Het Gilgameštablet en andere illegale oudheden

Het Gilgameštablet (© Immigration and Customs Enforcement/AP)

Er is weer iets te melden over de heling van illegale oudheden. De trouwe lezers van deze blog kennen de Green-collectie: de verzameling van de Amerikaanse miljardair Steve Green, die zich in het hoofd had gezet een Museum voor de Bijbel te bouwen in Washington en daarbij door roeien en ruiten ging. Hij kocht alles op wat hij in handen kon krijgen. Dat maakte hem tot makkelijk slachtoffer voor al wie uit was op zijn geld. Zo kocht hij valse snippers van de Dode-Zee-rollen, moest hij schikken over de heling van gestolen kleitabletten uit Irak en is een deel van zijn Egyptische collectie inmiddels terug naar Egypte. Green was ook betrokken bij minimaal twee van de zwendelzaken van Dirk Obbink: Eerste-eeuwse Marcus en Sapfo.

Gilgameštablet

En dan is er het Gilgameštablet. Dat is al bijna twintig jaar geleden op de markt gekomen. Het is in 2003 in Londen aangekocht door een Amerikaanse of Israëlische handelaar – ik vind hierover tegenstrijdige informatie – die het kleitablet liet schoonmaken. Daarbij ontdekte hij dat het een fragment bevatte van het Epos van Gilgameš. De handelaar heeft het vervolgens verkocht met de mededeling dat hij het in 1981 had gevonden in een doos vol metaalfragmenten. Dat is dus een valse verklaring. Vervolgens lijkt het tablet enkele keren te zijn doorverkocht. Dat is me nu niet helemaal duidelijk. Zeker is dat het in 2014 bij het Londense veilinghuis Christie’s kwam, waar Green het verwierf.

Lees verder “Het Gilgameštablet en andere illegale oudheden”

Er staat geen ú maar lu

Je ziet het gelijk: geen ú maar lu

Er staat dus geen ú maar lu. U begrijpt, zoiets belangrijks, dat schrijf ik niet lichtvaardig. We hebben het over het kleitablet dat bekendstaat als ABC 7, een van de bekendste kronieken uit het oude Nabije Oosten. Meer precies: de zevende kroniek uit het boek met Assyrian and Babylonian Chronicles dat A.K. Grayson in 1975 uitgaf. Kroniek 7 beschrijft de regering van koning Nabonidus van Babylonië, die in 539 v.Chr. de macht moest overdragen aan de Perzische veroveraar Cyrus de Grote.

Die maakt in deze kroniek zijn opwachting april 547 v.Chr. De koning van Babylonië verblijft dan in de oase van Tayma (waarover ik al eens blogde), ’s konings moeder overlijdt, ’s konings zoon Belsazar gaat drie dagen in rouw, en dan komt het: Cyrus steekt de rivier de Tigris over en gaat in mei op weg naar een vreemd land. Daar doodt hij de koning en rooft hij een schat. De hamvraag is waar dat was. Hier doet zich een probleem voor dat zich altijd voordoet bij antieke teksten: daar waar de cruciale informatie moet staan, is een kras of een breuk of scheur of iets anders. Altijd.

Lees verder “Er staat geen ú maar lu”

Mesopotamië in het derde millennium

Koning Maništušu van Akkad; kopie van een in de Ištartempelk in Nineveh gevonden portret. Het origineel is in het Nationaal Museum van Irak in Bagdad; deze kopie komt uit het British Museum in Londen.

In mijn reeks naar aanleiding van het handboek waarmee ik ooit oude geschiedenis leerde, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, vandaag een stukje over het derde millennium in het Nabije Oosten. De verdeling die de auteurs aanbrengen (namelijk in paragrafen over enerzijds Egypte en anderzijds de Sumeriërs en Akkadiërs) is een erfenis uit de tijd dat oudheidkundigen alleen deze twee culturen kenden en dan vooral uit teksten.

Bronstijd

Het plaatje van wat bekendstaat als Bronstijd is nu helemaal anders. De archeologie documenteert deze fase uit de geschiedenis inmiddels in een veel grotere regio. De handel in tin zorgde immers voor contacten en ideeënuitwisseling, waardoor netwerken ontstonden van Oezbekistan tot Mesopotamië en van de Atlantische kusten tot Egypte. Jiroft is een belangrijke nederzetting in Iran en het BMAC is een van de fascinerendste beschavingen die is herkend sinds De Blois en Van der Spek de eerste versie van hun handboek naar de drukker brachten. De nadruk die zij leggen op de twee traditionele “oerculturen” is niet verkeerd – die twee culturen schreven tenminste – maar ik vermoed dat als ze hun boek nu zouden opzetten, ze één hoofdstuk zouden maken waarin de Vroege Bronstijd als één geheel werd behandeld.

