De Meden (2) Kyaxares en Astyages

Twee Meden (Persepolis)

Zoals ik gisteren aangaf was het Medische Rijk bepaald niet de centraal georganiseerde Iraanse eenheidstaat die Herodotos beschrijft. Het ging om een losse federatie van seminomadische clans in het Zagrosgebergte. Dat laat onverlet dat er in de laatste generaties vóór de opkomst van het Perzische Rijk van Cyrus de Grote wel degelijk een groter verband kan hebben bestaan. Herodotos noemt twee laatste vorsten: Kyaxares en Astyages, die samen vijfenzeventig jaren zouden hebben geregeerd over een federatie die heel Iran besloeg.

De val van Nineveh

Ondertussen – we hebben het over de tijd na 620 v.Chr. – waren de Babyloniërs onafhankelijk geworden van Assyrië. Koning Nabopolassar trok ieder jaar ten strijde tegen de voormalige heersers van het Nabije Oosten. De Meden wisten dat het in troebel water goed vissen was. De kroniek die bekendstaat als ABC 3 noemt Umakištar ofwel Kyaxares, die in de zomer van 614 v.Chr. het Assyrische religieuze centrum Aššur verwoestte:

De Meden trokken langs de Tigris en sloegen hun kamp op voor Aššur. Ze vielen de stad aan en vernietigden haar. Ze brachten een verschrikkelijke nederlaag toe aan een talrijk volk, beroofden het en sloegeb het uiteen. De koning van Babylonië en zijn leger, die de Meden waren gaan helpen, bereikten de strijd niet op tijd.

Lees verder “De Meden (2) Kyaxares en Astyages”

De Meden (1): een fictief koninkrijk

Herders in het Zagrosgebergte

We moeten het eens hebben over de Meden. U kent ze van “de wetten van Meden en Perzen”, die gelden als onveranderbaar. De uitdrukking, zonder uitleg gebruikt in de Bijbel, bewijst dat in elk geval geen Jood ervan opkeek dat de twee volken in één adem werden genoemd. Ook bij de Griekse onderzoeker Herodotos zijn Meden en Perzen vrijwel synoniem. Verwante volken dus, zou je denken, en dat dacht je goed.

Hoewel de eerste notie dus klopt, vormen de Meden voor de oudheidkundige ook een probleem. Het bewijsmateriaal is nogal eens onbetrouwbaar. Het bestaat uit opgravingen, uit verwijzingen in Assyrische en Babylonische spijkerschrifttabletten, de Historiën van Herodotos, de Perzische Geschiedenis van Ktesias van Knidos en een handvol hoofdstukken uit de Bijbel. De moeilijkheid is dat de archeologische data niet overeenkomen met de Griekse teksten en dat het spijkerschriftbewijs nogal nietszeggend is.

Lees verder “De Meden (1): een fictief koninkrijk”

De Nijl (2)

Langs de Nijl

Ik blogde gisteren al over de Nijl, de grootste rivier uit de oude wereld, en beschreef toen de loop vanaf de bronnen tot aan de zee. Vandaag wat andere aspecten.

Overstroming

Zowel de Blauwe Nijl als de Atbarah, die ik gisteren noemde, ontspringen in het hoogland van Ethiopië, waar in de vroege zomer zware moessonregens vallen. Dit water stroomt noordwaarts en veroorzaakt de beroemde, vijf maanden durende overstroming van de Nijl. De oude Egyptenaren vergeleken deze vloed met de chaos van de oertijd.

Omdat ze de bronnen van de Nijl niet kenden, vroegen Griekse bezoekers zich af wat de oorzaak van dit fenomeen kon zijn. Herodotos noemt verschillende theorieën. Dat de noordenwind het water terugblaast, zoals Thales van Milete had beweerd, was onzin:

Lees verder “De Nijl (2)”

De vogel Feniks

Een feniks uit Dafne bij Antiochië (Louvre, Parijs)

Er is een apothekenketen die zich Benu noemt, naar een vogel uit de Egyptische mythologie: de blauwe reiger. De Nederlandse spelling is Benoe. Het schijnt dat deze vogel, in de tijd voordat de bouw van de Aswandam een einde maakte aan de jaarlijkse overstroming van de Nijl, weleens uitrustte op hoge plekken en dat het dan leek alsof de zon zweefde over het gewassen water. Daarom associeerden de oude Egyptenaren deze vogel met de zonnegod Ra: de benoe zou de ziel zijn van de godheid. Het dier werd vooral vereerd in Heliopolis (“zonnestad”), iets ten noorden van het huidige Cairo.

Volgens de Heliopolitaanse mythe was de benoe ontstaan uit een vuur dat brandde op de heilige isjed-boom bij de Ra-tempel. Het dier rustte vervolgens op de zuil die bekendstond als de benben-steen en gold als de heiligste plek op aarde. Een andere mythe bracht de beroemde vogel in verband met Osiris, die ooit zichzelf had vernieuwd. De benoe zou volgens deze lezing zijn voortgekomen uit het hart van de god.

Lees verder “De vogel Feniks”

Oude olijfbomen

Laërtes’ olijfboom

Drie jaar geleden was ik in Souk Ahras, een klein Algerijns stadje dat ooit Thagaste heette en dat de geboorteplaats is van Augustinus. Er zijn geen opvallende resten uit de Romeinse tijd, maar achter het gemeentehuis toont men een olijfboom die, zo vertelt men, eeuwenoud is. Ik blogde er destijds over – lees maar – en schreef toen dat de christelijke veelschrijver de boom minimaal zou kunnen hebben gezien.

Het is niet de enige oeroude olijfboom. Het exemplaar hierboven staat op Ithaka en men vertelt ter plekke dat de vader van Odysseus, Laërtes, er weleens ging zitten als hij het gedonder in het paleis zat was. In Athene wijzen ze Plato’s olijfboom aan. In Libanon staan bij Bcheale zestien bomen die zouden zijn ontstaan toen Noach het olijftakje zou hebben geënt dat de duif hem na de Zondvloed had gebracht. Op de Olijfberg in Jeruzalem tonen ze u de bomen waaronder Jezus zou hebben gebeden voordat Judas hem kwam verraden.

Lees verder “Oude olijfbomen”

De taal van Troje (2)

De stèle van Lemnos (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

[Tweede deel van een stuk over de taal van de Trojanen. Het eerste deel was hier. Daarin legde ik uit dat er sterke aanwijzingen waren dat ten zuiden en ten oosten van Troje een Luwische taal werd gesproken, wat het aannemelijk maakt dat dit ook in Troje het geval was.]

Etruskisch?

Maar er is nog een optie: Etruskisch. Er is een oeroude (bij Herodotos gedocumenteerde) traditie dat in lang vervlogen tijden, toen de Lydiërs nog Meiones heetten, er hongersnood was en een deel van de mensen weg zeilde naar het westen om daar verder te leven als de Tyrsenoi ofwel Etrusken. De thuisblijvers zouden zich Lydiërs zijn gaan noemen.

Lees verder “De taal van Troje (2)”

De Apis

Een Ptolemaïsche Apis (Egyptisch Museum, Barcelona)

Een van de voor ons vreemde aspecten van de Egyptische religie is dat men nogal wat goden afbeeldde met dierenkoppen. Ook vereerden de Egyptenaren dieren, zoals de stieren. In Heliopolis was er de witte Mnevis-stier en in Hermonthis was er de Bouchis, eveneens wit maar met een zwarte kop. Deze dieren golden – en daarin was men in Egypte niet anders dan in Mesopotamië of het Romeinse Rijk – als belichamingen van de vruchtbaarheid. “Machtige stier” was trouwens ook een titel voor schepper-goden, die immers ook een vorm van vruchtbaarheid vertegenwoordigen, en van koningen.

Herodotos’ beschrijving

Een bekende beschrijving van een derde heilige stier, de Apis, is te vinden bij de Griekse onderzoeker Herodotos van Halikarnassos. Hij beschrijft het die als

Lees verder “De Apis”

De Perzische Oorlogen

De zeestraat van Salamis, plaats van een zeeslag in de Perzische Oorlogen

Historici plaatsen de cesuur tussen de Archaïsche Periode en de Klassieke Tijd in de tijd van de Perzische Oorlogen. Daarmee bedoelen ze de twee Perzische expedities naar Griekenland van 490 en 480-479, hoewel de gevechtshandelingen zich uitstrekten over een langere periode. De betekenis ervan is niets minder dan de geboorte van de Griekse natie. Wie Griekenland Xerxes’ erfenis zou noemen, zit er niet zo heel ver naast.

Immers, lange tijd waren de diverse stadstaten en stammen verdeeld geweest. Als er al samenwerking had bestaan, was het omdat sommige steden zich rekenden tot de stam der Doriërs, Ioniërs of Aioliërs (wat zo’n stam ook geweest moge zijn), of dat men elkaar kende uit zogeheten amfiktyoniën. Dat waren losse netwerken om heiligdommen als Delfi te besturen. Men vereerde ook dezelfde goden, sprak dezelfde taal en las Homeros, en dat was zo’n beetje alles wat de Grieken verbond. Na de Perzische Oorlogen was daar de gedeelde herinnering aan de strijd tegen de grote koning bij gekomen.

Lees verder “De Perzische Oorlogen”

Griekse politicologie

Een beautycase (“pyxis”) versierd met paarden: een typisch aristocratisch voorwerp (Agoramuseum, Athene)

Bert van der Spek, samen met Luuk de Blois auteur van het handboek dat wij inmiddels zo goed kennen, wil nog weleens benadrukken dat Griekenland en Rome dienen te worden bestudeerd met het Nabije Oosten. Het is helaas nodig dit te benadrukken. De bijdragen van de Akkadisch- en Arabischsprekende culturen aan de westerse cultuur zijn nog altijd onderschat. Terwijl de Griekse creativiteit wordt overschat.

Dat wil vanzelfsprekend niet zeggen dat er nooit iets origineels gebeurde in Griekenland. Van der Spek attendeerde me er bijvoorbeeld eens op dat er nergens in de spijkerschriftliteratuur iets is gepubliceerd dat in de verte leek op de Politika van Aristoteles. Of, iets algemener, op het Griekse denken over staatsvormen. Zeg maar de politicologie.

Lees verder “Griekse politicologie”

Klassieke geschiedschrijvers

Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)

Ik heb weleens geblogd over een boek dat je in je hotelkamer zou willen vinden, vol hoogtepunten van de Nederlandse literatuur. Met een vertaling ten behoefte van degenen die onze mooie taal niet machtig zijn. Zeg maar een soort Gideons’ Bible maar dan bomvol bijzondere verhalen en gedichten. Het lijkt me fijn voor toeristen om iets verrassends te lezen uit het land ze verblijven.

Ik moest aan dat idee terugdenken toen iemand me laatst vroeg wat je zou kunnen lezen om een beeld te krijgen van de klassieke geschiedschrijving. Geinige vraag eigenlijk.

Herodotos

Om te beginnen: Herodotos. Ik zou twee stukken nemen. Het eerste is het verhaal van de slag bij Thermopylai (7.201-234). Veel klassieker krijg je het niet. De tekst is echter ook interessant.

Lees verder “Klassieke geschiedschrijvers”