Wen-Amun (3)

Pijlpunt met de naam van Zakar-Ba’al, gevonden even ten noorden van Byblos maar niet per se gemaakt voor “onze” Zakar-Ba’al (Nationaal Museum, Beiroet)

In het eerste en tweede deel van dit stuk vertelde ik hoe de Thebaan Wen-Amun was uitgezonden om in Byblos hout te kopen. In Dor, de havenstad van het volk van de Tjeker, was Wen-Amun echter beroofd van zijn goud en zilver. Omdat de stadsvorst compensatie weigerde, had Wen-Amun het zilver geconfisqueerd van een Tjeker-schip. Daarmee bereikte hij Byblos, waar koning Zakar-Ba’al hem uitlegde dat hij het hout niet zomaar kon komen opeisen: Byblos was onafhankelijk en farao Nesbanebdjed diende de volle prijs te betalen.

***

Hoewel de verhoudingen duidelijk waren bekoeld, vonden Wen-Amun en koning Zakar-Ba’al toch een compromis. Er werd alvast wat hout naar Egypte gestuurd en een bediende voer mee om een brief van Wen-Amun over te brengen, waarin deze vroeg om extra zilver. In Egypte lijkt men te hebben gedacht dat als men snel zou antwoorden, het minder erg zou zijn als men probeerde het hout alsnog op een koopje te krijgen, want Nesbanebdjed stuurde nog in de winter

vier kruiken en één vaas van goud, vijf kruiken zilver, tien kledingstukken van koningslinnen, tien kledingstukken van fijn linnen, 500 zachte linnen matten, 500 ossenhuiden, 500 touwen, twintig zakken linzen en dertig manden vis.

Een flinke prijs, maar vermoedelijk minder dan koning Zakar-Ba’al in gedachten had gehad. Niettemin: nu een stevige betaling in zicht kwam, werden de ceders meteen gekapt.

Zakar-Ba’al zette 300 man en 300 ossen in en stelde opzichters aan. De bomen werden geveld maar bleven liggen tijdens de winter.

Wen-Amun kreeg het echter niet zomaar mee. De koning van Byblos voerde de druk nog eens behoorlijk op. Wilde de Egyptenaar de graven niet eens zien van eerdere diplomaten, die in Byblos begraven lagen? Wen-Amun bedankte voor de eer en stelde voor dat Zakar-Ba’al een inscriptie zou wijden aan de god Amon om te vertellen dat hij aan diens wensen gehoor had gegeven. Op de achtergrond speelt opnieuw de erkenning van Byblos’ onafhankelijkheid: waar de koning aangaf dat het aan hem was te bepalen wanneer Wen-Amun kon terugkeren, eiste Wen-Amun in elk geval nog Zakar-Baals respect voor de god Amon.

 

De situatie verkeerde nog in een impasse toen elf Tjeker-schepen aan kwamen zeilen. De vorst van Dor had immers nog een rekening openstaan met de Egyptenaar die Tjeker-zilver in beslag had genomen.

Dit was een complexere situatie dan de koning van Byblos op voorbereid was. Die Egyptenaar moest weg en liefst zo snel mogelijk. Als Wen-Amun de volgende ochtend richting Cyprus zou afvaren, kon hij een stevige voorsprong opbouwen voordat de Tjeker het in de gaten zouden hebben. Eind goed, al goed, zal Zakar-Ba’al hebben gedacht, en hij zorgde ervoor dat het Wen-Amun in zijn laatste nacht in Byblos aan niets ontbrak: hij kreeg nog wat wijn en een zangeres toegestuurd. Als hij de volgende dag maar ophoepelde.

Het plan werkte: Wen-Amun verliet in alle vroegte de haven van Byblos, varend in de richting van Cyprus, buiten het bereik van de Tjeker. Ondertussen ontving Zakar-Ba’al in de loop van die dag de Tjeker en legde hun uit dat Wen-Amun diplomatiek onschendbaar was. Hij zou de man natuurlijk kunnen uitzetten, bood hij aan. De reactie van de Tjeker, toen ze vernamen dat de vogel al was gevlogen, is onbekend. De Egyptenaar zelf bereikte Cyprus, waar hij als ongewenste vreemdeling bijna werd gelyncht. Gelukkig was er iemand die Egyptisch sprak en bemiddelde, zodat de koningin van Cyprus haar gast kon verwelkomen.

***

En daar breekt het verhaal af. Jammer, maar we zouden het überhaupt niet hebben gekend als er niet één papyrustekst over was geweest. Dat daaraan het einde ontbreekt is, de prijs die we moeten betalen voor wat we wél hebben. Omdat we de ontknoping echter niet kennen, weten we echter niet hoe we de tekst moeten duiden. Is dit een feitenverslag? Is dit een schelmenroman? Is dit een document waarmee Egyptische diplomaten werden geschoold?

In elk geval: dit is waaraan ik moest denken toen ik de foto zag die boven het eerste stukje stond. “Tjeker arresteren gezochte zilverrover Wen A.” had wat mij betreft de kop mogen zijn.

[Met dank aan Sigrid van Roode, met wie ik in 2012 Byblos bezocht en die daar liep te stuiteren van enthousiasme.]

Deel dit:

6 gedachtes over “Wen-Amun (3)

  1. De Egyptische dief aan het begin van het verhaal, wat is daarvan geworden? Hij kwam weg uit het verhaal, maar ook echt weg? Intrigerend……..Klasseverhaal!

Reacties zijn gesloten.