Lees verder “Mesopotamië in het derde millennium”

Een herontdekte zonnegod

Tablet van Šamaš uit Sippar (British Museum, Londen)

Het bovenstaande reliëf uit Sippar in het noorden van Babylonië is misschien wel een van de bekendste kunstvoorwerpen uit het oude Mesopotamië. Niet zonder reden. Het is gebaseerd op de gulden snede en treft ons dus als harmonieus.

Onder een baldakijn zit de zonnegod Šamaš (een naam die gewoon “zon” betekent) met in zijn hand een korte scepter en een ring. Beide zijn machtssymbolen; ik herinner me hoe de tweede lange tijd “ring of power” werd genoemd, tot die Tolkienfilms die uitdrukking voorzagen van onbedoelde bijbetekenissen, zodat wetenschappelijke jargontermen ineens populair werden (farshiang, kydaris). Deze Achaimenidische Ahuramazda en dat Sasanidische investituurreliëf zijn andere voorbeelden.

Lees verder “Een herontdekte zonnegod”

MoM | Oude tabletten, nieuwe technieken

Een kleitablet uit het NINO: een lijst met beroepen uit de vierentwintigste eeuw v.Chr.

[Vandaag een gastbijdrage van Marjon Verburg, die aanwezig was bij een bijeenkomst over de catalogisering van de NINO-kleitabletten-collectie, waarbij ook nieuwe laboratoriumtechnieken werden behandeld.]

Het Nederlands Instituut voor het Nabije Oosten (NINO) heeft een collectie van zo’n 3000 kleitabletten, rolzegels, lemen kegels, die in bijvoorbeeld Uruk werden gebruikt om mozaïeken op muren mee te maken, en nog diverse andere objecten: de Liagre Böhl collectie, vernoemd naar F.M.T. de Liagre Böhl. Deze Leidse professor in de assyriologie, van 1939 tot 1955 aan het NINO verbonden, bouwde de collectie op in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw.

Op 3 juli jl. werd er in het Rijksmuseum van Oudheden onder leiding van prof.dr. Caroline Waerzeggers een serie korte presentaties gegeven over onder meer het catalogiseren van de voorwerpen en het scannen van kleitabletten.

Lees verder “MoM | Oude tabletten, nieuwe technieken”

De Babylonische Astronomische Dagboeken

Voorbeeld van een Astronomisch Dagboek. Op dit tablet staat de Komeet van Halley vermeld, die in 164 v.Chr. zichtbaar was (British Museum, Londen)

Mesopotamische historiografische documenten zijn niet zo makkelijk te lezen als de Griekse en Romeinse. Sinds de Renaissance hebben Europese historici hun teksten immers gemodelleerd op klassieke voorbeelden, zodat we het (niet zelden valse) gevoel hebben Griekse en Romeinse teksten te begrijpen. Toch heeft het zin eens te kijken naar de Mesopotamische historiografische teksten, die méér hebben te bieden dan informatie over lang vergeten gebeurtenissen. De Mesopotamische kronieken en hun voorstadium, de Astronomische Dagboeken, vertegenwoordigen een vroege aanzet tot wetenschappelijk denken. Daarover nu twee blogstukjes.

Maar eerst het begin. In het begin schiepen de goden de hemel en de aarde. Ze bouwden hun hemelse paleizen, regelden de kalender en schiepen de sterren, de zon en de maan. Vervolgens bouwden ze een stad om het Nieuwjaarsfeest vieren: Babylon, het fundament van de hemel op aarde. En tot slot schiepen de goden mannen en vrouwen, opdat die het land zouden bewerken en het voedsel produceren dat ze offerden aan hun scheppers. Lees verder “De Babylonische Astronomische Dagboeken”

Hellenistische kronieken uit Babylon

Uw wereld is nooit meer hetzelfde nu u de drie delen van fragment A van de Bagayasha-kroniek (BCHP 18A) heeft gezien.
Uw wereld is nooit meer hetzelfde nu u de drie delen van fragment A van de Bagayasha-kroniek (BCHP 18A) heeft gezien. Ze liggen in het British Museum maar worden niet geëxposeerd.

