Alexander de bedrieger (2)

Alexander als Zeus, met bliksemschicht in de hand

[Dit is het laatste deel van een artikel dat hier begon.]

Langzaam begonnen de definities te verschuiven. Alexander was niet langer “als een god onder de mensen” maar ging zich steeds meer gedragen alsof hij echt een god was. In de lente van 326 leverde hij slag tegen de Indische radja Poros. Alexander behaalde de zege doordat de Macedoniërs dankzij enorme regenval ongezien de rivier de Jhelum konden oversteken, en doordat vervolgens de Indische strijdwagens en olifanten in de modder vast kwamen zitten. Op de herdenkingspenningen die Alexander liet slaan, toonde hij zichzelf met in de hand een bliksemschicht, alsof híj, en niet zijn goddelijke vader Zeus, de regen had veroorzaakt.

Waarschijnlijk geloofde Alexander het zelf ook niet, getuige het toneelstukje dat hij niet veel later opvoerde in de zuidelijke Punjab. Bij de bestorming van het hindoe-heiligdom in de stad die nu Multan heet, had hij een pijl in zijn borst gekregen. Er zijn verschillende verslagen. Het ene is te vinden in de memoires van admiraal Nearchos, die niets vermeldt over de aard van de schotwond, maar wel schrijft dat de soldaten zagen hoe de koning enige tijd later weer kon paardrijden. Het tweede verslag is van Ptolemaios, die niet aanwezig was in Multan, maar later vernam dat de pijl Alexander in de long had getroffen zodat er lucht en bloed uit de wond waren gekomen.

Hier klopt iets niet. Óf Alexander had een pijl in de long, maar dan kon hij pas na vele maanden weer paardrijden, óf hij kon wel rijden, maar dan was zijn long niet geraakt. Een derde verslag, dat van een anonieme getuige die wordt geciteerd door Alexanders biograaf Ploutarchos, vermeldt dat de pijl de koning in het borstbeen raakte, en dit is waarschijnlijk wat er gebeurde. We kunnen het bedrog precies reconstrueren: tijdens de bestorming van Multan werd het koninklijke borstbeen geraakt en de vorst liet bekendmaken dat hij een longwond had. Elke soldaat wist genoeg van oorlogswonden om te begrijpen dat de genezing lang zou duren. Toen ze Alexander niet veel later paard zagen rijden, begrepen ze dat hun aanvoerder hetzelfde vermogen tot snelle genezing had als de goden uit de mythen.

Het was in elk geval iets wat de manschappen op dat moment wilden geloven. Ze waren ver van huis, en ook een anders kritische geest als Ptolemaios had behoefte aan de wetenschap dat zijn generaal een bovenmenselijk wezen was. Een maar al te begrijpelijke vorm van zelfbedrog.

***

Maar uiteindelijk werd Alexander doorzien. De onoverwinnelijke god meende dat hij zijn leger door de woestijn van Baluchistan naar Iran en Babylonië terug kon leiden. Het werd een humanitaire catastrofe waarbij duizenden het leven lieten. Opnieuw speelde Alexander toneel om zijn goddelijke natuur te tonen, bijvoorbeeld door bij een gelegenheid demonstratief water te weigeren. Maar de mannen wisten nu dat de koning feilbaar kon zijn, en er zijn aanwijzingen dat ze hem openlijk wantrouwden. Toen hij zijn soldaten eens aanbood al hun schulden af te lossen, meenden ze dat het beter was hun naam toch maar niet op te geven – de koning mocht de lijst eens willen gebruiken om uit te zoeken wie een gat in de hand hadden. Na de truc met de gelezen brieven was dat niet zo’n heel vreemde verdenking. Alexanders moest zijn soldaten verwijtend toespreken – hoe durfden ze aan zijn woord te twijfelen? wisten ze niet dat een koning alleen de waarheid mocht spreken? – om ze ertoe te bewegen zijn geschenk aan te nemen.

***

Op 11 juni 323 overleed Alexander in Babylon, na een ziekte van een kleine twee weken. Er bestaat een ontroerend verhaal dat zijn manschappen zijn slaapkamer binnendrongen om afscheid te nemen van de stervende god, maar het staat niet in onze beste bronnen over Alexanders laatste dagen.

Er lijkt meer zekerheid dat de soldaten elkaar in de dagen na de dood van de koning een sterk verhaal vertelden. De stervende zou zich hebben gerealiseerd dat zijn heengaan de mensheid zou doen twijfelen aan zijn goddelijkheid, en zou daarom hebben geprobeerd zichzelf in de Eufraat te verdrinken. Als zijn lichaam op die manier was verdwenen, zouden de mensen echt denken dat hij ten hemel was gevaren en opgenomen onder de goden.

Vanzelfsprekend is deze anekdote niet waar. Maar ze vertelt veel over de stemming onder manschappen. Alexander had ze door selectief met de waarheid om te gaan meegelokt naar de diepste binnenlanden van Azië en had geprobeerd ze voor te spiegelen dat hij een god was. De soldaten geloofden zijn mooie praatjes al lang niet meer. Voor menigeen was Alexander niets anders dan een grote bedrieger.

Deel dit: