
Er was gisteren een vraag over de Tempelreiniging, het moment waarop Jezus in woede ontstak en de geldwisselaars van het tempelplein afranselde. Voor wie wil weten of het verhaal voldoet aan de authenticiteitscriteria: het is tweemaal geattesteerd (Marcus en Johannes) en ook het criterium van de gêne is van toepassing. De gebeurtenis, die volgens Marcus plaatsvond kort voor Jezus’ arrestatie, is door Johannes namelijk zo ver mogelijk daarvan weg gehaald: de vierde evangelist plaatst het voorval helemaal aan het begin van zijn verhaal, om de lezer niet op het idee te brengen dat Jezus werd gearresteerd wegens ordeverstoring.
Trof Jezus “de hogepriesters en hun onmiddellijke omgeving regelrecht in de portemonnee”, zoals geopperd? Reken maar. Er zijn meer bronnen waaruit blijkt dat er nogal wat aan de strijkstok bleef hangen. Een tijdgenoot van Jezus, de schrijver van het Testament van Mozes, meent dat in de tijd na koning Herodes een doodzieke groep goddelozen de mensen zou afpersen en desondanks de euvele moed had reinheidswetten te bespreken. De farizese leraar Simeon voer uit tegen de tarieven voor een offer: een goudstuk voor een stel duiven. Met zijn protest bereikte hij dat de vogels voortaan een sestertius kostten, één procent van wat oorspronkelijk was gevraagd. Dat zo’n prijsverlaging mogelijk was, suggereert dat de priesters vette winsten maakten.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.