Vluchtelingen

De regen valt zo hard, dat de riolen het niet meer aankunnen.
De regen valt zo hard, dat de riolen het niet meer aankunnen.

Ik heb hier in Libanon geen toegang tot internet, en vertel misschien iets dat u allang hebt vernomen op het Nederlandse nieuws. Ik vermoed echter van niet, want in december zijn de media vooral bezig met jaaroverzichten en wat dies meer zij. Het mediacircus draait in de laatste weken van het jaar een versnelling lager.

Langs de weg van Baalbek naar Zahlé zagen we een groot tentenkamp. Het was geen al te moeilijke gok dat het was ingericht om Syrische vluchtelingen te herbergen, en inderdaad: de mensen bleken vanuit Damascus naar Libanon gekomen. Maar we vernamen ook dat het geen Syriërs waren: het waren Palestijnen, die tot enkele dagen geleden leefden in een vluchtelingenkamp in Syrië.

Zoals we het nieuws de eerste keer hoorden, zijn ze gedurende drie dagen de grens over gekomen: op de eerste en tweede dag 2000 mensen, de dag erna 2800. Waarom ze op drift waren geraakt, werd ons niet verteld.

De tweede keer hoorden we dat bij Damascus een vluchtelingenkamp was overgenomen door de Syrische oppositie en dat president Assad had gezegd dat hij niet kon instaan voor de veiligheid van wie niet binnen zes uur zou zijn vertrokken. Hij zou, zo werd ons verteld, het kamp inmiddels hebben laten bombarderen. De bewoners zijn dus naar Libanon gekomen, deels lopend. De Saoediërs hebben het tentenkamp voor hen ingericht.

Zo’n vier jaar geleden ontmoette ik zo’n Syrische Palestijn. Een wat oudere man. Hij werkte in de toeristische sfeer en begeleidde groepen naar de luchthaven, waar hij ook de uitreisvisa regelde. Het had iets triests hoe hij zich uitsloofde voor onze reispapieren, hoe ieder jaar tientallen, misschien wel honderden paspoorten door zijn vingers gingen, terwijl hij zelf geen paspoort bezat: Syrië kon de Palestijnen immers nooit burgerrechten geven, omdat dan de delicate verhouding tussen de bevolkingsgroepen verstoord zou raken (zoals inmiddels het geval is).

Is “mijn” Palestijnse Syriër onder de vluchtelingen? Van wat ik begreep over de locatie van het gebombardeerde vluchtelingenkamp, zou het best waar kunnen zijn. Het zou dan de tweede keer zijn dat hij werd verdreven: als kind had hij zijn geboorteland verlaten, nu Syrië. Zoals zoveel Palestijnse families bezat ook de zijne nog de sleutels van het huis en de nog door de Britten afgegeven kadasterpapieren van een stuk land. Zou hij die in de haast hebben kunnen meenemen? Zou ook hij lopend naar Libanon zijn gekomen? En hoe zou het zijn om, terwijl het water in bakken uit de hemel neer komt vallen, te schuilen in tenten van Saoedische makelij, die vermoedelijk meer dienen als bescherming tegen de zon en zandstormen dan tegen regen?

Misschien heeft u de antwoorden gelezen in de Nederlandse kranten of heeft een in Beiroet gestationeerde journalist er een reportage over gemaakt. Ik vermoed echter dat het lot van 6800 vluchtelingen hooguit een klein berichtje is op de buitenlandpagina. De International Herald Tribune die ik in mijn hotel kon bemachtigen, vermeldt niets. Dat de wereld niet is vergaan op 21 december, dát was daarentegen voorpaginanieuws.

(Als u wat geld wil doneren, denk dan eens aan het Rode Kruis.)

Naschrift

Een deel van het nieuws heeft wel degelijk de Nederlandse media gehaald: op maandag 17 december berichtte het Handelsblad over het bombardement. Over de vluchtelingen geen woord.

Deel dit:

4 gedachtes over “Vluchtelingen

    1. Je zou, laconiek geformuleerd als het is, nog gelijk kunnen hebben ook. Maar dit keer moet ik toch iets aardigs zeggen: op maandag 17 december berichtte het Handelsblad over het bombardement. De vluchtelingen bleven onvermeld.

      1. Ik stel me zo voor als een Israelische raket op dat ‘kamp’ was gevallen de Chocolade Letters in alle kranten doem en onheil uitriepen en de hele wereld kokend van razernij de Israeli’s voor alles uitmaakten, het Security Council bijeengeroepen was en een flukse resolutie was uitgevaardigd.

Reacties zijn gesloten.