Behistun (1)

Het Behistun-reliëf

Het is misschien wel de bekendste Known Unknown uit de oudheidkunde: de Behistun-inscriptie. Eigenlijk heeft iedereen die een gangbare auteur als Herodotos heeft gelezen, ervan gehoord, maar werkelijk bekend is de Perzische inscriptie niet. Het leek me, nu ik toch bezig ben met een reeks Herodotosstukjes, zinvol eens een paar blogjes te wijden aan dit monument, dat zich bevindt in het westen van Iran, zo’n honderd meter boven de weg van Mesopotamië naar de Iraanse hoogvlakte. Het bestaat uit een reliëf en een inscriptie in drie soorten spijkerschrift en drie talen.

Het reliëf is een imitatie van een ander reliëf, wat verder naar het westen, in Sar-e Pol-e Zahab. Dat is rond 2000 v.Chr. gemaakt en toont een koning die een verslagen vijand vertrapt en neerziet op nog meer verslagen tegenstanders, met stroppen om hun nek. De Perzische koning Darius moet dit oeroude reliëf in de jaren van zijn staatsgreep – laten we zeggen tussen 522 en 520 v.Chr. – hebben gezien en hebben besloten dat hij ook zo’n reliëf wilde hebben. U ziet het hierboven. Van links naar rechts zijn er twee hovelingen, koning Darius die een vijand vertrapt en een reeks verslagen tegenstanders. Opnieuw met stroppen om de nek. De gevleugelde figuur bovenaan is de Perzische oppergod Ahuramazda. (Moderne zoroastrianen houden het op het zichtbare aspect van de ene god.)

Het reliëf mag dan de originaliteitsprijs niet verdienen, de inscriptie is een van de allerbelangrijkste die we hebben. Ze documenteert Darius’ staatsgreep – daarover later meer – en levert ons veel informatie op over de werkwijze van Herodotos. Ook daarover in een volgend stukje meer. De inscriptie heeft echter ook een sleutelrol gespeeld bij de ontcijfering van het spijkerschrift. De inscriptie is in feite vergelijkbaar met de “steen van Rosetta”, die belangrijk was voor de ontcijfering van de Egyptische hiëroglyfen.

Het Perzische spijkerschrift kent ongeveer drie dozijn tekens. Het is dus geen lettergrepenschrift, want dat heeft zo’n honderd karakters. Evenmin is het een schrift waarin elk teken een woord weergeeft, want dat kent al gauw 6000 karakters waarvan 200 voor algemeen gebruik. Het moet gaan om een alfabet en dat maakt de ontcijfering eenvoudiger, vooral als de gebruikte taal min of meer bekend is. Dat was ook dit keer het geval, want de heilige literatuur van de zoroastriërs is gedeeltelijk geschreven in een taal die wat lijkt op het Perzisch van de Perzische koningsinscripties. In 1835 slaagde Henry Rawlinson erin de Behistuninscriptie te lezen.

Met een eerste vertaling bewapend stortte hij zich nu op het tweede spijkerschrift, het Babylonische. Het duurde enkele jaren voor hij daar uit was, want dit is een veel complexere schriftsoort. (Het hielp wel dat het ging om een semitische taal.) In 1857 vond de zogeheten “London Proof” plaats, waarbij vier mensen die beweerden het Babylonische spijkerschrift te kunnen lezen, dezelfde pas-ontdekte tekst voorgelegd kregen. Toen ze onafhankelijk van elkaar vergelijkbare vertalingen inleverden, kon worden geconcludeerd dat ook deze tekst nu bekend was. De derde taal, het Elamitisch, werd pas later ontcijferd.

Voor wie het weten wil: er is, gemeten aan het aantal geschreven woorden, momenteel evenveel in het Babylonische spijkerschrift bekend als in het voorchristelijke Latijn. Dat is minder dan in het klassieke Grieks, maar het spijkerschriftbestand groeit nog met honderden, duizenden kleitabletten per jaar. Alleen al in het British Museum liggen ongeveer 100.000 tabletten te wachten op een wetenschappelijke uitgave.

Terug naar de Behistun-inscriptie: een monument dus uit de wetenschapsgeschiedenis, vergelijkbaar met pakweg de telescoop van Galilei in Florence, de microscoop van Van Leeuwenhoek, het laboratorium van Pasteur, de werkplaats van Edison en de deeltjesversnellers van het CERN. Maar wat staat er nou in de inscriptie?

[Wordt vervolgd; over het oude Perzië is tot 18 november een puike expositie in het Drents Museum.]

Deel dit:

21 gedachtes over “Behistun (1)

  1. jacob krekel

    Ik heb dit ca 60 jaar geleden op school gelezen. Hoe Rawlinson zich eerst in een mandje langs het relief liet voortbewegen, om alles nauwkeurig te kopiëren, want van de grond af kun je de tekens niet onderscheiden, en vervolgens te beginnen met de veronderstelling dat het eerste woord de naam van de koning moest zijn. Dat was zo, maar in het Perzisch was zijn naam dara-ya-wa-ush (ik ga af op mijn geheugen van 60 jaar geleden, een erkend onbetrouwbare bron).
    Maar het verhaal is zo veel spectaculairder en spannender dan Rosetta, dat ik het misschien toch goed onthouden heb.

  2. jan kroeze

    @jacob krekel: Rawlinson in een mandje langs de wand om inscripties te kunnen lezen, okee. Maar hoe werden die inscripties aangebracht? Stellage bouwen, mandje(s).? Wat voor soort touw hadden ze? Touw is al heel oud heb ik begrepen.Hoeveel meter zat boven dat fraaie relief? Etyc.

    1. Wat een interessante vraag, die over het aanbrengen van de inscripties. Hangend in een mandje, als Rawlinson deed, lijkt niet erg handig: bij iedere tik op de steen vliegt het mandje alle kanten op lijkt me. Met hoeveel steuntouwen moet je dat mandje vastzetten om het enigszins stabiel te krijgen? Een stellage lijkt een betere optie, die wappert niet alle kanten uit bij iedere tik. Zitten er gaten in de wand die op een stellage wijzen? Het is wel een enorm oppervlak.
      Is hier iets over bekend Jona?

      1. Hoe bedoel je dat: ze klommen erheen? Dat je ergens naar toe kunt klimmen wil nog niet zeggen dat je er een reliëf in kunt hakken lijkt me. Daar heb je hulpmiddelen voor nodig. De vraag is dan: welkehulpmiddelen?

      2. Henriette Broekema

        Rawlinson beschrijft in zijn verslag hoe hij de tekst van Behistun, 70 meter boven de grond en langs een smalle richel, heeft gekopieerd. Hij maakte gebruik van ladders om ook de bovenste zinnen te kunnen kopiëren ‘with no other support than steadying his body against the rock with the left arm, while the left hand holds the notebook and the right is employed with the pencil’.

  3. jacob krekel

    @jan kroeze: ik weet dat echt niet, maar het is misschien toch niet al te moeilijk geweest. Op foto’s lijkt de berghelling niet supersteil, dus als dat zo is, en je bovenaan begint en rustig doorwerkt naar onderen toe dan kun je overal bij. Maar je moet wel heel veel berg weghakken.
    De Engelse wikipedia meldt: The inscription is approximately 15 metres high by 25 metres wide and 100 metres up a limestone cliff. Dus van onderop lijkt me nogal lastig

  4. Roger van Bever

    Mij intrigeren in deze inscriptie, waarover je het later nog zal hebben en waar ik belangstellend naar uitkijk, een paar dingen:

    1. Darius begint met als het ware zijn eigen Aechemenidische afkomst te benadrukken door zijn stamboom op te sommen. Verder laat hij bijna in iedere zin niet na zijn eigen macht en krijgsdaden te verheerlijken. Wat ook opvalt is de verankering van alles wat hij doet in de goddelijke macht van Ahuramazda. Al zijn geweldsdaden geschieden bij de gratie van Ahuramazda. Over de vraag of Darius een monotheïst was is men het nog niet eens, begrijp ik.

    2. Waarom werd die inscriptie zo hoog geplaatst en dus moeilijk te lezen? Het doet me een beetje denken aan Romaanse kapitelen die vanaf de grond ook nauwelijks te interpreteren zijn. Darius geeft zelf een antwoord in de tekst:

    [iv.70] King Darius says: By the grace of Ahuramazda this is the inscription which I have made. Besides, it was in Aryan script, and it was composed on clay tablets and on parchment. Besides, a sculptured figure of myself I made. Besides, I made my lineage. And it was inscribed and was read off before me. Afterwards this inscription I sent off everywhere among the provinces. The people unitedly worked upon it.
    Verder valt op dat hij een lange passage wijdt aan de vraag of hij liegt of niet. Hij besteedt veel woorden aan het feit dat alles waar is en niet gelogen. Daardoor zou je er haast aan gaan twijfelen of hij er geen schepje bovenop doet.

    1. Rob van Dam

      Hoezo beantwoordt dit de vraag waarom de inscriptie “zo hoog geplaatst (was) en dus moeilijk te lezen”? Ik kom er nuet uit. Raar Engels, trouwens.

      1. Roger van Bever

        Eerlijk gezegd, de reden waarom de inscriptie zo hoog stond weet ik ook niet, anders zou ik tegen Jona niet gezegd hebben dat het mij intrigeert. Een betere formulering ware wellicht geweest dat Darius zich goed bewust was dat het van op de grond moeilijk te lezen was en dat hij vermoedelijk daarom kleitabletten en perkamenten liet distribueren in zijn rijk.

        In het verhaal over Herodotus in mijn reactie hieronder heb ik een slag om de arm gehouden (ik heb ‘waarschijnlijk’ toegevoegd) omdat niet zeker is of Herodotus de tekst gelezen of gehoord heeft. In ieder geval sluit de schrijver van dat artikel niet uit dat hij een kopie gelezen heeft (want die zouden er geweest zijn voor de gebieden in van het Achaemenidische Rijk, waar de Perzische taal niet gesproken werd). Er wordt trouwens in dat artikel ook op onnauwkeurigheden
        bij Herodotus gewezen. Maar mij ging het meer om het feit dat de teksten bekend waren.

        Wat dat Engels betreft, het is niet mijn vertaling, maar die van de Liviussite van Jona, die hem zelf met lichte wijzigingen ontleend heeft aan een vertaler uit 1905. Daaruit citeer ik letterlijk. Dat de vertaling een wat houterig karakter heeft, daar ben ik het mee eens, maar ik zou me ook kunnen voorstellen dat het niet zo gemakkelijk is om spijkerschrift in 19e eeuw Engels te vertalen en het zou ook nog kunnen passen bij het plechtig of verheven karakter van de tekst.
        Ik vind het verder – los van het propagandistisch karakter – een mooie en interessante tekst, die bijna werkt als een mantra, omdat behalve de eerste paragraaf, ieder van de 75 volgende begint met “King Darius says:” Ik ben reuzebenieuwd wat Jona verder nog over de tekst vertelt.

        1. Jeroen

          Je vergelijking met Romaanse kapitelen snijdt hout. Of wat dacht je van zogenaamde gewelfschotels in Gotische kerken?
          Minuscule afbeeldingen op 20 of meer meter hoogte..!

          Vaak bedoeld voor de Goddelijke Ogen…maar dan vaak met Bijbelse afbeeldingen…alsof “Hij” dat nog niet wist!
          “Hé, Jezus…psst; kom ‘ns.. Effe onder ons: Je bent gekruisigd”.

          Kortom; als Darius religieuze motieven had voor de plaatsing van zijn inscripties, gaan we aan logica niet veel hebben, ben ik bang…

  5. Roger van Bever

    Naast Herodotus, die zijn kennis waarschijnlijk haalde uit deze perkamenten (zie: http://www.opus.org.au/articles/herodotus-behistun-inscription/) las ik ook (site helaas niet opgeslagen en ik kan ze niet 1-2-3 terugvinden!) dat nog een aantal antieke auteurs het over Behistun hebben gehad. Ik heb wel de passage gekopiëerd!

    he following accounts regarding Behistun are a good indicator of the credibility of ancient writers when they relate events that happened before their lifetime. There is some recollection of the facts and an abundance of conjecture.

    Around 400 BCE, Ctesias, a Greek physician and historian from Cnidus in Caria and who was physician to Artaxerxes Mnemon whom he accompanied in 401 BC on Artaxerxes’ expedition against his brother Cyrus the Younger, noted the existence of the monument and also made mention of a well and a garden beneath the inscription. He, however, incorrectly concluded that the monument had been dedicated “by Queen Semiramis (a legendary Assyrian warrior queen associated with Ninus, eponymous founder of Nineveh) of Babylon to Zeus”.

    Diodorus Siculus (c. 1st century BCE) writes about ‘Bagistanon’ (a reference which gives us a clue about the original name), but continues to believe the claim that the rock-face was inscribed by Semiramis.

    Publius (or Gaius) Cornelius Tacitus (56 – 117 CE) also mentions the Behistun site and includes a description of some of the long-lost ancillary monuments at the base of the cliff, including an altar to ‘Herakles’. Objects that have since been recovered, including a rock figure dated to 148 BCE, are consistent with Tacitus’s description.

    The local Persians, in medieval times had forgotten about Darius. Instead of being attributing the monument to Darius I, the Great, they thought it was the work of Khosrow II – one of the last Sassanid Kings (who lived over 1000 years after the time of Darius I).

    1. Roger van Bever

      Sorry, Jona, nu merk ik dat je op je Liviussite op blz. 2 over Behistan dit ook uit de doeken doet!!
      Ik had niet gezien dat er een tweede blz was. Stom! Nogmaals mijn excuses!
      Roger

      1. Frans

        Geeft niks, liever te veel dan te weinig. Ik zag het onlangs in Assen. Erg mooi allemaal en zonder deze blog was mijn interesse in het oude Iran waarschijnlijk niet gewekt. Waarvoor dank!👍

  6. Han van der Horst

    In mijn boek over nepnieuws kom ik ook met de inscriptie van Darius, overigens niet zozeer om hem als een nepnieuwsproducent neer te zetten maar om zijn toon en stijl te vergelijken met die van de Assyrische koningen. Jammer dat ik het niet weest van dat voorbeeld van 2000 voor christus.

Reacties zijn gesloten.