
Ik heb weleens een stukje geschreven over de manier waarop men in de Oudheid en Middeleeuwen koepels bouwde. U vindt het hier. Het architectonisch probleem is hoe je een ronde koepel plaatst op een vierkante onderbouw: hoe plaats je een iglo op een kubus? Het gewicht van de koepel rust dan namelijk op precies vier plaatsen, namelijk op de punten waar de onderrand van de koepel rust op de verticale muren. De koepel kan nooit te groot zijn, omdat de kubus dan bezwijkt onder het gewicht van de onvoldoende gesteunde koepel.
De bouwers van het Pantheon in Rome losten het op door een rond gebouw onder de koepel te zetten, maar de gebruikelijke oplossing was een andere. Op de vierkante ruimte werd een achthoek geplaatst, daarop vaak een zestienhoek en daarop soms nog een tweeëndertighoek. De bovenstaande foto, die ik nam in het Ottomaanse Ezzedine-badhuis in de Libanese havenstad Tripoli, toont het mooi: een vierkante rand met daarboven de achthoek. De donkerroze vlakken zijn de trompen, waar de vierhoek overgaat in de achthoek. Zo komen de neerwaartse krachten van de koepel niet alleen op vier punten halverwege de bovenrand van de vier muren, maar ook op de vier hoeken.
Daar plaatsten architecten vaak zware pijlers, waardoor het mogelijk was de muren zelf te voorzien van grote bogen. Zo werd meer ruimte geschapen. De Hagia Sofia in Istanbul is een voorbeeld. Hieronder ziet u helemaal bovenaan de koepel, rustend op de trompen, die steunen op pijlers (voorzien van grote inscripties). Tussen de pijlers zijn met grote bogen enorme ruimtes geschapen. Het gewicht rust nu weliswaar opnieuw op vier punten, maar die zijn er tenminste op ontworpen: dikke pijlers in plaats van muren, die nu in feite weg zijn gehaald. Het gevolg is een lichte, open ruimte.

De architecten van de Hagia Sofia, Isidoros van Milete en Anthemius van Tralles (overigens ook degene die het sprookje van Archimedes’ brandspiegels de wereld in heeft geholpen), waren geniaal en het monument in Istanbul is naar mijn smaak een van de allermooiste gebouwen van de wereld. Maar de architect in Tripoli is nog net een stapje verder gegaan: hij heeft meer ruimte geschapen door de pijlers, die meestal recht onder de trompen staan, nog iets daarbuiten te plaatsen. In feite is dit een soort pagode, waarin een koepel rust op een grotere koepel.
Ik had zoiets nog nooit gezien. Of beter: het zal me niet eerder zijn opgevallen. Maar ik vond het leuk genoeg om de foto te maken en om het met u te delen. Ik wens u een mooi, zonnig paasweekend.
De koepel van Tripoli lijkt me een soort overgangsstadium tussen het trompgewelf en het hangende gewelf (het hangende gewelf dat, ik geloof voor de eerste keer, voor de grote koepel van de Hagia Sofia wordt toegepast): Als de gewelfde muren op die vier pijlers samen met de bovenliggende trompen gewoon onderdeel van een uitgesneden cylinder waren geweest was het een hangend gewelf geweest (en als ze onderdeel hadden gevormd van een uitgesneden bol zou je het geloof ik een hangend koepelgewelf noemen).
…(en als ze onderdeel hadden gevormd van een uitgesneden bol zou je het geloof ik een hangend koepelgewelf noemen).I
Ik geloof dat het zo is, vandaar de naam pendentief!
ik ben niet thuis in die materie, ik kwam op wiki ook nog stergewelf en netgewelf tegen. ik zoek verder.
Het hier in je stuk bovenaan is verhelderend. Het construeren van een vijfhoek staat op wiki.
…De koepel kan nooit te groot zijn…
Jona, zou je niet beter zeggen: …de koepel mag nooit te groot zijn …
Ja, een domoor als ik zou het anders wel eens verkeerd kunnen begrijpen.
[/sarcasme]
Jona, het lukt me nooit om een afbeelding in een reactie te plaatsen. Hoe doe je dat?
Interessant.Nooit gezien ,aan gedacht.Dank voor het delen. Ook fijne paasdagen
Weinig nieuws voor jou, maar je wilt misschien weten dat je niet de enige bent die de klad in de klassieken als een probleem herkent.
https://freethoughtblogs.com/pharyngula/2019/04/19/yay-archaeologists/
Heb ik ook gelezen, maar dan elders (ik weet niet meer waar) met foto van Pakal erbij. Ik vond het inderdaad ook heel herkenbaar.