De Groene Lijn

Rue de Damas, Beiroet

Gisteren ben ik van het Libanese Nationaal Museum in Beiroet langs de Rue de Damas gewandeld naar de Place des Martyrs. Het is geen grote afstand en hier en daar zijn zelfs toegankelijke trottoirs, wat in deze stad geen vanzelfsprekendheid is. Op vier plaatsen zag ik bouwvallen als de bovenstaande: overblijfselen uit de tijd van de Burgeroorlogen. Ook het bestaan van stedelijke ruïnes is geen vanzelfsprekendheid, want het einde van de gevechten is vrijwel even lang geleden als de val van De Muur en zoals Berlijn sindsdien totaal is veranderd zo is ook Beiroet vrijwel geheel herbouwd.

Beide steden zijn arm aber sexy, maar zoals in Duitsland de gevolgen van de Koude Oorlog niet volledig zijn uitgewist, zo zijn in Libanon de Burgeroorlogen als een wond die weliswaar is gesloten maar zó weer kan worden geopend.

Je hoeft niet lang te kijken om het recente verleden te zien. Langs de Rue de Damas, ooit de Groene Lijn tussen westelijk en oostelijk Beiroet, staan dus nog enkele aan flarden geschoten huizen. De Place des Martyrs is nog steeds een open vlakte. Het genoemde museum vertoont een ontroerend filmpje over de renaissance die deze instelling de afgelopen jaren heeft ondergaan. De beenloze portier van een museum rijdt in een rolstoel. Een vrouw vertelde me – overigens niet de afgelopen week – dat een sluipschutter in een van de laatste gevechtsweken haar verloofde had gedood. Voor zover ik weet, is er sindsdien geen man meer in haar leven geweest en ik vermoed dat ze nog vaak aan hem denkt.

Iemand legde me ooit uit dat Libanezen niet zijn geïnteresseerd in contemporaine geschiedenis omdat in elke familie wel iemand is die zich minder goed heeft gedragen. Anders gezegd, de meeste Libanezen weten genoeg van de Burgeroorlogen om te begrijpen dat ze er beter niet méér van weten. Ik ken mensen die inderdaad geen geschiedenisboeken hebben gelezen.

Ik ben historicus maar kan ze geen ongelijk geven.

Deel dit:

3 gedachtes over “De Groene Lijn

  1. jan kroeze

    Als dat in Syrië ook zo lang gaat duren met dat opruimen, komt er misschien nooit een end aan en blijft de helft van de puinhoop liggen.Onderhand mag dus wel worden begonnen met opruimen lijkt me.

  2. Dirk

    Het probleem met burgeroorlogen is dat de scheidslijnen meer dan bij oorlog tussen staten dwars door buurten, families en zelfs gezinnen lopen. Dat maakt ze zo smerig. Het is wellicht moeilijker om de oorlog te verwerken dan wanneer de oude vijand weer ver weg in zijn eigen land zit. De wrok tegen de ‘zwarte’ buurman zit in naoorlogs Vlaanderen vaak dieper dan die tegen de Duitse bezetter.

    Mijn grootouders waren patriottische Belgen zonder sympathie voor het fascisme: grootvader was Belgisch beroepsmilitair. Vlak na de oorlog gingen ze al op vakantie in Duitsland waar mijn grootvader ook gestationeerd werd. De Duitse buurman die een oog was kwijtgeraakt in Stalingrad werd een goede vriend. Voor mijn moeder en haar zussen is Duitsland bijna een tweede vaderland.

  3. Pim van den Berg

    de roman “The myrtle tree” van Jad el Hag geeft een goed inzicht in wat de Libanese burgeroorlog betekende voor de sociale verbanden in het land. Vast nog wel te koop bij Librairie Antoine.

Reacties zijn gesloten.