Terwijl ik vorige week ziek was, heb ik een klusje gedaan dat al jaren lag te wachten: het online plaatsen van de vertalingen van de Babylonische kronieken uit de hellenistische tijd. Dat vergt wat toelichting. Om te beginnen: de Livius.org-website is ooit gebouwd in ouderwetse HTML, wat een vrij simpele manier was om teksten online te plaatsen en van links te voorzien. Het probleem is dat HTML langzaam verandert waardoor de diakritische tekens – de letters met de gekke accenten dus – steeds vaker onleesbaar werden.

Een paar jaar of vijf geleden ben ik daarom begonnen de 3600 webpagina’s om te zetten naar een content management-systeem. Dat moest handmatig gebeuren en het einde van dat project is maar heel langzaam in zicht gekomen. De Babylonische kronieken waren hierbij het moeilijkste, aangezien die bestonden uit twee kolommen: rechts Engels en links een transcriptie van het Akkadisch, de taal van de Babyloniërs. Ik heb die destijds gemaakt omdat de onderzoeker die ze aan het ontsluiten was, Bert van der Spek, zo een manier had om zijn materiaal met collega’s te bespreken. Inmiddels is de eigenlijke publicatie, een boek, in zicht en is die Akkadische transcriptie niet meer urgent.

Lees verder “Hellenistische kronieken uit Babylon”

Baruqa

De schlemielige resten van de Toren van Babel
De schlemielige resten van de Toren van Babel

Soms herken je in de Oudheid iets uit het heden. Zo hebben in Frankrijk joodse en islamitische leiders hun gelovigen opgeroepen mee te betalen aan de herbouw van de Notre Dame. Niet dat die oproep werkelijk nodig was, want elke Fransman, elke Europeaan heeft deze dagen het gevoel verweesd te zijn, maar dit deed me denken aan een bankafschrift uit Babylonië.

Midden in Babylon verrees de enorme tempeltoren Etemenanki, het “huis van het fundament van de hemel op aarde” dat behoorde bij de hoofdtempel Esagila. Toen koning Nebukadnezar het monument in de zesde eeuw v.Chr. had vernieuwd, had hij gebluft dat de toren tot in de hemel zou reiken en dat er zóveel bouwvakkers werkten dat alle talen van de wereld bij de bouwput werden gesproken. De joodse auteur van het verhaal van de Toren van Babel schreef een buitengewoon effectieve parodie op ’s konings propaganda.

Lees verder “Baruqa”

De bibliotheek van Aššurbanipal

Sumerisch-Akkadisch woordenboek (Louvre, Parijs)

Ik ben de afgelopen week drie keer met de trein heen en weer geweest naar Leeuwarden en hoewel die rit niet zo druk is als die naar Hilversum, Utrecht of Leiden, ben je ook op weg naar het noorden gedwongen mee te luisteren naar andermans gesprekken. Zo ontdekte ik het onbegrijpelijke feit dat er mensen zijn die nog niet naar zijn geweest de expositie over Nineveh in het Rijksmuseum van Oudheden. Heel gek.

Voor degenen die er nog niet waren, blog ik nog maar eens over een Assyrisch voorwerp: een kleitablet. Daarvan zijn er in Nineveh tienduizenden gevonden. In het paleis van koning Aššurbanipal waren het er zelfs zo veel dat de opgravers meenden dat het ging om een complete bibliotheek. Weliswaar was veel materiaal in feite geschreven voor zijn voorgangers, maar de naam “bibliotheek van Aššurbanipal” is blijven hangen.

Lees verder “De bibliotheek van Aššurbanipal”

Babylonische delingstabel

Babylonische delingstabel (Louvre)

Als wij getallen noteren, bedienen we ons van het tientallig stelsel. Het getal 132 staat dan bijvoorbeeld voor één keer honderd, drie keer tien en tweemaal één. Een voordeel is dat je al vrij snel ziet dat een getal deelbaar is door vijf (want dan eindigt het op nul of op vijf) of door twee (want dan eindigt het getal op nul, twee, vier, zes of acht).

Dit is niet het oudste getalstelsel. In het derde millennium voor Christus rekenden de volken in het zuiden van Irak met het zestigtallig stelsel. Een erfenis daarvan is dat wij een uur indelen in zestig minuten en een minuut in zestig seconden. Het basisgetal is niet zonder reden gekozen, want zestig is het kleinste gemeen veelvoud van 1, 2, 3, 4, 5 en 6. Wie het gebruikt, ziet niet slechts of een getal deelbaar is door twee of vijf, maar ziet het ook van drie en zes. Delingen, het soort rekenen waarmee kinderen op de lagere school de meeste moeite schijnen te hebben, zijn dus veel gemakkelijker.

Lees verder “Babylonische delingstabel”