Omdat het Gallisch Keizerrijk zo goed was georganiseerd, kon het zijn stichter overleven. Postumus’ einde kwam in 269. Zijn munten waren altijd van hoger gehalte geweest dan die van Gallienus en diens opvolger Claudius II Gothicus, maar in 268 verlaagde de Gallische keizer onverwacht de hoeveelheid zilver in zijn munten. Het lijkt onrustig te zijn geweest en een zekere Laelianus riep zichzelf uit tot keizer, bezette de munt in Keulen en maakte Mainz tot hoofdstad. Postumus onderdrukte de opstand, stond zijn soldaten niet toe Mainz te plunderen en werd daarop door zijn eigen mannen gedood.
Zijn opvolger heette Marius en is een wat schimmige figuur. Hij werd vrijwel meteen vervangen door de commandant van de praetoriaanse garde van het Gallisch Keizerrijk, Victorinus. Ook die is een beetje kleurloos, al schijnt zijn huis in Trier te zijn geïdentificeerd. We weten alleen dat hij in 266 of 267 het consulaat deelde met Postumus en we mogen daarom aannemen dat hij de rechterhand van Postumus was. Hij lijkt de stad Autun te hebben moeten belegeren, maar in 270 was hij de situatie voldoende meester en het zegt veel over de stabiliteit van het Gallisch Keizerrijk dat de Germaanse stammen zich in deze crisis rustig hielden.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.