Het oudst-bekende verhaal van de wereld (7)

Reliëf uit Khorsabad van een heldhaftige figuur, vaak geïdentificeerd met Gilgameš (Louvre, Parijs; voor volwassenen is er deze afbeelding)

[Voor het laatst is de blog voor kinderen die het verhaal van Gilgameš nog niet kennen. Het staat u vrij het verhaal voor te lezen aan een achtjarige. Het eerste deel was hier.]

Gilgameš had gehoopt dat Ut-Napištim en Emzara hem hadden kunnen vertellen hoe ook hij onsterfelijk had kunnen worden, maar dat was op niets uitgelopen. Hij begreep dat hij voor niets helemaal was gereisd tot voorbij de randen van de aarde. Maar toch – hij wilde zo graag onsterfelijk zijn.

Ut-Napištim probeerde hem nog één keer uit te leggen dat ook hij, de machtige koning van Uruk, ooit zou sterven. “Weet je wat?” zei Ut-Napištim, “Dood zijn is een beetje zoals slapen. Probeer eens of je zeven dagen en zes nachten wakker kunt blijven. Dan ontdek je wel dat onsterfelijk zijn zo eenvoudig niet is.”

“Makkie!”, zei Gilgameš, en ging zitten. Hij sukkelde toch even in slaap, heel even maar, totdat UUt-Napištim hem een por gaf. “Waarom maak je me wakker? Ik heb maar heel even de ogen dicht gehad.”

“Dat denk ik niet,” zei Ut-Napištim. “Kijk maar naast je.”

Gilgameš zag zeven stukken brood liggen. Eén ervan rook lekker vers, het tweede normaal, het derde was wat verkleurd, het vierde was beschimmeld en de rest was nog meer beschimmeld. “Emzara heeft elke dag brood voor je gebakken. Je hebt zeven dagen geslapen,” legde Ut-Napištim uit. “Je had ook wel een enorme reis gemaakt.”

Nu begreep Gilgameš dat hij echt nooit onsterfelijk zou worden. “Wat moet ik doen?” vroeg hij.

“Ga terug naar Uruk,” zei Ut-Napištim. “Wees een goede koning. Dan zullen de mensen je nog lange tijd herinneren.”

“Daar zit wat in,” zei Gilgameš, en hij keek of hij de veerman ergens zag.

“Wou je zomaar weggaan?” vroegen Ut-Napištim en Emzara. “Kijk eens hoe je eruitziet! Je hebt lang gereisd en hebt zeven dagen geslapen. “Neem een bad in de rivier, was je vieze haren, doe schone kleren aan. Geniet maar van dat soort kleine dingen.”

“Ook daar zit wat in,” zei Gilgameš, en nam een duik een rivier. Toen hij zich weer netjes had opgedoft, nam hij afscheid van Ut-Napištim en Emzara, maar ze hadden nog een laatste advies. “Als je straks op zee bent, duik dan naar de diepte. Je zult er een tunnel zien om onder de aarde te komen. Daar kun je een stekelplant vinden. Pluk die en kom weer boven. Als je er later van zult eten, zul je weer jong worden. Eeuwig leven kun je niet, maar wel heel lang.”

Dankbaar nam Gilgameš afscheid en toen hij op zee was, dook hij van de veerboot in zee, zwom tot onder de aarde, plukte de stekelplant, zwom weer naar boven en klom weer aan boord bij de veerman, die verder voer naar de herberg aan de overkant. Gilgameš liep verder door het juwelenwoud, ging door de tunnel en kwam aan bij de schorpioenmensen. Weer reisde hij verder, terug naar Uruk. En hij genoot van de kleine dingen. Een simpele maaltijd, kijken naar de vogels, zwemmen in de rivier, een fikkie stoken om te koken.

Op een dag – hij was al bijna in Uruk – nam hij een bad in de rivier, zodat hij er een beetje netjes uit zou zien als hij in zijn stad terug zou komen. En terwijl hij wat zwom, kwam er een slang aan kruipen die de stekelplant opat. Meteen wierp hij zijn huid af en kreeg hij een mooie nieuwe huid. Sindsdien kunnen slangen zich verjongen.

Gilgameš wist nu dat hij niet alleen nooit onsterfelijk zou zijn maar dat hij ook geen extra lang leven zou hebben. Hij was wel wat verdrietig, want eigenlijk was alles mislukt, maar hij had ook geleerd dat als hij een goede koning was, mensen zich hem nog lang zouden herinneren, en dat hij kon genieten van elk moment van zijn leven. Hij is uiteindelijk dood gegaan, maar hij was verstandig geworden en had wel gelukkig geleefd.

***

Het verhaal van Gilgameš is natuurlijk niet echt gebeurd. Er bestaan geen monsters zoals Humbaba, er is nooit een Hemelstier geweest, schorpioenmensen ken ik ook al niet en de wereld heeft geen rand. Maar Gilgameš heeft wel bestaan en hij was echt koning van Uruk, lang geleden. Zijn naam betekent “de oude man wordt weer jong” en toen mensen later niet meer precies wisten wie koning Gilgameš was geweest, gingen ze verhalen bedenken over iemand die jong wilde blijven en niet dood wilde.

Een voor een voegden ze verhalen toe. Waarom wilde Gilgameš zo oud worden? Ze bedachten dat Gilgameš’ vriend was dood gegaan. Wie was dat dan? Ze verzonnen Enkidu. Waarom was die dan zo bijzonder? De verhalen over Humbaba en de Hemelstier kwamen erbij. Alles is verzonnen, maar ik denk niet dat “geniet van elk moment van je leven” slechte raad is.

Het kleitablet met het verhaal van Gilgameš eindigt met een opmerking dat de verstandig geworden koning prachtige muren heeft gebouwd. Archeologen hebben de muren van Uruk opgegraven, kijk maar hieronder. De mensen die dit maakten, hebben er een heel mozaïek van gemaakt. En hierboven zie je hoe Gilgameš  eruit zou hebben gezien. Om dat mooie beeld te zien, moet je maar een keer gaan naar het Louvre in Parijs, het mooiste museum van de wereld en een plek waar je elk moment prima kunt genieten van je leven.

Uruk, muur van de E-Anna-tempel (Nationaal Museum, Bagdad)

[Beeldbewerking Kees Huyser, dank je wel!]

Deel dit:

6 gedachtes over “Het oudst-bekende verhaal van de wereld (7)

  1. klaas hielkema

    Dit kind van 80 heeft er van genoten. Dank! Op naar het Louvre, maar ook los daarvan: geniet van het leven.

  2. Heb ooit in mijn lessen kunstgeschiedenis geleerd dat er twee iconografische motieven uit de oudheid in de christelijke kunst zijn beland en overgeleverd:
    1. Godin Isis met Horus (= de levende farao) op schoot wordt de zittende (romaanse) madonna met kind;
    2. Gilgamesj met leeuw (hierboven) wordt de profeet Daniël in de leeuwenkuil

    En dan het je natuurlijk nog de verbinding van Gilgamesj met het zondvloedverhaal

Reacties zijn gesloten.