft laten aanleggen. Zelfs de naam van het langwerpige plein is een echo uit de Oudheid: het woord agon is herkenbaar, wat zoiets betekent als wedstrijd.

Lees verder “Domitianus (17): Piazza Navona”

Fabeldieren

Een van de bekendste fabeldieren is de sfinx, hier met een jong (Nationaal Museum van Irak, Bagdad)

Alle oude volken kenden zo hun eigen fabeldieren en voegden daar de fantasiebeesten van hun buurvolken aan toe. De sfinxen die in de Mesopotamische mythologie de Boom des Levens bewaken, keren terug in het joodse verhaal over de Tuin van Eden. De Humbaba’s van de Babyloniërs werden de Gorgonen van de Grieken. Ik schreef er al eens over. De lamassu’s uit Mesopotamië staan op munten uit Sicilië. De Romeinen namen van de Grieken de hele goddelijke veestapel over en daarvandaan wandelde die door naar de middeleeuwse bestiaria.

Hierboven ziet u een sfinx op een ivoortje uit het Nationaal Museum van Irak in Bagdad; de foto is gemaakt door Marjon Verburg, die Irak onlangs bezocht. Op de achtergrond herkent u de paradijselijke vegetatie maar het leukste is natuurlijk dat deze sfinx een jonkie heeft. De ivoorsnijder kende aan het mythologische beest normale dierlijke eigenschappen toe.

Lees verder “Fabeldieren”