Het Laatste Oordeel (Onbekende Hollandse meester, Musée communal de Nivelles)De katholieke kerk vierde gisteren Sint-Maarten en daarom wilde ik gisteren mijn wekelijkse Sargasso-column wijden aan de Romeinse soldaat die ooit zijn kostbare mantel in tweeën sneed om een arme sloeber te kleden, later het kloosterleven in West-Europa introduceerde en als bisschop van Tours opvallend sober leefde. Ik zou hebben verteld hoe hij, toen een ketter door een reeks juridische dwalingen ter dood dreigde te worden veroordeeld, een Romeinse keizer inpeperde dat deze maar een gewone gelovige was en niet boven de wet stond. Zo gaf Martinus van Tours een voorbeeld aan Ambrosius van Milaan, die enkele jaren later een andere keizer diets maakte dat het feit dat hij een geweldsmonopolie had, nog niet wilde zeggen dat hij onbeperkt zijn gewelddadige gang mocht gaan.
Dat ik die column niet schrijf, is de schuld van oud-president Bush Jr. Aanstaande donderdag spreekt hij op het fondsenwerfdiner van de Messianic Jewish Bible Institute, een instelling die opkomt voor de ‘messiasbelijdende joden’. Omdat die soms worden gediscrimineerd, is het aardig dat Bush het voor ze opneemt.
Maar er is iets meer aan de hand. Het Messianic Jewish Bible Institute is namelijk gericht op missionering. Dat is niet verboden, maar het motief is akelig: men hoopt op de bekering van de joden omdat deze gebeurtenis is voorspeld voor de Eindtijd. We hebben te maken met apocalyptici die de wederkomst van Christus willen bespoedigen.
Apocalyptiek helpt verklaren waarom het kwaad goede mensen treft. Het universum wordt getypeerd als slagveld tussen goed en kwaad, en hoewel het goede zal zegevieren, gebeurt dat pas na een periode waarin de gelovigen zijn beproefd. In veel apocalyptische teksten worden de beproevingen beschreven met de recentste militaire terminologie: de Oorlogsrol beschrijft de Eindtijdlegers als Romeinse legioenen, de Battle Hymn of the Republic ontleende inspiratie aan de kanonnen van de Amerikaanse Burgeroorlog en in de Left Behind-boeken beschikt de Antichrist over kernwapens. In de apocalyptische oorlogen gaan goede mensen ten onder, maar op de Jongste Dag, waarop de wereld terugkeert naar haar paradijselijke oertoestand, zullen de rechtvaardigen uit de dood opstaan en worden beloond, terwijl degenen die kozen voor het kwaad, worden bestraft.
Het is al wat akelig dat mensen zo zwart-wit denken maar het wordt nog akeliger als gelovigen dit niet beschouwen als een perspectief voor de onbepaald verre toekomst, maar menen dat de Eindtijd nabij is. En het wordt helemaal akelig als die ideeën ook nog leven bij politici. Dat Bush nu spreekt voor een club van apocalyptici, brengt in herinnering dat acht jaar lang de machtigste man op aarde werkelijk geloofde in een universele strijd tussen goed en kwaad, waarin de VS de belichaming waren van het goede en waarin het gebruik van geweld dus moreel gerechtvaardigd was. Tegelijkertijd was er zo iemand aan de macht in Iran.
Eigenlijk wilde ik gisteren een stukje schrijven over dappere bisschoppen van vroeger, die machtige heersers erop wezen dat hun macht niet onbegrensd was. U zult inmiddels hebben gemerkt dat ik dat eigenlijk ook heb gedaan. Veel oud-christelijke ideeën mogen inmiddels zijn verouderd, maar als stemmen van protest tegen de vanzelfsprekendheid waarmee machthebbers het morele gelijk claimen, kan sommige van die oude bisschoppen een zekere actualiteit niet worden ontzegd.
[Mijn wekelijkse column, gisteren verschenen op Sargasso.]
Ik ben blij dat hij geen aanleiding gevonden heeft om op de rode knop te drukken in de tijd dat hij president was. 🙁
Ik zie Martinus van Tours vooral als een stijle geloofsijveraar, die in deze tijd vergeleken kan worden met taliban-achtige groepen; naast hun geloofsbeeld bestaat er weinig ruimte voor andersdenkenden.
Heerlijk trouwens die legenden en heiligenlevens. Martinus, nog geen 18 dus een nogal verse ’tiro’ (recruut)) schenkt de helft van zijn mantel aan een arme bedelaar. Daar zal zijn commandant blij mee geweest zijn! Maar gelukkig, als onze held de volgende ochtend wakker wordt, merkt hij dat de mantel weer heel is. Een wonder! En dan lees je dat de abdij van Marmoutier bij Tours deze mantel als heilige reliek van het Merowingisch koningshuis bewaarde. Maar wat was dat dan? Wel, dat was ‘het deel dat hij voor zichzelf gehouden had’. Dus tóch een halve mantel! Hilarisch.
En dan hebben we het er nog niet over gehad dat Martinus zijn eigen hagiografie liet schrijven. Zijn PR had hij goed voor elkaar.