
[In het eerste deel van dit op verzoek geschreven stuk legde ik uit waarom de huidige limes-voorlichting contraproductief is: ze biedt de cruciale doelgroep niets. Ze verspilt ook geld omdat ze de infrastructuur negeert waarlangs mensen al informatie vinden. Een en ander is het gevolg van het feit dat men achterstevoren werkt: de limes-organisaties zijn niet begonnen met het vaststellen van ze wilden vertellen om daarna uit te zoeken met welke partijen ze dat wilden doen, maar zijn uitgegaan van het aanbod van de partijen die toevallig al bekend waren. Niet datgene wat noodzakelijk was, maar dat wat in de rolodex zat, is bepalend geworden voor dit project.]
Het eigenlijke verhaal
Hoe begin je met een project om de limes wat meer aandacht te geven? Bij het eigenlijke verhaal. OCW financiert de culturele sector niet om de burgers wat feiten toe te werpen: “cultuur verrijkt het individu en verbindt de samenleving”, lees ik op de website van het ministerie, en het heeft “waarde voor onze identiteit en geschiedenis”. Cultuur is een poging het eigen denken beter te doorgronden. Dit moet ook ons vertrekpunt zijn.
Eén mogelijkheid is erop wijzen dat de limes de omkering vormt van het Gelderse geschiedbeeld: ooit hadden we een redelijk pluriform beeld van het verleden waarin “we” Germanen waren. De limes legt het accent voor de oude geschiedenis van Nederland nogal eenzijdig op degenen die vroeger de “ze” waren. Dit is een interessante omkering: vaderlandse geschiedenis wordt hier ingeruild voor Europese. We leven in een verenigend Europa en de geschiedenis verandert mee.
Dit “eigenlijke verhaal” kan het vertrekpunt zijn voor een goede presentatie van de limes. Je moet echter wél uitleggen waarom het nieuwe beeld beter is dan het oude, vooral omdat de keuze “niet vaderlands maar Europees” makkelijk valt uit te leggen als politiek. Sterker nog, deze uitleg moet sowieso worden geboden, aangezien de limes al in deze politieke zin gepresenteerd wordt.
En dat is problematisch. Het beeld van het verleden mag veranderen als daar een vakinhoudelijke verklaring voor valt te geven. Nieuwe vondsten, nieuwe bronnen, nieuwe inzichten. Het mag echter niet gebeuren met een politieke motivatie, want dan bedrijven we propaganda. Toevallig ken ik de rationele argumenten voor het limes-project (de Canondiscussie, de monumentenwetgeving…), maar de limes-organisaties moet zo langzaamaan weleens gaan uitleggen waar de excess empirical content zit. Als je immers uitlegt waarom het nieuwe beeld beter is dan het traditionele, verbindt cultuur inderdaad de samenleving en is de limes inderdaad van waarde voor onze identiteit en geschiedenis. Als je het daarentegen niet uitlegt, vertoon je het gebrek aan cultureel en historisch bewustzijn dat de limes, getuige mijn e-mail, zo vaak wordt verweten.
Er is een tweede vertrekpunt waarvandaan over de limes een goed verhaal te vertellen zou zijn, een tweede thema dat kan dienen als het “eigenlijke verhaal”. Wie naar de Romeinse cultuur kijkt, zal zien dat het imperium Romanum een invloedssfeer was. De ambitie was wereldheerschappij en het idee van een territoriaal begrensd rijk was voor de Romeinen nooit vanzelfsprekend. Dit beeld rijst op uit zowel de geschreven bronnen als uit opgravingen als Mušov, Carpow en Harzhorn. Die archeologische vindplaatsen tonen dat de ambitie voor keizers als Marcus Aurelius, Septimius Severus en Maximinus Thrax nog altijd aanwezig was. Tegelijkertijd suggereren de limes-forten dat deze ambitie juist ontbrak: de Romeinse generaals hadden gekozen voor defensieve posities.
Er ligt hier, met andere woorden, een prachtig probleem dat ons dwingt na te denken over de spanning tussen ideologie en praktijk. Dit is een mooi “eigenlijk verhaal”, waarmee cultuur het individu verrijkt, waarde heeft voor het begrip van onze geschiedenis en ons helpt ons eigen denken beter te doorgronden.
Voor wie het wil weten: één deel van de verklaring is het tekortschieten van het archeologische bewijs. Slecht zichtbaar voor archeologen maar altijd in de oude wereld aanwezig waren de nomaden. De limes Tripolitanus toont dat clausurae, “afscheidingsmuren”, verdwenen toen duidelijk werd dat ze de nomaden buitensloten en de eigen economie schaadden. We hebben hetzelfde beeld uit Centraal-Azië: er zijn grenzen (uiteraard niet Romeins) zonder forten en er zijn linies van forten die geen grenzen zijn. Een grens kon in de oude wereld simpelweg niet op slot, wat betekent dat een Romeinse strategie altijd gericht moest zijn op óf het onderwerpen van de buiten-Romeinse gebieden óf het reguleren van nomadisme. Dat laatste past beter bij de vondsten dan het eerste (al hebben we dus duidelijke uitzonderingen) en het is geen toeval dat de fortenreeks in het Grieks mesites heet, wat je zou kunnen vertalen als “tussenzone” en goed aangeeft dat de bewoners van het Romeinse Rijk dachten in invloedssferen.
Een tweede verklaring waarom wij een spanning ervaren tussen Romeinse ideologie en archeologische vondsten, is onze eigen vooringenomenheid. Wij interpreteren de vondsten mogelijk verkeerd. Dat het Romeinse Rijk territoriaal begrensd was en dat je een fortenreeks zo kunt interpreteren, is een negentiende-eeuwse visie, waarbij selectief naar de beschikbare informatie is gekeken. Je kunt een “eigenlijk verhaal” over de spanning tussen ideologie en praktijk dus ook zien als een voorbeeld van de wijze waarop moderne ideologie ons ertoe brengt onvolledig en ambigu bewijsmateriaal al te modern te interpreteren.
Kortom, er valt met de limes iets prachtigs te doen, maar doordat de limes-organisaties achterstevoren werken, zijn ze uit het oog verloren waarom we ook alweer geld uitgeven aan cultuur. Dat is niet om de burger feiten toe te werpen – de huidige boodschap – maar omdat de samenleving er rijker door wordt. Dat is geen holle woordenkraam: het boeiende is dat de limes een werkelijk nieuw en, althans potentieel, beter verhaal biedt. De hamvraag is dus: hoe vertellen we dat verhaal?
Herhaling kan geen kwaad. Je schrijft ” ooit hadden we een redelijk pluriform beeld van het verleden bedoel je niet een uniform beeld. Zoals ik het ooit leerde (en “velen met mij”) hebben wij Germanen (Batavieren, Kaninefaten en meer had je niet) uiteindelijk die Romeinen de deur uitgezet.
‘hebben wij Germanen (Batavieren, Kaninefaten en meer had je niet) uiteindelijk die Romeinen de deur uitgezet.’
Ja, dat beeld klopt dus voor geen meter. Sowieso bestonden die stammen allang niet meer, het beeld van ‘wij Germanen’ is 19de-eeuws en er werd niemand ‘de deur uitgezet’. Inderdaad, herhaling kan geen kwaad.
Bedankt voor die link naar dat Harzhorn-museum, ik wist helemaal niet dat dat er was! En met betrekking tot die limes/grens: komt het misschien doordat die forten zo lijken op middeleeuwse kastelen (wat natuurlijk weer is afgeleid van het woord castellum) dat men is gaan denken dat die limes een verdedigingsmuur was?
Met de formulering “waar de excess empirical content zit”‘, bedoel je waarschijnlijk: de extra empirische inhoud van de open limesvisie vergeleken met het ‘Gelderse geschiedbeeld. Helaas betekent ‘excess’: ‘bovenmatig, overtollig’.
Toch is dit de uitdrukking. Of zou er een andere zijn?
Jona
Kun je een site aangeven waar die “excess” empirical content goed omschreven wordt?
Harry ten Brink
het is een standaardterm uit het oeuvre van Imre Lakatos. Bijv. https://en.wikiquote.org/wiki/Imre_Lakatos#Criticism_and_the_Growth_of_Knowledge,_1970
Als regelmatige lezer van deze blog (en misschien daarom ook wel stiekem een beetje Limes-moe) toch maar even doorgelezen. Ik vind het een duidelijk verhaal, waar ook de Hekkings en Cramwinkels van deze wereld nog wat van op zouden kunnen steken. En mijn Limes-moeheid is meteen ook verdwenen, ik kan er weer fris tegenaan. Blijf je vooral druk maken. Het helpt op de lange duur.