
Het kleitablet hierboven is een van de allerberoemdste teksten uit de Oudheid. Mocht u het willen zien: het is in het onvolprezen archeologische museum van Istanbul. En mocht u willen weten wat het is: het is de tekst van een staatsverdrag tussen de Egyptische farao Ramses II en de Hethitische koning Hattusili III, gesloten in 1259 v.Chr..
Ramses was in 1279 aan de macht gekomen en erfde een imperium dat wel eens betere tijden had gekend. De Egyptische garnizoenen in Kanaän (zeg maar Israël, Libanon en delen van Syrië), dat in de vijftiende eeuw was veroverd door Thutmoses III, waren voor een deel ontruimd, maar de nieuwe koning slaagde erin althans de kuststeden weer onder Egyptisch gezag te brengen. In 1274 besloot hij een eind landinwaarts te trekken.
Dat was niet naar de zin van Muwatalli, die in het noorden van Syrië en het zuiden van wat nu Turkije heet zo zijn belangen had. Bij Kadesh aan de rivier de Orontes, ergens ten zuiden van het huidige Aleppo, kwam het tot een veldslag, die door de Hethieten werd gewonnen, al slaagde Ramses er door snel en actief te handelen in het ergste te vermijden. De volgende dag trokken beide legers zich terug: men had ontdekt dat met de andere partij niet viel te spotten.
De oorlog ging verder, met Egypte duidelijk als de initiatiefnemer, profiterend van het feit dat Muwatallis’ broer Hattusilis hem niet zonder slag of stoot kan opvolgen. In 1259 kwam het tot een vredesverdrag. Een Hethitische delegatie kwam naar Egypte, naar Pi Ramesse, en bood daar een mooie zilveren plaat aan met de voorgestelde verdragstekst. Er moeten enkele diplomatieke manoeuvres aan vooraf zijn gegaan, want men was het blijkbaar al eens.
De vorsten spreken elkaar aan als broeders, en zijn dus volkomen gelijk, wat voor beide grote koningen een aanzienlijke psychologische stap zal zijn geweest. Verder lezen we over respect voor elkaars bezittingen – vermoedelijk is er een aanvullende overeenkomst geweest over de precieze grens – en over wederzijdse bijstand. Daaronder vallen militaire steun maar ook het uitwijzen van ongewenste vreemdelingen.
De tekst is in verschillende versies overgeleverd, onder andere in Egyptisch hiërogliefenschrift, maar de versie hierboven ligt dus in het museum van Istanbul. Ze is gevonden in Hattusa, de hoofdstad van het Hethietenrijk, even ten oosten van Ankara: de plaats die ik, als alles naar wens gaat, heb bezocht op het moment dat u dit in Nederland voorbereide stukje zult lezen.
[Dit was de achtste aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.