
Het zuiden van Oezbekistan bestaat uit de vlakte langs rivieren als de Surkandarya en Amudarya. In de Perzische tijd werd het gebied gerekend tot Baktrië en gold het als het district waar de kroonprins kon leren besturen, ongeveer zoals de Franse kroonprins de Dauphiné had en zijn Engelse collega Wales.
Baktrië was ook het gebied waarheen de Perzische koning mensen liet deporteren: de Griekse onderzoeker Herodotos vermeldt bijvoorbeeld dat de bewoners van het Libische Barka naar het verre oosten werden afgemarcheerd. Latere Griekse historici schrijven dat Alexander de Grote in 329 v.Chr. in de omgeving van Termez werd verwelkomd door de afstammelingen van Griekse ballingen. Ondanks het gastvrij onthaal liet Alexander ze allemaal doden, omdat hun voorouders niet méér tegen de Perzen hadden gevochten.
Er is nog meer interessant bewijs voor de aanwezigheid van Grieken in Baktrië vóór de komst van Alexander: munten die lijken op de Atheense drachmen. Ik heb er wel eens een gezien in het British Museum. Het Atheense uiltje is duidelijk herkenbaar, maar de Baktrische versie is veel grover. Een imitatie, gemaakt door een muntmeester die probeerde aansluiting te behouden bij het moederland.

Alexander was van 329 tot 327 in het huidige Oezbekistan en liet er duizenden Griekse huurlingen achter – ik meen zelfs tienduizend – die boerderijen kregen toegewezen in de hier gestichte steden. De inheemse bevolking was gereduceerd tot horigheid. Al in 326, toen het gerucht ging dat Alexander in India was gesneuveld, was er een opstand: de Grieken wilden naar huis en de horigen waren daarbij graag behulpzaam. Hoewel Alexander een leger zond om het gebied te pacificeren, was het nog onrustig toen hij in 323 overleed; een van zijn kolonels rekende daarna af met een goed-georganiseerd Grieks leger dat zich een weg naar huis wilde bevechten.
Kampyr Tepe is vrijwel zeker een van de door Alexander gestichte steden. Er wordt momenteel gegraven door Edvard Rtveladze, een van de bekendste archeologen van Oezbekistan. Omdat we in Termez waren en na Kara Tepe en Fayaz Tepe nog geen genoeg hadden van de diverse zandhopen, gingen we er een kijkje nemen.
Er te komen was al een half avontuur, want je moet over een wankel, leuningloos bruggetje van kapotte planken een kanaal oversteken. Daarna is het nog een eindje wandelen, en dan ineens, als je een grote zandrug bent overgestoken, ontvouwt zich het panorama van een complete, grotendeels uitgegraven stad, gelegen op de rand van een platform, dat hoog uitsteekt boven de riviervlakte. In grote, comfortabele huizen moeten zo’n zeshonderd families hebben gewoond.

Er lijkt een beekje door de stad te hebben gestroomd, dat de nederzetting in tweeën splitst en een opening biedt waardoorheen mensen van het platform naar de rivierhaven konden lopen. Hier was ook de stadspoort, die toegang gaf tot de citadel, waarvandaan je een fenomenaal overzicht hebt op de riviervlakte. De rivier zelf ligt momenteel kilometers verderop, maar is goed zichtbaar. Er achter begint Afghanistan en meende ik bergen te kunnen herkennen, vermoedelijk geen uitloper van de Hindu Kush, die nog verder is.
Anders dan Ai Khanum, waar een theater en een agora zijn geïdentificeerd, oogt Kampyr Tepe meer als een versterking. Grote civiele gebouwen zijn – als ik het goed heb gezien – niet opgegraven, al kunnen die hebben gelegen op de riviervlakte en is het goed mogelijk dat ze zijn weggespoeld. Wat wél is gevonden, suggereert dat Kampyr Tepe een logistieke functie had: er is geen opgraving waar ik meer dolia (enorme aardewerken vaten) heb gezien.
Van ons bezoek herinner ik me verder vooral de enorme hitte. We hadden die ochtend Fayaz Tepe al bezocht en gingen na Kampyr Tepe verder naar Jakurgan, waar een oeroude minaret staat die Djengis Khan om hem moverende reden niet heeft laten neerhalen. Ik zou u dit niet aanraden: bezoek Fayaztepe in de ochtend, lunch in de uitspanning naast de benzinepomp langs de grote weg naar het westen, bezoek Kampyr Tepe in de middag en ga daarna in Termez aan de wodka.
Geweldig dat je je lezers spot-on en on-spot op de hoogte houdt! Dank!