Jezus, mythen en voorlichting (1)

"Isis lactans" (Allard Piersonmuseum, Amsterdam)
Isis en Horus (Allard Piersonmuseum, Amsterdam)

[Dit artikel gaat niet over de mythische Jezus, al heb ik er enkele dingen over te zeggen. Het eigenlijke onderwerp is de zelfmoord van de oudheidkunde. Dat betekent dat ik in dit stuk onderwerpen aansnijd die voor de trouwe lezers van deze kleine blog vertrouwd zijn. Het zal ook vertrouwde kost zijn voor mensen die erbij waren toen afgelopen zondag mijn boek Israël verdeeld ten doop werd gehouden in het Rijksmuseum van Oudheden: dit is wat ik daar vertelde.]

Allereerst: wat is de mythische Jezus? Simpel gezegd is het het denkbeeld dat Jezus geen historisch persoon is maar – net als Osiris, Dumuzi of Mithra – een mythisch figuur. Deze gedachte, waar ik bij wijze van inleiding op zal ingaan, is al vrij oud en is in de twintigste eeuw verdwenen, zoals we ook weinig meer horen over flogiston, de holle aarde of craniometrie. Anders dan deze voorbeelden van klinkklare wetenschap, die in welverdiende vergetelheid zijn geraakt, heeft de mythische Jezus in de eenentwintigste eeuw een comeback gemaakt, die mijns inziens illustratief is voor een veel ernstiger probleem: de instorting van de oudheidkundige disciplines.

Er zijn diverse boeken verschenen over de mythische Jezus, er zijn websites en de religie-blog van CNN besteedt er aandacht aan. Kranten krijgen er regelmatig post over en er is een TV-documentaire gemaakt over een soortgelijke theorie, die behelst dat de cultus voor de vergoddelijkte Julius Caesar de voedingsbodem is van het christendom. Enkele punten van kritiek die steeds opnieuw door de “mythicisten” naar voren worden gebracht zijn:

  • Geen rationeel mens gelooft bronnen waarin wonderen staan vermeld.
  • De evangeliën zijn laat geschreven, want de handschriften van het Nieuwe Testament zijn laat.
  • Elkaar tegensprekende bronnen zijn onbetrouwbaar.
  • Jezus wordt vooral in christelijke bronnen genoemd.
  • De vroegste christelijke literatuur beschrijft Jezus’ leven niet.
  • Jezus’ daden lijken op die van heidense godheden.

Dit laatste punt snijdt, in een iets aangepaste vorm, hout. Toen het christendom eenmaal vorm had gekregen, heeft het inderdaad leentjebuur gespeeld bij andere godsdiensten. Dat geldt met name voor de beeldentaal. Het plaatje dat ik hierboven plaatste is een voorbeeld: de Egyptische godin Isis die haar zoontje Horus de borst geeft. (Het reliëf is te zien in het Allard Piersonmuseum.) Dit is het model geweest voor de traditionele christelijke Madonna’s. Deze artistieke ontlening is een feit.

Er valt nog wel meer te zeggen voor de mythicisten. Ze zijn geïnteresseerd in de Oudheid en zijn niet te beroerd om, als ze een probleem ontwaren, zelf uit te zoeken hoe de vork in de steel kan zitten. Daarbij beperken ze zich niet: ze benutten geschreven bronnen, etnografische parallellen en archeologisch/kunsthistorisch materiaal. De beschuldiging dat ze geldwolven zijn, is zeker niet waar: wie rijk wil worden in de oudheidkunde, gaat juist niet in tegen de consensus van de onderzoekers, maar kiest een traditioneel onderwerp.

Ondanks deze verdiensten is het mythicisme een dood spoor. Ik zal in de twee volgende stukjes uitleggen wat er niet aan klopt en daarna kom ik dan ter zake: wat is er mis gegaan in de oudheidkunde dat negentiende-eeuwse ideeën terugkeren? Omdat ik de discussie on topic wil houden, en geen zin heb in discussie met mythicisten, zijn de commentaren op deze post afgesloten.

[Wordt vervolgd]

Deel dit: