De Brief van Jakobus

Jakobus de Rechtvaardige (fresco uit de Mar Saba-kerk in Eddé)

Het christendom, zo beweerde men tot in de jaren tachtig, is ontstaan doordat Paulus het joodse geloof van Jezus verving door een geloof in Jezus, waardoor ook niet-joden op de naderende dag des oordeels konden worden gered. De publicatie van de Dode-Zee-rol die bekendstaat als 4QMMT en het Nieuwe Perspectief op Paulus weerlegden deze visie. We zoeken de oorzaak van het scheiden der wegen nu eerder bij Domitianus’ harde toepassing van de Fiscus Judaicus.

Feit blijft dat Paulus niet-joden uitnodigde bij het Verbondsvolk. Niet iedereen dacht daar zo over en ook hun stemmen klinken in het Nieuwe Testament, zoals in de Brief van Jakobus. Er is wel geopperd dat de auteur de broer van Jezus is geweest, de Jakobus de Rechtvaardige die in 62 in opdracht van hogepriester Ananos II is gestenigd. Als het waar is, hebben we meteen terminus ante quem voor de brief.

Allerlei bijbelwetenschappers denken echter dat het Grieks van de schrijver te goed is voor een timmermanskind uit Galilea. Het is uiteraard slechts een hypothese dat mensen op het platteland geen talen zouden kunnen leren, zoals het ook een hypothese is dat een Arameessprekende Jakobus zijn brief kan hebben laten redigeren door iemand die de Griekse taal op dit niveau beheerste. Ik zal u de discussie besparen en meteen verklappen wat de conclusie is: we weten niet zeker wie de Brief van Jakobus heeft geschreven.

De Wet

Wat we wel weten is dat de auteur een andere selectie uit de joodse geloofspraktijken maakte dan Paulus. Terwijl die het geloof in de messias belangrijker vond dan het offer in de tempel of de Wet van Mozes, benadrukt Jakobus de Wet juist wel.

Wie zich spiegelt in de volmaakte Wet, die vrijheid brengt, en dat blijft doen, niet als iemand die hoort en vergeet, maar als iemand die ernaar handelt – hem valt geluk ten deel, juist in wat hij doet. (1.25; NBV21)

Even verderop:

Spreek geen kwaad van elkaar, broeders en zusters. Wie kwaadspreekt van een ander of een ander veroordeelt, spreekt kwaad van de Wet en veroordeelt de Wet. En als u de Wet veroordeelt, handelt u niet naar de Wet, maar treedt u op als rechter. (4.11)

Universaliteit

Als het gaat om het leven naar de Wet, gaat het Jakobus niet om specifieke halachische details, maar om de Wet als algemene basis voor moreel leven.

Wanneer u het koninklijke gebod volbrengt dat de Schrift geeft: “Heb uw naaste lief als uzelf”, dan handelt u juist. (2.8)

Het gaat erom dat je niet hebzuchtig bent, dat je gedisciplineerd leeft, dat je geen eden aflegt en dat je zo leeft dat je het Laatste Oordeel niet hoeft te vrezen.

Zorg ervoor dat uw spreken en uw handelen de toets kunnen doorstaan van de wet, die vrijheid brengt. Onbarmhartig zal het oordeel zijn over wie geen barmhartigheid heeft bewezen; maar de barmhartigheid overwint het oordeel. (2.12-13)

Jakobus biedt ook algemene adviezen:

Ieder mens moet zich haasten om te luisteren, maar traag zijn om te spreken, traag ook in het kwaad worden. (1.19)

Dit is het soort wijsheid dat we ook aantreffen in het Mishna-traktaat Abot (1.15, 5.11). Dat zal geen toeval zijn. Het gaat immers om een universele waarheid, die je ook bij de Griekse en Romeinse filosofen of in een Perzische koningsinscriptie kunt aantreffen.

Jakobus versus Paulus?

Waar Jezus zich nog verdiepte in allerlei halachische kwesties, zoals de vraag of je tienden moest afdragen over munt, dille en komijn (Matteüs 23.23), zien we dus dat de Wet voor Jakobus een meer algemene strekking heeft gekregen. Hij deelt met Paulus een gevoel van onbehagen over de halachische discussies van hun tijd.

Paulus lost dit dilemma op door niet de Wet maar de messias centraal te stellen; Jakobus koos ervoor de Wet algemener te lezen. Over het offer, dat voor de tempelautoriteiten de kern van het geloof vormde, spreken ze allebei niet veel.

[Een overzicht van deze reeks over het Nieuwe Testament is hier.]

Deel dit:

16 gedachtes over “De Brief van Jakobus

  1. Willem Visser

    Uit de Evangeliën blijkt duidelijk dat Jezus een volgeling van ‘de Weg’ (haDerech) was. De Weg is wellicht de oudste stroming waar Tenach melding van maakt. De eerste keer dat we er over lezen is in Gen.18:19, “Ik, de HEER, heb hem [Abraham] uitgekozen. Hij moet zijn zonen en zijn verdere nakomelingen voorhouden de Weg te volgen die Ik wijs, door rechtvaardig en goed te handelen.”

    Ook bij andere volken is ‘de Weg’ bekend; Ex.18:20, “Jetro zei tegen Mozes, zijn schoonzoon … Prent het volk Zijn wetten en voorschriften in en leer hun welke Weg ze moeten bewandelen en welke plichten ze moeten vervullen.”

    En Mozes verzucht in Ex.32:8, “Nu al is het volk afgeweken van de Weg die Ik hun gewezen heb.”

    Het gaan van de Weg komt tientallen keren voor in Tenach en het Nieuwe Testament. En in Matt.22:16 lezen we dat zelfs de tegenstanders van Jezus weten dat hij een volgeling van de Weg is: “De farizeeën stuurden een aantal van hun leerlingen samen met een aantal herodianen naar Jezus toe, met de vraag: ‘Meester, wij weten dat u oprecht bent en in alle oprechtheid onderricht geeft over de Weg van God.’ ”

    En dan is er natuurlijk de les van de ‘Brede en de Smalle Weg’ die Jezus in Matt.7:13 verteld.
    Ook in Handelingen lezen we diverse malen over de Weg, zoals in Hand.9:2, “Paulus … ging naar de hogepriester met het verzoek hem brieven mee te geven … opdat hij aanhangers van de Weg … zowel mannen als vrouwen … gevangen kon nemen.”

    Een goede samenvatting van wat het ‘volgen van de Weg’ inhoud lezen we in Psalm 119:1, “Gelukkig wie de volmaakte Weg gaan en leven naar de Wet van de HEER, gelukkig wie Zijn richtlijnen volgen, Hem zoeken met heel hun hart. Zij bedrijven geen onrecht, maar gaan de Weg die Hij wijst.”

    En ook het oudste geschrift van de Didachè gaat over de Weg, en begint met: “Er zijn Twee Wegen, de één leidt naar het leven de ander naar de dood. Het verschil tussen beide wegen is dus groot.”

    Het aardige van ‘De Twee Wegen’ is dat hier de LEER van Jezus en Tenach centraal staan en NIET de persoon Jezus, en dat vindt je ook (grotendeels) terug in de Brief van Jacobus; maar absoluut niet in de brieven van Paulus, bij hem draait alles om het ‘verlossingswerk’ van de Christus…

    1. Willem Visser

      Zelf zie ik ‘de Weg’ als een Levensbeschouwing: je hoeft er niet voor in een hiernamaals te geloven (zoals de oude Hebreeërs niet in een opstanding geloofden), en je hoeft er ook niet religieus of godsdienstig voor te zijn.

      Naast de Schriftplaatsen die ik hierboven noemde wijzen de twee onderstaande teksten hiernaar:

      Deut.8:6, “Leef daarom Zijn Geboden na door de Weg te volgen die Hij u wijst…”
      Deut.5:33, “Volg steeds de Weg die Hij u heeft gewezen, dan zult u in leven blijven en er wél bij varen…”

      De Geboden waarover in deze tekst wordt gesproken betreffen dan niet de ruim 300 religieuze wetten uit de lijst van Maimonides, maar de Geboden die Jezus noemt in het gesprek met de rijke man:

      “Een rijke man kwam naar Jezus toe, en stelde hem de volgende vraag: Goede meester, wat moet ik doen om deel te krijgen aan het eeuwige leven? Jezus antwoordde … Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan de Geboden.
      Welke? vroeg de man. Deze, antwoordde Jezus, pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, bedrieg niemand, toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf
      (Matt.19:16 / Marc.10:17 / Luc.18:18).

      Deze Geboden vormen de basis voor de ‘300 Bijbelse Geboden voor de Volken’ en die 300 zijn zeker geen onredelijke wetten, voorschriften en regels.
      Het zijn de ‘geboden’ die aan de basis staan van het Nederlandse rechtsbestel en het merendeel van de Europeanen zal ze onderschrijven; het zijn – zoals men wel pleegt te zeggen – onze gedeelde normen en waarden; een Levensbeschouwing waarin elke Europeaan zich zal kunnen vinden.

      1. Sara

        Ben het geheel met u eens. ‘De wet’ komt in feite neer op ‘gezond verstand’.
        Naast de door u eerder genoemde ‘Didache’ zijn daar natuurlijk ook nog in het OT ‘Wijsheid’, ‘Wijsheid van Jezus Sirach’ en ‘ Spreuken’.
        En niet te vergeten de Egyptische wijsheidsliteratuur, die tot inspiratie heeft geleid voor (een deel van) genoemde teksten.

        1. Willem Visser

          Klopt; vooral in Spreuken is heel veel te lezen over de ‘goede- en de slechte Weg’. En het is verbazend hoeveel Geboden uit de Thora wij in Nederland (nog steeds) als ‘normaal’ beschouwen.

          1. Ben Spaans

            Maak het allemaal niet te mooi. Het gaat hier niet om een soort spiritueel humanisme of zo.
            Hoeveel geboden?
            Moorden, stelen en liegen hebben nog steeds een slechte naam ja.
            Echtbreken veel minder.
            Verder…

            1. Willem Visser

              Spiritueel Humanisme… leuke omschrijving!
              Het is in ieder geval geen religieus Humanisme; Jezus had heel weinig op met religie en de offerdienst – net als heel veel andere profeten trouwens.

              Dat ‘Spiritueel Humanisme’ sluit trouwens aan op het antwoord dat de rijke jongeling van Jezus krijgt:
              “Als je het LEVEN wilt binnengaan, houd je dan aan de Geboden.”
              En het ‘leven’ binnengaan is echt iets anders dan ‘het eeuwig leven verkrijgen’ waar de rijke jonge man naar vroeg!

              En wat betreft het aantal Geboden: dat zijn er toch echt 300; ze vloeien allen voort uit de Tien Geboden (die trouwens al sinds de schepping bestaan en van kracht zijn).
              Mocht je er meer van willen weten dan verwijs ik je naar de Facebookgroep Tanachiem, daar kun je het bestand ‘De 300 Geboden voor de Volken’ downloaden.

              1. Ben Spaans

                Of Jezus tegen offers was staat allerminst vast. Hoe dan ook ironisch dan dat Hij zelf als het ultieme offer zou gaan gelden.

                300 geboden, nog zoveel daarvan in onze wetgeving…. zou het? Vrouwen en kinderen met name dochters gelden als bezit, slavernij is een gegeven, een repressieve seksuele wetgeving, doodstraf op homoseksualiteit, doodstraf op allerlei ’toverij’…waar te beginnen….
                Tijd om verder te gaan.

  2. Merit

    Derech, tariq, torieq, torach, Torah, Thorah, Thora, Tora. Is het niet allemaal hetzelfde woord met de betekenis weg ofwel De Weg?

    1. Willem Visser

      Halacha betekent letterlijk ‘ het belopen van de weg’. Het komt overeen met het “wandelen met God” zoals Henoch en Noach deden. In sommige vertalingen is het woord ‘wandelen’ helaas weg vertaald.

  3. Willem Visser

    Ben Spaans… Over de offercultus even dit: “Een wetgeleerde die onder de indruk was van het onderricht dat Jezus gaf kwam naar Jezus toe en vroeg: Meester, wat is van alle Geboden het belangrijkste Gebod in de wet?” Jezus beantwoord zijn vraag en daarop zegt de wetgeleerde tegen Jezus:

    Marc.12:32 Inderdaad meester, wat u zegt is waar: Hij alleen is God en er is geen andere God dan Hij, en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.

    Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het Koninkrijk van God’ (Marc.12:34). Wat de ‘offercultus’ betreft zitten Jezus en de wetgeleerde op dezelfde lijn. In feite zeggen ze: ‘betekenisloze hatseflats’.

    En dan dit: ’God is Geest,’ zegt Jezus tegen de Samaritaanse vrouw en het is God niet te doen om uiterlijk vertoon. ‘Aanbidden in geest’, zegt Jezus, staat tegenover het stoffelijke, tegenover de tempel en de offerdienst. ‘Barmhartigheid wil Ik, geen offers…’ is wat de profeten Hosea en Jezus leren (Matt.9:13 & Hos.6:6).
    Het gaat God niet om de uiterlijke vorm, maar om de innerlijke levenshouding. ‘Om die reden’ zegt Jezus, ‘komt er een tijd dat jullie noch op de Gerizim, noch in Jeruzalem de Vader zullen aanbidden’ (Joh.4:21).

    En dan de wetten die je aanhaalt… Niet een van de wetten die je noemt is te relateren aan de Tien Geboden, en het zijn juist de Tien Geboden die de basis vormen voor de door mij genoemde 300 Bijbelse voorschriften en regels.
    Als je hier een oordeel over wil geven neem er dan op z’n minst eerst kennis van…

  4. Ben Spaans

    De Tenach wordt gevormd door de vijf boeken ‘van Mozes’ en geldt als een geheel. Het apart zetten van de zgn. ‘Tien Geboden’ is een soort kunstmatige constructie.
    Hoe dan ook, het ‘Tiende Gebod’ raakt wel degelijk aan wat ik opsomde: Uw ‘Naaste’ is een man en zijn vrouw wordt gelijksteld met bezit, zoals een huis, vee en slaven (‘dienstknecht’).

    Het Johannes-evangelie is hoogstwaarschijnlijk niet de beste bron voor een ‘historische’ Jezus en zijn uitspraken.
    Voor zover bekend lijkt Jezus in de evangeliën nou ook niet openlijk op te roepen offers af te schaffen of te verbieden. Het is alleen zeker niet genoeg, dat punt lijkt wel duidelijk te zijn.
    In Handelingen zijn de volgelingen van Jezus hoe dan ook nog regelmatig in de tempel te vinden. De auteur dasrvan vond het in ieder geval blijkbaar belangrijk om het zo te presenteren.

      1. Ben Spaans

        Ik bedoelde ook Thora. Op een gegeven moment wil je weleens de draad kwijtraken met al die termen.

    1. Willem Visser

      Het apart zetten van de Tien Geboden is geen kunstmatige constructie, ze is te vinden in Deuteronomium:

      Deut.5:22 “De HEER heeft deze Woorden – deze, en niet meer – tot u gesproken toen u daar bijeen was … Hij schreef ze op twee Stenen Platen en gaf die aan mij.”

      Deze tekst leert dat Mozes Tien Geboden ontving en die aan het volk – dat angstig onderaan de berg wachtte – moest meedelen (Deut.5:5).
      Deze Tien Geboden – ‘en niet meer ’ – zoals er staat geschreven, moest Mozes aan het volk bekend maken.

      Uit het vervolg van de tekst blijkt echter dat God het volk naast deze Tien Geboden ook nog andere regels en voorschriften bekend wil maken; regels die dus niet tot de Tien Geboden behoren. Met verbazing en angst zegt het volk daarop:

      Deut.5:25 “Maar moeten we ons leven nu opnieuw op het spel zetten? … Als we de stem van de HEER, onze God, nogmaals horen … 27) Kunt u niet gaan om te horen wat de HEER zeggen wil? Als u Zijn Woorden aan ons overbrengt, zullen wij luisteren en ernaar handelen.”

      Toen de HEER dat hoorde zij Hij tegen Mozes:
      Deut.5:30 “Stuur hen nu maar terug naar hun tenten. Maar jij moet hier blijven, bij Mij, dan zal Ik jou alle geboden, wetten en regels bekend maken die je hun moet leren en die zij moeten naleven in het land dat Ik hun in bezit zal geven.”

      En God maakte aan Mozes de volgende bepalingen bekend: de Spijswetten, de Offerwetten, de Priesterlijke wetten, de Levitische wetten, enz. enz. Tientallen wetten werden door Mozes op schrift gesteld en op een aparte plek bewaart:

      Deut.31:24 “Toen Mozes alle bepalingen van de wet op schrift had gesteld, gaf hij de Levieten die de Ark van het Verbond met de HEER moesten dragen de volgende opdracht: Leg dit wetboek naast de Ark van het Verbond met de HEER, uw God.”

      Dit wetboek krijgt een plaats NAAST de Ark, terwijl de twee Stenen Platen met daarop de tekst van de Tien Geboden in de Ark worden gelegd (Ex.25:16). En aangezien het God zelf was die – tot tweemaal toe (Deut.10:1) – de Tien Geboden op Stenen Platen had geschreven noemt men de Tien Geboden de ‘Wet van God’, en de geboden, wetten en regels die door Mozes op schrift werden gesteld de ‘Wet van Mozes’ (al is dat verschil vaak niet te merken in Tenach en lopen ze vaak door elkaar heen).

      Vanwege hun eigenaard is het echter wel belangrijk deze twee verschillende Wetboeken goed uit elkaar te houden. Dat zie je bijvoorbeeld al in Handelingen:
      Jacobus, de leider van de gemeente te Jeruzalem, zegt het bij een speciaal hiervoor belegde vergadering te Jeruzalem als volgt:

      Hand.15:19 “Daarom ben ik van mening dat we de heidenen die zich tot God bekeren geen al te zware lasten moeten opleggen, maar dat we hun moeten schrijven dat ze zich moeten onthouden van wat door de afgoden bezoedeld is, van ontucht, van vlees waar nog bloed in zit en van het bloed zelf.”

      Het gaat hier om de ‘Cultische Wet’ en het voorstel van Jacobus wordt door de voltallige Vergadering van oud-discipelen en oudsten goedgekeurd en per brief aan de ‘gelovigen uit de volken’ meegedeeld (Hand.15:23).
      De groep van ‘gelovigen uit de volken’ hoeft zich dus niet te houden aan de overige Cultische wetten, zoals: de Besnijdeniswetten, de Spijswetten, Jisraëls Feestwetten, de Levitisch wetten, de Priesterwetten, de Offerwetten, de Tempelwetten, de Nazireeërwetten en de Vrijkoopwetten voor de eerstgeborenen.

      De ‘besneden gelovigen’ (de gelovigen uit het volk van Jisraël), dienen zich echter volgens Hand.21:21-24 wel gewoon aan de volledige Wet van Mozes te houden. Totdat de Tempel wordt verwoest (in het jaar 70) houden de ‘besneden’ volgelingen van rabbi Jezus zich dan ook – net als Jezus zelf, al is dat niet van harte – aan de volledige Wet van Mozes en de daarbij behorende offerdienst (zie Hand.21:24).

      De Tien Geboden en de Normatieve Artikelen uit de Wet van Mozes vormen dus
      de bron waaruit de 300 Leefregels – die voor elk volk gelden – voortvloeien en Jesaja schrijft er dit over:
      Jes.51:4 “De Wet vindt zijn oorsprong in Mij, en Mijn recht zal een licht zijn voor alle volken.” (Zie ook Zach.8:22-23).

      Als Paulus dus spreekt over het ‘afschaffen van de wet’ zoals in Efeziërs: Efez.2:14 “Christus heeft vrede gebracht tussen Joden en niet-Joden. Hij heeft één volk van ons gemaakt. Wij waren elkaars vijanden, maar Christus heeft ons bij elkaar gebracht (BGT vertaling), en de Wet met zijn Geboden en voorschriften buiten werking gesteld.”
      Dan heeft hij het niet over de Tien Geboden (en alles wat daar uit voortvloeit), maar over de Cultische wetten, want over de Normatieve wetten schrijft hij (en anderen):

      Rom.2:13 “Niet wie de Thora slechts aanhoort zal … rechtvaardig zijn, maar wie de Thora naleeft.”
      Rom.3:31 “Stellen wij door het geloof [in Jezus] de Thora buiten werking? Integendeel, wij bevestigen de Thora juist.”
      Rom.7:12 “Kortom, de Thora zelf is heilig, en de Geboden zijn heilig, rechtvaardig en goed.”
      Rom.7:16 “Ik erken dat de Thora goed is.”
      Hebr.10:28 “Voor wie de Wet van Mozes naast zich neerlegt is er geen pardon … hij moet sterven.”
      1Joh.2:3 “Dat wij God kennen weten we doordat we ons aan de Thora houden. Wie zegt: ‘Ik ken Hem,’ maar zich niet aan Zijn Geboden houdt, is een leugenaar.”
      Op.14:12 “Hier komt het aan op standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan de Wet van God en aan de trouw van Jezus.”

      Toegegeven: Thora kan ook alle 613 geboden inhouden, maar dat lijkt mij hier niet aan de orde.

      En dan je tweede opmerking; over het Johannes-Evangelie als historische bron: ook in de andere Evangeliën komt de tempelreiniging voor, maar daar komt het verwijderen van de offerdieren niet expliciet in voor, zoals bij Johannes:
      Joh.2:15 “Hij maakte een zweep van touw en joeg ze allemaal de Tempel uit, met hun schapen en runderen…”

      Tja, als je de offerdieren de Tempel uit jaagt dan vallen er geen dieroffers meer te brengen; dus dit zegt ook wel iets over de kijk van Jezus op deze cultus!
      En als Jezus dan iemand opdraagt een offer te brengen dan lezen we dit:
      Matt.8:4 “Jezus zei tegen hem: ‘Denk erom dat u er met niemand over praat, maar ga u aan de priester laten zien en breng als getuigenis voor de mensen het offer dat Mozes heeft voorgeschreven’. (Idem: Marc.1:44/ Luc.5:14).

      Hier zegt Jezus dat je het niet voor God hoeft te doen, maar ‘als getuigenis voor de mensen’. En dat sluit weer aan met wat Jesaja – en ook een heleboel andere profeten – over het brengen van dieroffers zeiden:
      Jes.1:11 “Wat moet Ik met al jullie offers? – zegt de HEER. Ik heb genoeg van die schapen, die vetgemeste kalveren; het bloed van stieren, rammen en bokken wil Ik niet meer. En wanneer jullie voor Mij verschijnen – wie heeft je gevraagd Mijn tempel, Mijn voorhoven plat te lopen? Houd op met die zinloze offergaven.”

      Jezus was wat betreft het NIET brengen van dieroffers dus beslist geen eenling, maar meer het sluitstuk van een ‘beweging’ die met deze offercultus niet veel op had…

  5. Ben Spaans

    Ook de Atheense staatsman Solon zou Tien Regels hebben samengesteld voor een ‘juist’ leven, hieronder in een Engels vertaling:

    Let us now turn to the Ten Commandments of Solon (Diogenes Laertius, Lives of Eminent Philosophers, 1.60), which run as follows:

    Trust good character more than promises.
    Do not speak falsely.
    Do good things.
    Do not be hasty in making friends, but do not abandon them once made.
    Learn to obey before you command.
    When giving advice, do not recommend what is most pleasing, but what is most useful.
    Make reason your supreme commander.
    Do not associate with people who do bad things.
    Honor the gods.
    Have regard for your parents.

    Zo kom je ook wel ergens in het leven, toch…?

Reacties zijn gesloten.